zevende dag in Goa India

Dear all (het is hier tenslotte allemaal Engels en ik betrap me erop gemakkelijkheidshalve in het Engels te denken). Morgen ga ik de dag doorbrengen met luieren, all in all was het toch een vermoeiende week en als ik er zo op terug probeer te kijken, realiseer ik me niet goed wat me allemaal overkomen is: Indische tempels, katholieke basilieken in het woud, freak vlooienmarkt, de kanotocht daarstraks, de curieus opgezette kruidenplantage, het stadje zelf hier met al zijn drukte (hustling and bustling).

Er schieten me allerlei details te binnen die ik absoluut zou moeten beschrijven, zoals sommige krantenartikelen of het restaurant hierboven met piepkleine balkonnetjes. Op den duur begin ik ook vaste toestanden te zien, gelijk een stokoud madammeke met een reuzegrote uilenbril die elke dag op dezelfde plaats iedereen in de gaten houdt of honden die altijd op dezelfde plek liggen en van ver naar elkaar blaffen, precies of ze een boodschap doorgeven. Ook zag ik een eigenaardige dronkelap die hier buiten zo ongeveer dezelfde tien meter heen en weer waggelt. Ik weet eigenlijk niet of de man ziek dan wel alcoholieker is. Ik ga het eens vragen. En zo zijn er in Goa talloze details die de hele scene de moeite waard maken.

In het restaurant bespeur ik ook een pseudohippie die blonde Duitse meiden versiert. Hij ziet er echt vettig uit (een ongewassen deegsliert om het met Jan Cremer te zeggen) en arrogant tot en met totdat ik hem gisteren met de darmkolieken naar beneden zag spurten naar het WC. Ik kon het niet laten luidop te lachen.

sight from Venite

meer foto’s in jg’s galerie

zesde dag in Goa India

Hier is het heet, zo op de middag dus ik zit weer in de koelte van het internetcafé.

Gisterenavond is er, ondanks alle maatregelen die in het boekje staan, toch een mug in geslaagd me te steken. Instant paranoia natuurlijk … Ik heb het Virga Jesse gebeld en dr Cartuyvels (de krullenbol die me voortgeholpen heeft voor Sénégal) stelde me gerust. De kans dat je hier malaria oploopt is 100 keer kleiner dan in Afrika. Nu ja, ik ben toch ongerust maar hij zei me af te wachten en alert te blijven voor koorts over 10 dagen.
[update: ik heb me laten onderzoeken en het bleek loos alarm …]

Anyway, vanmorgen ben ik een vogelreservaat per kano gaan bezoeken, het was wel avontuurlijk maar na een tijdje deed mijn zitvlak behoorlijk pijn en hadden we alle vogels gezien, tenminste die waarvan de foto’s in de Lonely Planet staan. De benamingen ken ik alweer enkel in het Engels: black shouldered kite, Indian pond heron, kingfisher (zoals de naam van het plaatselijk, lichtelijk chemisch smakend, bier), black kite, egret en mynah. Geen noemenswaardige krokodillen gezien, gelukkig maar. De bootman ving onderweg nog een paar krabben waar ik niet aan zou durven komen, zo een grote scharen hadden ze, maar hij hield ze handig onder met zijn voet waarna hij er de scharen afbrak. Arme beesten …

Eenmaal terug nodigde hij me uit in zijn huis en als ik de zaak niet kortgesloten had, zat ik daar nu nog, zo hartelijk was zijn hele familie. Toen ik er echt vandoor wou, heb ik hem uitgenodigd voor een biertje op de terugweg. Dat zag hij direct zitten en met 25 rupees voor een pint heb ik de brave man, aan de eerste kroeg die we tegenkwamen, achtergelaten. Was dat nu een slimme truk van mij of juist van hem.

Morgen denk ik een beetje uit te rusten, op mijn gemak in te pakken en nog eens gaan te kijken naar een reeks tegeltjes die ik in een galerij tegenkwam. Het is een lokaal product maar natuurlijk heel erg beïnvloed door de Portugese keramiek (veelkleurig, helder en dikwijls geometrisch).

Ik begin nu toch wel nieuwsgierig te worden naar de winterse toestanden bij ons! Het is niet te doen je dat voor te stellen in dit mooie weer hier.

vijfde dag in Goa India

Niet om jullie waterachtig te maken, maar vandaag heb ik mijn “onbedekte delen” – voor wie moest twijfelen, dat zijn mijn handen en neus – ingesmeerd tegen de felle zonneschijn.

De dag begon met een begroeting van de man die me bedient in het restaurant: “The usual, sir?”. Dat is: “One toast, one bread, jam, no butter and one cup of coffee, black please”. De vriendelijkheid zelf en altijd begeleid met veel goedkeurende hoofdswings.

Daarna heb ik de ferry genomen over de Mandovi rivier naar Betim en daar een taxi gecharterd naar een paar indrukwekkende forten verderop. Bij het eerste fort aangekomen sloeg de schrik mij toch een beetje om het hart, het bleek een puinhoop overwoekerd met onkruid en bezaaid met assen van brandhaardjes en geassorteerde rommel. Het was er doodstil en geen mens te zien in de omtrek. Als iemand me daar had willen overvallen, was het de moment.

Het zicht was echter superb, over de wallen, langs de roestige kanonnen, kun je de monding van de Mandovi beschouwen die daar in de Arabische zee vloeit. Boten varen af en aan, een drukte van jewelste. Het strand, zichtbaar aan de andere kant van fort ziet er heel idyllisch uit daar in de diepte. Een boord schuinstaande palmbomen voorziet in schaduw. Een uiterst sprookjesachtige bedoening maar toch niet in staat me een dag op het strand te krijgen. Geen zand tussen mijn tenen, of het nu de Belgische of Goaanse stranden zijn … Anyway, ik begon me toch een beetje ongerust te maken, op naar het volgende fort.

Dat bleek een reusachtig bouwsel te zijn op de punt van een landtong in zee ten oosten van Panjim. Het zicht is zo niet nog imposanter dan het vorige. Je kan er de Arabische zee zien zowel naar het noorden als het zuiden. Vrachtboten varen in de twee richtingen terwijl snelle motorboten van een nabijgelegen watersportcentrum de vrachttraffiek doorkruisen.

Het fort heeft gigantische omwallingen en dieptes waarin water opgeslagen zat. Er staan ook twee vuurtorens, weliswaar niet meer in gebruik maar achteraf vond ik ze toch terug op de gps. Op de terugweg vertelde de chauffeur me dat veel Bollywoodregisseurs (India produceert meer films dan Hollywood) het fort dikwijls gebruiken voor massatonelen. Ik kon het me levendig voorstellen.

Op de terugweg kon ik het resultaat aanschouwen van wat het strandtoerisme veroorzaakt in Goa. Ik waande me even aan de Mediterranée: langzaam smeulende lijven in variërende graad van verbranding, souvenirstalletjes alom en zowaar een hotel met als naam “Hamburg” met waarempel een Duitse vlag aan de receptie. Ik heb snel de ferry terug naar Panjim genomen.

vierde dag in Goa India

Ik word het alsmaar meer en meer gewoon in Goa. De “jetlag” is bijna uit mijn lijf en de slaap probeert me niet meer te overmannen op onmogelijke uren.

Vandaag dezelfde taxichaufeur gecharterd als gisteren. Hij rijdt naar Goaanse normen niet te roekeloos en doet zelfs af en toe zijn veiligheidsriem aan. Hij probeert ook geen praatjes te maken of te sjoemelen. Nu ja, hij heeft al ongeveer een gans maandloon op twee dagen verdiend.

Wat je de mensen moet betalen is altijd een probleem. Een manier van rekenen is misschien de volgende: je vraagt je af wat het bij ons zou kosten om bijvoorbeeld iemand een ganse dag rond te rijden, op je te wachten en klaar te staan wanneer je maar wil. Dat schaal je dan naar beneden aan de hand van de prijzen van bv de levensmiddelen, doe er wat bij voor zijn kosten en zo kom je op een redelijk bedrag uit, denk ik.
Ik betaal de man dus teveel, maar ja het blijft nog weinig: voor tussen de 4 en 15 EUR, afhangend van de afstand heb je hier een auto met chauffeur.

Anyway, vandaag ben ik aantal prachtige Indische tempels gaan bezoeken meer het binnenland in, in de buurt van Ponda. Het landschap is heuvelachtig met reusachtige uitwaaierende palmbomen met bamboe en allerlei dicht struikgewas. Langs de kant van de weg zitten daar huizen en winkeltjes tussen verscholen. Er loopt allerlei gedierte rond, een soort zwarte varkens, koeien en waterbuffels. Ook hoor je allerlei vreemdsoortig vogelgefluit.

De tempels zijn wonderbaar. Ik ben niet religieus maar de Hindus hebben een godsdienst bedacht met allerlei goden die in de meest gevarieerde gedaanten terugkomen. Een beetje zoals een muziekstuk waar het thema soms van omkeert of in een andere toonladder terugkomt. Het is een kluwen van verhalen waar de goden in gevaarlijke situaties terechtkomen, zich kwaadmaken en dan weer vrede sluiten. Vreedzaamheid is een thema dat altijd terugkomt en de goden die het meeste verering hebben, zijn juist die die vrede gesticht hebben, meestal tussen andere goden die om een of andere reden ruzie hadden. De goden komen ook altijd in andere gedaanten te voorschijn, vrouwelijk of mannelijk of als een dier gelijk een olifant. Eenmaal thuis moet ik mij er eens in verdiepen …

De Lonely Planet waarschuwde voor veel toeristen, maar daar was niks van te merken. Meestal kon ik op mijn eentje zo een tempel binnenwandelen (op kousevoeten en niet tot in het “inner sanctum”). Er was een soort kakafonische muziek te horen met fluiten en bellen met monotonisch “gemoemel” als gebed. De tempels hebben steevast een lampentoren, een bouwsel waar lampen inzitten en vergelijkbaar met de scheve toren van Pisa, wel niet zo mooi van opbouw maar even scheef. De tempels zelf zijn voorzien van veel marmer en zilveren hekwerk en kristallen luchters. De moeite en zeker de mooiste bouwwerken die ik tot nu toe gezien heb.

Na een stuk of vier tempels had ik het bekeken en dacht ik naar een kruidenplantage te gaan. Dat draaide absoluut crazy uit. Naar mijn idee kweekten ze daar helemaal geen kruiden meer, althans niet op de schaal die er een echte plantage van zou maken. Er waren wel een hoop kruiden te zien maar enkel voor de toeristen …

Anyway, het was wel grappig: een begroeting waar ik met bloemen overgooid werd en een bloemenkrans omkreeg. Ze schilderden ook een rode punt op mijn voorhoofd. Vervolgens een uitleg over de geneeskracht van kruiden. Er was zelfs iets tegen malaria! De mensen zouden toch beter moeten weten.

Vervolgens een mooie wandeling door de “plantage” met een redelijk klinkende uitleg. Ik ken de Nederlandse vertalingen niet van de kruidenbenamingen dus dat moet ik thuis nog even uitzoeken. Er was eten voorzien, waar ik de betekenis leerde van “hot” en “spicy”. “Spicy” is net eetbaar, “hot” verbrandt je tong en verhemelte.

Een min of meer halsbrekende tocht terug naar Panaji liep goed af. OK, ik ga een kijken wat ze hierboven serveren. Er zijn elke dag een tiental suggesties met vis, een zonder kruiden, verschillende “hot” en “spicy”. Ik ken nu het verschil.

santadurgha.thumb.jpg     mahalsetemple.thumb.jpg     mangueshtemple.thumb.jpg
meer foto’s in jg’s galerie

derde dag in Goa India

Meanwhile in Goa, India. Vanmorgen heb ik de vlooienmarkt van Anjuna bezocht. Kopers en verkopers stromen toe uit heel de wereld om alle denkbare dingen te (ver)kopen: potheads, freaks, Engelsen, Indiërs uit de buurt van Calcutta strijken er neer voor het seizoen (november – maart, voor de monsoon begint). Ik heb een kunstig snijwerk uit palmbladeren gekocht. Het is uitklapbaar en beschilderd met figuren van Indische goden. Er zit ook een verborgen sectie in met afbeeldingen uit de Kamasutra. Niet goedkoop zelfs naar onze normen maar de artiest steekt er dagenlang werk in en als je het zo bekijkt is het bijna gratis.
Losse dingetjes: hier in het cybercafe ben ik een beetje beroemd, ik sloot gisteren mijn sessie af met de foto op mijn ligfiets. Consternatie alom …

De gps komt goed van pas om bv taxichauffeurs terug te zoeken of om de weg naar het hotel terug te vinden. Op deze manier durf ik al eens een weg nemen die niet op de kaart staat. De mensen vragen wat voor een tuig dat is en staan stomverbaasd als ik een kleine demo geef. Tegen de taxichauffeurs zeg ik dat het een “person detection system” is, kwestie dat ze geen onheuse toeren durven uithalen.

Ik heb een andere kamer, zoniet beter dan voorgaande. Daar krijg ik de temperatuur op 17 graden met de airco op “full blast”. Goed geslapen dus alhoewel het uurverschil maakt dat ik later moet gaan slapen. Mijn “bioklok” denkt dat het veel vroeger is.

De kranten zijn hier echt grappig: verslagen van verkeersongelukken vermelden de naam van de dader en slachtoffer samen met de nummerplaat en het artikel uit de wegcode dat overtreden is. Misdaad draait hier op een laag pitje: een Japanner die zonder visum gepakt is, een gsm gestolen uit een elektronicahandel, nachtlawaai van een bar …
Zo, ik ga een stukje vis eten, die hebben ze in overvloed.

fluteplayer.thumb.jpg
meer foto’s in jg’s galerie

tweede dag in Panjim, Goa India

Vandaag heb ik de stad verkend, een paar brede boulevards met palmbomen, kleine straatjes met kleurrijke huizen, winkeltjes en ondefinieerbare handeltjes plus een typische groente- en vismarkt. Alles is grotendeels in het Engels, en de mensen zijn redelijk goed verstaanbaar. Ze zijn hier erg op hun gemak, zelfs de chauffeurs (linksrijden en met veel getoeter voorbijsteken).
Nog iets curieus: om goedkeuring te laten zien schudden ze een beetje met hun hoofd van links naar rechts. Ik snapte het pas toen een politie-agent me teken deed dat alles OK was toen ik wou oversteken op een druk kruispunt. Heel grappig dat “hoofdswingen”.

eerste dag in Panjim, Goa India

…. en het is hier goed te doen, heel ontspannen, geen zenuwengedoe gelijk in Senegal. Vriendelijke mensen, op hun gemak en niet opdringerig.
Ik denk dat ik in de Panjim Inn blijf en van daaruit opereer. Voor 5 EUR heb je hier drie keer gegeten en gedronken, het hotel is middenklasse 25 EUR. Een fles van het duurste water is nog geen halve EUR.
Ik ga het stadje verder verkennen, eens zien waar ik een fiets kan vinden en eens proberen uit te zoeken hoe ik kan bellen zonder een fortuin kwijt te raken.
Het is wel lang vliegen, eerst 6 uren tot in de Verenigde Arabische Emiraten, daar anderhalf uur wachten om over te stappen en vervolgens nog drie uur tot in Goa. Met die tussenstop is het wel te doen, even de benen strekken midden in de nacht. Het vliegtuig zat vol Duitsers en alles verliep in het Duits, inclusief het eten.