Zwierige Wieners in Köln …

Het was eeuwen geleden dat we nog eens een concert konden meepikken in Keulen. De Wiener Philharmoniker, ons allen bekend van het nieuwjaarsconcert in het Musikverein, de rechthoekige zaal in Wenen met – naar het schijnt – de beste akoestiek ter wereld.

De Wiener presenteerde een niet echt karakteristiek programma en m’n aanvankelijke vrees kwam al gauw uit: Janáček en Prokoviev konden er best wezen maar de vijfde van Shostakovich heeft – net als de overgrote deel van zijn werk – geen greintje zwierigheid in zich en wat de Wieners ook probeerden, hun aangeboren muzikale krullen konden ze niet verbergen.

Geen erg want de trefzekerheid, coherentie en transparantie van dit orkest is ongeëvenaard en dat was er aan te horen. Het daagde me dat zo een rotsvast klankbeeld een bovenmenselijk precies samenspel benodigt dat niet meer in microseconden valt te meten maar in nanoseconden – als het al meetbaar zou zijn – zo helder en duidelijk was elk instrument apart te horen terwijl het geheel over de volledige breedte van het podium  als één doortimmerd muzikaal monument klonk, met of zonder frivool Weens accent. Een rechtstaand minutenlang applaus bleef dan ook aanhouden.

In de namiddag hadden we de stad  bezocht en het was opvallend hoe het centrum maar ook de buitenwijken nog gebukt gaat onder de gevolgen van de miserie tijdens de afgelopen drie jaren: wanorde, rommeltjes hier en daar, meer bedelaars en gore figuren tussen vroeger onbestaande leegstand. Onze oosterburen zijn aan het ‘batteren’ om er weer bovenop te raken. Nu nog hun eens zo geroemde ‘Autobahnen’ herstellen en alles gaat hopelijk weer als vanouds. Curieus – of net niet – was dat de Russen verschwunden waren uit het stadsbeeld, meestal hebben ze een plaatsje vooraan in de concertzaal of zijn ze te horen aan de haltes van het openbaar vervoer.

Goed nieuws  – of meer een gerucht? – is dat de opknapwerken binnenin de opera in 2025 teneinde zouden zijn. Het heeft dan ongeveer vijftien jaar geduurd om de klus te klaren.

We kwamen door hectische toestanden aan de parking en onder de gietende regen met meer dan twee uur vertraging terug thuis. Niet vergeten voor volgende keer: parkeer buiten de stad en doe de rest met het uitstekende OV of plooifietsjes.

Handleiding: klik op een beeld voor grotere afbeelding. Gebruik de ‘terug-knop’ om terug te keren naar de blog.

St Petersburg: дикие и вкусный …

blacksquaremalevich[verkorte maar tevens constructivistische versie St Petersburg]

St Petersburg: ‘t is daar niet min en het lijkt wel of de Pitertsy (zo heten de inwoners van Piter, aka St Petersburg) het feesten niet kunnen laten. Losbandig en ongegeneerd met een loeiharde geluidstrack, blitze karren (de favoriet is een dikke Merc), overal paffers/boozers en op de koop toe zien de vrouwen eruit als aerodynamische lustobjecten en de mannen als regelrechte pooiers of schlemielen zo weggelopen uit een satire van Gogol. Maar even terug naar het begin …

Een aangenaam treintochtje naar Schiphol, door de grotendeels automatische controle, alles relaxed behalve de handbagage waar toch enig bepotelen aan te pas kwam. Tip: eet niet van de slappe would-be pizza.  Iedereen is voorkomend en rustig.

Tegen zes uur ‘s staat Mihael klaar – de eigenaar van een sjiek appartement en wellicht het best bewaarde geheim van St. Petersburg – , er is iets met schoenen (die moeten vanaf de ingang uit en daar kan ik me wel iets bij voorstellen – zeker in de winter – maar vandaag is het warm, dus schoenen uitdoen). Eten in de Angleterre op de hoek [slappe bediening], een eerste blik op de Neva over de brede brug gewandeld. So far, so good.

Rocking at the malayamorskayaL

Rocking at the Malaya Morskaya St. Petersburg

Vrijdag: ontbijt in de Dekabrist, kleine porties maar lekker, ~ hongersnood 1941-45? Het leven is 2 tot 3 keer zo goedkoop als hier. Later torenklimmen in de Isaacskatedraal. Van boven uit volgen we een brand in de vlakbij gelegen manège. Tijdelijke zwakte wegens bevangen door rook en trappenklimmen. Naderhand op zoek naar fietsen, hapje in de Singer boekenwinkel, een boottocht van een uur (rekensom: 30 passagiers x 800 roebel x 10 uur per dag). Haha, er waren daar blote mannen aan het zwemmen, en vervelend Russisch gezaag (tip: oorstopjes meenemen). Later een burger in de buurt. Eetbaar maar onhandige garçons en verkeerde timing. Vroeg erin.

Zaterdag: fietsen vanuit de Friends, beetje mislukt wegens geen enkel fietspad, slechte fietsen en moordend verkeer. Poco heavy tijdens fietsen op een soort autostrade.

bike hire with wall art

bike hire with wall art

Kerkhof Ithkvin met strijkkwartet Tchaikovsky, vriendelijke mensen alweer – Borodin en Dostojewski – beetje te religieus sfeertje: kassa bemand door pastoors plus openlijk biechten verkopen – veel kruisjesmakende oude besjes en bedelaars.

absolutie te koop

absolutie te koop

Lekkere hap in de Mickey & Monkeys. Ruwweg geteld is het leven hier twee tot drie keer goedkoper dan bij ons.
‘s Avonds een hap in de Blok. Hier komen de chique Russen laten zien hoeveel roebels ze hebben. Malevichs schilderijen op grote LCD’s, afgewisseld met Chagall: prachtige beelden in een even constructivistisch decor. Het is hier naar Russische normen peperduur maar zelf hebben we voor ongeveer 120 € Sakhalin oesters (nu is het duidelijker waarom de Russen dat eilandje zo verdedigen tegen de Japanners), twee superdikke en perfect gebakken biefstukken met verse spinazie en aardappeltjes plus wijn, water en dessert met koffie achteraf. Bij ons waren we in deze setting minstens het dubbele kwijt. Terug met de metro.

The General Victory Day

The General Victory Day

Zondag valt helaas tegen wegens tijdelijke zwakte [zonneslag! het vliegend!]. Buiten zijn de voorbereidingen voor morgen bezig: overal tentjes, podia en repetities voor 9 mei, Overwinningsdag. We zijn benieuwd!

Maandag 9 mei: Victory Day: overmatig druk – tienduizenden mensen doorkruisen de stad.

Ontsnapt uit het gewoel en per taxi naar Erartra = een museum en galerie samen onder één dak: concept werkt niet echt.  Goeie foto’s: Schapiro [Amerikaans fotograaf – de moeite]

‘s Avonds magistrale uitvoering van Shostakovich 7de Leningradski in de Philharmonia -> voor de volhouders wegens bijna 80 minuten lang en de gigantische bezetting en luidheid van het orkest.

Philharmonia St Petersburg

Philharmonia St Petersburg 9/5/2016 Victory Day Shostakovich No. 7

 

Dinsdag: meer tijdelijke zwakte maar ‘s avonds uitgerust naar Mariinsky voor Aïda. Ze waren daar in hun 233ste seizoen! Erg klassiek maar bleef boeien. Tip: huur een toneelkijker.

waiting at the Mariinsky

waiting at the Mariinsky

Woensdag: General Staff Building Здание Главного штаба van de Hermitage. Nieuw gebouw neergepoot tussen twee andere galerijen middels een overkapping over de binnenplaatsen. Verwelkomd door installatie van Kabakov en dan door naar de Morosov-collectie -> superieur, absolute must: Monet, Picasso, Matisse en Malevich [het enige nog helemaal intacte Black Square] -> fotosessie helemaal onderaan.

‘s Avonds: chat vanuit de Mansarda [Westerse stijl restaurant vlakbij de Isaacskatedraal]

‘Lekker! Er zitten wel een stel ongemanierde Amerikanen langs ons – heb stopkes in mijn oren!’

‘…Gewoon even Putin bellen!’
‘Yes yes die zou er wel korte metten mee maken – ik heb al een stinkeye geprobeerd maar het helpt niet – go figure’

En ‘s anderendaags vanaf Pulkovo, wachtend op de terugvlucht:

‘Bwa ja, overal goeie WiFi maar ge houdt het niet voor mogelijk: daarnet kwamen die maniakale Amerikanen van gisteren voorbijgespurt om met veel tamtam bijna hun vlucht naar Londen te missen. Ze zijn weg nu!’ Wij ook.

St Petersburg: stilleven in trappenhal

St Petersburg: stilleven in trappenhal

My review from booking.com:
Mijn ‘bespreking’ op booking.com:

St Petersburg: дикие и вкусный …

St. Petersburg is soaked in music and visual arts. Book early for the Philharmonia and/or Mariinsky or hang around, there’s always someone selling his/her tickets. Visit Tchaikovsky’s grave, the General Staff building (Hermitage), Nevsky Pr. (Singer building and lovely CD-shop at no. 32), Eratra ‘museum’, climb Saint Isaac’s Cathedral etc etc …

We had breakfast at the Dekabrist, lunch at the Mansarda and dinner at the Blok on different days or cooked a meal in our apartment (Malaya Morskaya 21 -> exceptional!).

Cons: uneven pavements, loud and dangerous traffic, uneasy feeling because of too many armed police in streets [probably due to Victory Day], many drunks in public spaces, taxi drivers rip you off (tip: ask a Russian to call a taxi on your behalf or use metro/bus)

In a few days a blog will be ready at gysenbergs.be [in Dutch]

Endorsed Saint Petersburg for:
Museums Architecture Ambiance City Walks Culture

Hilde at Hermitage

Hilde at Hermitage photographing Black Square and me

St Petersburg Hermitage Malevich and me

St Petersburg Hermitage Malevich and me photographing Hilde and some photographers in the background

 

een citytrip naar Lyon

Lyon Musée des Confluences: Hilde installeert een nieuw oog via een thermische cameraOmdat we nog een ticketje te goed hadden van vorig jaar voor de opera van Lyon, was het niet moeilijk er weer eens op uit te trekken. Een vlot ritje over de Route du Soleil bracht ons op een goede zeven uren naar Frankrijks tweede grootste stad en een bekende hotelketen bezorgde een onderkomen vlakbij het nieuw ontwikkelde gebied aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône.

Wat bleek? Een paar maanden terug was onze culturele voorman – de zoetgevooisde Kurt Van Eeghem – op de radio aan het vertellen over de brasserie Georges aan het station Perrache en was dat nu niet net achter de hoek! De brasserie is een hypergestroomlijnde bedoening met heerlijk eten in een prachtige art-déco setting. De obers zijn net wat het moet zijn: niet opdringerig, op tijd en bijzonder efficiënt. De stemming is vrolijk en af en toe zelfs uitbundig. Regelmatig dimt het licht en laat de maître d’ een echt draaiorgeltje klinken met de eerste maten van ‘Happy Birthday’. Een ober schiet dan door de reusachtige ruimte met een ‘flikkerke’ op een Sibérienne (of Norvégienne, een specialiteit van het huis als nagerecht) en iedereen begint te applaudisseren.

verjaardagsfeestje in brasserie Georges

verjaardagsfeestje in brasserie Georges

‘s Anderendaags fluks de fiets op. In Lyon is het zoniet nog beter fietsen dan in Parijs. Brede, afgeschermde fietspaden zorgen voor snelle verbindingen recht door de binnenstad terwijl de zijstraten voorzien zijn van duidelijk gemarkeerde fietsstroken voor een relaxed ritje in alle richtingen door het schiereiland. De Place Bellecour – met het Pavillon du Tourisme – is een groot plein met veel licht en ruimte met verderop het Parc de la Tête d’Or met aan de linkerkant het Musée d’Art Contemporain. Het is goed bereikbaar via een fietspad langs de Rhône-oever.

Nos compatriotes au bord du Rhône Lyon

Nos compatriotes au bord du Rhône

Op de terugweg eens gaan kijken in het Auditorium. Pianist Trifonov had het wegens ziekte laten afweten en daarom waren er nog prima plaatsen te koop voor de avond zelf. Sjonge, sjonge wat een kapotmakerij is me dat derde pianoconcerto van Rachmaninov. Seong-Jin Cho (21!) speelde het met veel concentratie klaar, geholpen door dirigent Slatkins meelevende orkestbacking van het Orchestre National de Lyon. Een huzarenstuk zonder meer en niet ongevaarlijk voor piepjonge uitvoerders-wonderkinderen.

Lyon Auditorium: Seong-Jin Cho

Lyon Auditorium: Seong-Jin Cho

Tip: een halfuurtje voor de aanvang van een concert lopen er in de foyer steevast mensen rond die hun kaarten voor een prikje wegdoen. Spotgoedkoop maar nadeel is de beperkte plaatskeuze. Nog een tip: het vlakbij gelegen ‘Les halles de Lyon Paul Bocuse’ is een zielloze bedoening enkel voortterend op de naambekendheid van de beroemde kok. Te mijden.

Een wandeling van even ten zuiden van Perrache en zo naar de tip van de ‘confluence’ levert verbluffende architectuur op, het meest nog van het museum helemaal beneden. Het komt zo uit een Star Wars decor met brede gangen, roltrappen en Escher-achtige loopbruggen. Binnenin zitten er tijdelijke en permanente tentoonstellingen, zo uitgekiend dat een bezoek van één à twee uren tot een halve dag of meer gemakkelijk te doen is, afhangend van zelf meedoen met experimenten tot verbaasd staan te gapen naar buitengewoon prachtige exotische kleding of een gigantisch mammoetgeraamte. Voorwaar zijn geld waard (9 €).

musée des confluences Lyon

Musée des Confluences Lyon

Een dikke biefstuk bij Georges en we zijn klaar voor de opera. Het gebouw ziet er aan de buitenkant redelijk klassiek uit maar binnenin is het een experiment dat 20 jaar geleden misschien wel in was maar nu eerder op een pikdonker hol lijkt waar bezoekers voortdurend gevaar lopen in een zwart gat te verdwijnen. Bovendien zijn de ‘zetels’ hard en nauw en wiebelt de postmoderne stalen vloer buiten de eigenlijke zaal. Niet getreurd: zangers, orkest en enscenering zijn prima en ‘La Juive’ gecomponeerd door Jacques Fromental Halévy – een kanjer van meer dan drie uren – blijft boeien, niet alleen door de eigentijdse verwijzingen maar ook door de afwisselende en soms virtuoos gezongen partijen. Het publiek springt terecht recht op het einde.

Lyon opera: La juive Halévy

opera de Lyon: la Juive Halévy

In de metro terug zijn we de enige oudjes tussen groepjes uitgelaten dronken en blowende feestgangers. Wel grappig en geenszins verontrustend. Moe maar tevreden …

‘s Anderendaags vlotjes op weg naar huis samen met in grote getale terugkerende Belgische skivakantiegangers. Geen nieuws hier behalve dat de ‘péage’ heen-en-terug op 60 € afklokt.

relaisautoroutedusoleil

relais met terugkerende Belgische vakantiegangers

‘Modern reizen’ Berlijn en Londen revisited

En zo kwam het dat de twee vouwfietsjes weer de koffer in gingen voor een bezoek aan Berlijn en Londen, acht jaar na het eerste aan Berlijn en vier na dat aan Londen.

Eerst Berlijn: verdwenen zijn de dichte bosjes bouwkranen en rijen aanschuivende betonwagens van toen. De stad is zowat helemaal gerenoveerd en het is moeilijker het vroegere Oost-Duitse gedeelte nog te onderscheiden van het Westerse.

Hotel Pension Streuhof is, althans aan de binnenkant, nog tot in de details van ‘old school’ DDR-kwaliteit, bijna versleten maar met een sympathieke charme en – naar Berlijnse normen – redelijk geprijsd. Voor hetzelfde geld biedt Ibis Budget, midden tussen de winkels aan de Wittenbergplatz, een karakterloze standaardkamer aan.

Pension Streuhof Berlin self portrait

selfie in Pension Streuhof Berlin  (vergroot na de klik)

Fietsen is goed te doen, minder chaotisch dan in Parijs en zeker aangenamer dan Londen, maar daarover verderop meer. Duitse automobilisten zijn voorkomend en voorzichtig, er zijn redelijk wat fietspaden en voetgangers zitten er niks mee in wanneer de stoep als fietspad dienst doet. Er zijn ook overal fietsparkeerplaatsen geïnstalleerd. Een eerste testrit ‘s avonds laat naar een echt Italiaans restaurant leverde deze quote op: “Ich bin kein Italiener, sondern ein Neapolitaner” (baas van de BellUno).

Twee tips: volg strikt de verkeersregels of een luid getoeter is het resultaat en zet de routering van de fiets-GPS op ‘routeren voor afstand’ en niet op ‘routeren voor tijd’. Dat laatste is dan weer wél aangewezen voor compleet autovrije tochtjes, inclusief grote maar dikwijls mooie omwegen door parken en dreven.

Er is maar één stad ter wereld waar de GPS de weg wijst van de Kantstraße naar de Leibnizstraße om in de Goethestraße te eindigen. Hotel Bikini ligt in die buurt en is een bezoekje waard wegens de net niet te excentrieke maar hoogst originele inrichting van Berlijns topdesigner Werner Aisslinger. De bar op de tiende verdieping heeft een majestueus weids uitzicht over de Tiergarten dat als een groene vlek het centrum van de stad bepaalt met aan de zuidelijke kant een veelvoud aan ‘shopping malls’ gaande van het poepsjieke KaDeWe tot experimentele ‘concept stores’ en tijdelijke winkeltjes in houten containers. Een eindje verder heeft de Manufactum lekkere tomatensoep en kleine hapjes/gebakjes, ideaal voor op de middag.

Tip: hotel Bikini heeft overal supersnelle, gratis wifi zonder vervelend aanmelden.

Bikini hotel ingang naar Monkeybar 10de

Bikini hotel ingang 10de

Bikini hotel: meeting place

Bikini hotel: meeting place

Bikini hotel 10de verdieping

Bikini hotel 10de verdieping

 

 

 

 

 

 

Clärchens Ballhaus is een populair dansoord annex restaurant met nostalgische optredens. Eenmaal binnen krijgen bezoekers een op het randje decadente indruk: afbladderende verf, versleten spiegels waarin enkel kaarslicht weerkaatst en aftands meubilair. De keuken is nochtans prima en niet overdreven duur. Toch valt de hele zaak een beetje tegen toen we ‘s anderendaags een kijkje wilden nemen in de eigenlijke balzaal en norse, enigszins vettige, portiers ons wandelen stuurden wegens geen goesting om alweer inkom te betalen.
Tip: ga liever 50 meter verder iets eten in het Strandbad Mitte op het einde van de Kleine Hamburgstraße, schuin tegenover Clärchens.

Clärchens Ballhaus Spiegelsaal

Clärchens Ballhaus Spiegelsaal (vergroot na de klik)

Regen (en de gevolgen van enige zadelpijn) deden ons een dagticket voor het openbaar vervoer (7,20 €) aanschaffen. Dat werkte prima. De metrostellen rijden met een hoge frequentie, zijn ruim, kraaknet, intelligent bewegwijzerd en helemaal niet overbevolkt. Vergeet ook niet buslijn 100, de goedkoopste manier om alle toeristische hoogtepunten in één beweging te zien.

Een mistige dag is ideaal voor een kerkhofbezoek. Eén van de kerkhoven aan de Mehringdamm, vlak tegenover de militaristische architectuur van het ‘Finanzamt’, is de laatste rustplaats van Felix Mendelssohn-Bartoldy. Het is een piepklein kerkhof, net goed om nog een beetje muziek te horen opstijgen. Dit is de buurt van de Kreuzberg, een alternatieve wijk met vele originele bedrijfjes en winkeltjes. Aan de rand van het Viktoriapark aldaar ligt een stijlvol gerestaureerde Zwitserse villa waar ze overheerlijke gerechtjes serveren (Tomasa Villa). Aan de andere kant van het park misten we helaas een bezoek aan het Antiquariat Tode wegens pas open om 13 uur. De etalage alleen al maakte heel duidelijk  hoezeer de eigenaar begaan is met de vrede in de wereld. Zeker iets voor volgende keer.

graf Felix Mendelssohn-Bartoldy

graf Felix Mendelssohn-Bartoldy N52 29.710 E13 23.470

Even een omweg langs de Staatsoper, waar Daniel Barenboim de plak zwaait, om een ticketje voor de opera te bemachtigen maar helaas waren er enkel repetities aan de gang, zo vroeg in het seizoen. Al jaren liggen we op vinkenslag om een ticket te pakken te krijgen voor de Berliner Philharmoniker en ja hoor, dit keer was het maanden van tevoren gelukt. De Berliner heeft hoogst af en toe toegangsbewijzen te koop die niet gebonden zijn aan abonnementen en zo konden we erin. Ter info: voor een abonnement is het wachten geblazen totdat iemand passeert.

De ontvangst was op zijn minst onverwacht: elke tickethouder krijgt een welgemeende begroeting aan de ingang en toen we een programma kochten (3 €) merkte een vriendelijke onthaaldame op dat we een koopje deden omdat het boekje eigenlijk besprekingen van vier concerten bevatte. Mooi zo …

De akoestiek van de Philharmonie is quasi perfect en door de ingenieuze constructie (o.a. weerkaatsend marmer en een soort ‘haaienvinnen’ voor de wolken in het plafond) klinkt de Berliner als één coherent geheel, aangevuurd door een onvermoeibare Simon Rattle. Die schept als het ware de muziek op en projecteert het geluid recht naar het publiek. Een uitstekende maatstaf voor de kwaliteit van een concert is de subjectieve tijdbeleving ervan. Het leek wel of de twee symfonieën (eerst de vierde van Schumann en dan de vierde van Brahms) in een hoepestoep voorbij waren. Onbeschrijfelijk en met niets te vergelijken tenzij met de kwaliteit van de Duitse machinebouw. Leuk detail: Daniel Barenboim zat een beetje verder op dezelfde rij als wijzelf zijn iPhone na te kijken en op het eind van het concert een beetje zuinig te klappen.

Berliner Philharmoniker en Simon Rattle

de Berliner Philharmoniker en Sir Simon Rattle (vergroot na de klik)

Een fietstochtje ‘s anderendaags: Sybille’s café aan de Karl-Marx-Allee (vroeger Stalin-Allee) voor een straffe koffie en wat historische informatie, dan naar de Pfefferberg en Kulturbrauerei en vervolgens een duik in een reusachtige biomarkt aan de Senefelderplatz op zoek naar kennelijk onvindbare mu-thee, afgerond met een kort bezoek aan het Stilwerk, zowat de grootste verzameling designwinkels ter wereld. Vervolgens langs de Siegessäule om de marathon te bekijken en even te rusten en dan nog een bezoekje aan een nieuwe consumptietempel aan de Leipzigerplatz waar zelfs mensen strompelend op krukken rondsukkelen om toch maar iets te kopen.

Frankfurter Tor Karl Marxallee

Frankfurter Tor Karl-Marx-Allee

shop till you drop Leipziger Platz

shop till you drop

Siegessäule

Siegessäule

 

 

 

 

 

 

Een late hap in het Strandbad Mitte na nog een concert in de Philharmonie, ditmaal door de Junge Deutsche Philharmonie met een gastoptreden van Truls Mörk. Dat ‘jeugdorkest’ kon met gemak tippen aan heel wat orkesten hier in de omtrek, om het voorzichtig uit te drukken.

Eén eerder toevallige verrassing nog bij het terugfietsen: Dussman aan de Friedrichstraße deed me denken aan de Keulse Saturn in vroeger tijden. ‘Die größte Auswahl an Schallplatten in der Welt’ was hun slogan indertijd en dat was ook zo. Dussman heeft net als toen een ongeziene collectie klassieke (en andere) cd’s, boeken à volonté en is bijna dag en nacht open behalve op zondag. Een must-see in Berlin. Hopen maar dat boekenrekkenwinkels nog lang blijven bestaan nu e-readers in volle opmars zijn.

Op zondag terugreizen heeft het voordeel van minder verkeer (maar meer zondagsrijders) en maakt het makkelijk om eens lekker snel te rijden …

De week daarop snorden we ‘s morgens vroeg naar het Zuidstation. De fietsjes meenemen op de trein is geen probleem, ze passen gemakkelijk in het bagagerek aan de ingang van de wagon. Eurostar vraagt wel ze in een hoes te verpakken maar dat is sowieso al een goed idee. Ter info: na het inchecken doorlopen reizigers tegenwoordig dezelfde veiligheidsprocedures als bij een vliegtuigreis. Stresserend en denigrerend, dat wel.

Er zijn toch mensen die niet doorhebben dat een zekere etiquette, ook bij goedkoop treinreizen, op haar plaats is. Zo flankeerden ons twee luidkeels, in een sappig West-Vlaams accent, kwebbelende dames en kwamen we, volle twee uur aan een stuk door, ongewild alles te weten over o.a. hun kwaaltjes, familieperikelen en eetgewoonten. Tot overmaat van ramp begonnen twee reizigers vlak achter ons hoorbaar te snurken. Het is altijd wat.

Londens nieuwe skyline anno 2014

Londens nieuwe skyline anno 2014

Ondanks het geblaas van Boris Johnson, de excentrieke Londense burgemeester, dat fietsen hét vervoermiddel bij uitstek is in zijn stad, zijn er nauwelijks fietspaden te vinden en is fietsen een levensgevaarlijke bedoening. Dat komt ervan wanneer (zo goed als) enkel professionele chauffeurs mogen rijden in het centrum. Het nettoresultaat is dat  taxi’s, bestelwagens en gechauffeerde privé-auto’s met elkaar wedijveren om elke vierkante centimeter asfalt. Alleen de knalrode dubbeldekbussen rijden in een min of meer grote boog rond de eenzame fietster heen. En zelfs daar krijgt de moedige cyclist duidelijke waarschuwingen. Eén lichtpunt: de Londenaars zijn gewend aan vouwfietsjes want de beste maken ze namelijk zelf en zo komt het dat niemand vreemd opkijkt wanneer je je fiets gewoon meepakt in een winkel of restaurant of ze laat opbergen in een vestiaire.

Tip: ga niet fietsen in Londen tenzij u een getraind wielrenner bent en dan nog.

Bankside zicht over de Thames

Bankside zicht over de Thames

Blackfriars brug 50 m fietspad

Blackfriars brug 50 m  fietspad

waarschuwing voor fietsers achteraan op bus

waarschuwing voor fietsers

 

 

 

 

 

 

De laatste keer dat we iets substantieel zagen van Kasimir Malevich was bijna 20 jaar geleden in het Ludwig in Keulen. Tate Modern haalde haar mosterd uit een samenwerking met het Stedelijk Amsterdam. Centraal staat het iconische zwarte vierkant, precies een gat waarin de hele schilderkunst verdwijnt, en de schok die het schilderij 100 jaar geleden veroorzaakte, is nog niet weggeëbd zelfs voor hedendaagse kunstliefhebbers die toch wat gewoon zijn. De opstelling in Tate met vlak erlangs de reconstructie van ‘De Laatste Tentoonstelling van Futuristische Schilderkunst 0.10’ (nul-tien Petrograd 1915-16) met de originele kunstwerken van toen, is bij momenten fascinerend. Hogelijk interessant – en nieuw voor mij – is het gedeelte over Malevich als leraar, schrijver en architect in Leningrad en Vitebsk. [Het gaat hem daar niet echt goed, zijn hand geraakt verlamd en hij komt bijna om van de honger]. Zijn didactische modellen zijn ronduit fantastisch en tonen interacties tussen vorm, kleur, textuur (Faktura), materiaal en techniek en zelfs de omzetting van kleur vanuit beweging en geluid [Umwandlung der Farbe von dem Laute].

Tip: om de schilderijen van Malevich goed te zien, moet je er een beetje vanaf gaan staan, bijvoorbeeld Lady at the Advertising Column:

Malevich Lady at the Advertising Column 1914

Lady at the Advertising Column 1914

Een kort bezoek aan Foyles stelde ons weer enigszins gerust. Papieren boeken overleven voorlopig, weliswaar in gereduceerde boekhandels en Foyles is daar geen uitzondering op. In de jaren 70 was het een labyrint met ontelbare hoekjes en kantjes vol boeken, nu is het eerder een ruim verlichte ‘showroom’ met bestsellers.

boekhandel Foyles anno 2014

boekhandel Foyles anno 2014

‘Modern reizen’ Parma en Parijs

kaas van 33 maanden oud

Parmakaas > 33 maanden oud

Cultuur- en budgetreizigers, plantrekkers en individualisten, techneuten en cyberfreaks kunnen tegenwoordig op een heel andere manier reizen dan pakweg dertig jaar geleden. Het internet is alom tegenwoordig, vliegtuig- en treintickets zijn voor iedereen betaalbaar en zowat alle Europese steden zijn zonder hindernissen met elkaar verbonden met brede en goed onderhouden autostrades of hoge snelheidstreinen. Een combinatie van al die infrastructuur en eigen hi-techmateriaal (zie onderaan bij ‘benodigdheden’) maken een nieuwe manier van reizen mogelijk. Twee voorbeelden: Parma (hesp, kaas en opera) en Parijs (musea, fotografie, bibliotheken en kerkhoven).

De laatste keer dat we in Italië waren, was het voor een ballonvaart over de ‘creti’ in Toscane om de vijftigste verjaardag te vieren van mijn SA (Significante Andere). De Italianen waren toen nog hun gewone zelve: luidruchtig, arrogant en altijd bereid om te sjoemelen om maar te zwijgen van hun moorddadig rijgedrag. Nu ja, een zeker dedain voor de rest van de wereld mag wel, tenslotte hebben ze de Renaissance en de pasta uitgevonden.

Toch lijkt het erop dat de financiële crisis zowat de helft van de bevolking anders heeft doen denken. Vriendelijke obers, behulpzame museumsuppoosten, automobilisten die voorrang geven aan fietsers wisselen elkaar nu af met norse verkopers, een kaartjesknipper die prompt vijf euro ‘boete’ in zijn zak steekt en frenetieke meth-heads die met verschrikkelijk luide ‘muziek’ rustig zitten op een pleintje onmogelijk maken. Het is altijd wat.

Parma ligt op 11 uur rijden van hier volgens de GPS maar het duurde tot halverwege de terugreis eer het ons daagde dat de berekende route helemaal fout was. Tip voor routeplanning: gebruik een routeprogramma op een PC en noteer de route op een blad papier! Google Earth of Maps (OSX) stellen verschillende routes voor terwijl een GPS in de auto er maar één kent en volgt. Nu in zowat elke auto de GPS (en niet de SA) het voor het zeggen heeft, volgt een horde toeristen dezelfde weg. Naar Noord-Italië rijden is het mooist en snelst via Metz, Nancy, Basel, Luzern en Milaan en niet via Saarbrücken of Straatsburg zoals elke GPS aanwijst.

toegang parking Parma

toegang parking Parma

Parma is een overzichtelijk stadje doormidden gesneden door een rivier met langs de rechteroever het station, de opera, markt en winkelstraten, scholen en musea. Aan de andere kant een mooi open park, plaatselijke winkels en verderop buitenwijken en het kerkhof.

Romeo e Jullietta is een door Ibis gerund automatisch hotel. Tip: boek rechtstreeks bij de receptie via telefoon of e-mail want hotels tellen steevast hun commissie voor booking.com erbij. Parma heeft betaalbare restaurants op overschot: de Trattoria del Tribunale en de Gallo d’Oro scoorden het hoogst. De beste restaurants zitten als naar gewoonte verstopt in de zijstraatjes van de voornaamste toeristische ader. Een GPS maakt het zoeken in de soms goed verborgen steegjes een pak gemakkelijker.

parmaoperabinnen

Parma opera

De opera van Parma is een heerlijk klassieke bonbondoos en draait even klassieke uitvoeringen naar buiten. Het is makkelijk nog een plaatsje te vinden op de avond van de vertoning. Het publiek is veeleisend en meer dan één doekje voor een deftige uitvoering zit er niet in. Doe wel uw schoon kostuum aan.

De Pontormo en Rosso Fiorentino tentoonstelling in Firenze is de verplaatsing vanuit Parma waard. Het Palazzo Strozzi bouwde een overzichtelijke, niet te grote collectie met adembenemend werk van de twee maniëristen op. Niet in woorden te beschrijven, ook niet via de audio-guide die eigenlijk niet veel meer vertelt dan wat er op de bordjes naast de werken staat. Een paar highlights: ‘The Marriage of the Virgin’ (Rosso, 1523) met een piepjonge Jozef, muzikanten, afgewezen minnaars en geheimzinnige, naakte figuren en ‘The Death of Cleopatra’ (Rosso, 1525-27). En dan is er nog het meer dan twee meter hoge ‘Visitation’ van Pontormo (1528-9), het pronkstuk van de tentoonstelling. Zelf nam ik mijn virtuele hoed af bij twee eerste drukken van Vasari’s ‘Vite’, mooi opengeslagen op de levensbeschrijvingen van de twee kunstenaars met een opvallend zorgelijk kijkende Pontormo. Tapijten en schetsen maken de zaak volledig. Tip: koop de catalogus online, dat is goedkoper en bespaart Schlepperei.

Firenze zelf is te mijden, zelfs in het laagseizoen is het een overdrukke stad, oude-stijl Italiaans en bijwijlen gevaarlijk op de smalle trottoirs.

Een laatste ontbijt in Feltrinelli’s boekhandel (Strada Farini) en een kort maar zeer ontspannend bezoek aan de Orto Botanico om de hoek van de Romeo e Jullietta, maakte ons bezoekje helemaal af.

Benodigdheden (niet in volgorde):
– auto, vliegtuig of trein
– vouwfietsje voor ultrasnelle verplaatsing
– GPS voor voetgangers/fietsers
– een fietsvriendelijke stad
– internettoegang ter plekke

Volgende keer: Paris, Antwerpen en Amsterdam met blogs over diverse fotografietentoonstellingen (Henri Cartier-Bresson, Martin Parr, Broomberg & Chanarin, Jeff Wall)

Il barbiere di Siviglia: Rossini par excellence

Lang geleden dat we zo gelachen hebben! Rossini’s ‘Il Barbiere di Siviglia‘ (1816) is alom bekend en daarom kijken rechtgeaarde operaliefhebbers er misschien wat op neer. Zelf twijfelden we even wegens ontieglijk laat op het seizoen en het prachtige weer.

Om het maar meteen duidelijk te maken: probeer een ticket te pakken te krijgen! ‘De Barbier van Sevilla‘ draait nog zeker tot eind 2013 in Aken.

De opera is in scène gezet als een Spaanse ‘Telenovela‘, een soort ‘Thuis’ maar dan eindig (maximum 120 episodes). Het genre is wereldwijd zo populair dat het sociale gebeurtenissen kan veroorzaken door de (soms verborgen) socio-culturele boodschappen in de verhaallijn.

‘Blue key’ toneelknechten, live playback, een zenuwachtige regisseur die omhooggevallen acteurs moet paaien en mislukte opnames pareert, bloopers, geniale vondsten inclusief een adembenemend decor – vooral in de tweede akte – en een perfect gedoseerd koor en orkest, houden de aandacht voortdurend gaande. De grappen duren net lang genoeg om niet te vervelen en spelen zich dikwijls tegelijkertijd af.

Minutenlang applaus van een dolenthousiast publiek en vier keer een open doek. Lachen en (net niet) gieren en brullen – beschaafd en subtiel amusement, dat wel.

Foto’s uit de programmabrochure:

The Berkshire Eagle

Regelmatig ben ik op zoek naar koopjes op het internet. Eén van mijn favoriete plekken is de Berkshire Record Outlet. Ze verkopen eindereeks- en overstockcd’s voor een prikje en wanneer je er niet te veel ineens bestelt, komen ze zonder problemen door de douane. Samen met de lage dollarkoers scheelt dat een aanzienlijke slok op de borrel.

Nu is er iets heel sympathiek aan hun manier van pakjes verzenden. Joseph Eckstein – zo heet de eigenaar – is blijkbaar een milieubewust man want hij gebruikt altijd de plaatselijke krant als bescherming van de cd-doosjes en zo komt het dat ik regelmatig stukken van ‘The Berkshire Eagle’ te lezen krijg.

Het formaat van de krant is uitzonderlijk: 58 op 28 cm. Stel u daarbij een langwerpige, smalle bladspiegel voor met bovenaan een prachtig logo met de arend erop:

The Berkshire Eagle

kop van The Berkshire Eagle - klik voor groter

Niet alleen het uiterlijk is de moeite. De sportsectie, opiniestukken en advertenties bijvoorbeeld tonen duidelijk hoe zelfs een plaatselijke krant universeel en zeer herkenbaar nieuws brengt. Zo ontdekte ik een artikel over een Belgisch chirurg (Pierre Delaere) die op een heel bijzondere manier een mevrouw van een nieuwe luchtpijp voorzag. Maar leest u het sciencefictionachtig verhaal zelf (klik voor leesbaar formaat):

fantastisch verhaal uit The Berkshire Eagle

merkwaardig artikel uit The Berkshire Eagle - heel leesbaar na de klik

Een halsmisdrijf?

Op hoop van zege wandelde ik gisteren toch weer een echte boekhandel binnen. Mijn vroegere collega’s waren zo vriendelijk me een redelijk substantiële boekenbon te overhandigen ter gelegenheid van mijn ‘jubilado’. Alhoewel het boek dat me interesseerde volgens het beeldscherm in de winkel moest liggen, was het nergens te bespeuren en of ik weer maar eens aan de info wilde vragen.

Wel, was me dat een verrassing: waar er een paar weken geleden een stuurse boekennerd zat, bleek de info nu bemand door een breed glimlachende dame die er duidelijk zin in had de zaak met plezier tot een goed einde te brengen. Wat meer was, ze had een décolleté [laag uitgesneden halsopening in dameskleding, volgens de van Dale] die me in opperste verwarring bracht. Nu is dat wel mode volgens mijn significante andere maar om nu in een boekhandel al dat duaal moois op een (bureau)blad te presenteren, ging me net iets te ver. Het deed me aan volgend verhaal denken.

Lang geleden vertelde me eens een sportverslaggeefster dat ze van onder de tribune een voetbalwedstrijd kon volgen zonder zicht op de spelers. Ze had namelijk een onvoorstelbaar fotografisch geheugen waarmee ze de benen kon herkennen van de spelers. Op die manier versloeg ze soms complete wedstrijden. Mutatis mutandis zou zo een slimmigheidje misschien toepasbaar zijn op décolletés ware het niet dat me geen enkele situatie te binnen schiet waar zo een eidetische* borstendatabank haar nut kan bewijzen.

Meer nog, diezelfde avond toen het NOB* aantrad voor een stukje Beethoven en Stravinsky, viel er niet naast te kijken hoe – voornamelijk bij de violistes – de halsuitsnijdingen in verschillende graden van diepte, zorgden voor nodeloze maar niet onplezierige afleiding.

* eidetiek: leer van het vermogen om vroeger waargenomen objecten later weer voor de geest te zien
* Nationaal Orkest van België

Opera in de cinema: tips en weetjes.

De laatste twee jaar doet er zich een min of meer vreemd fenomeen voor in de bioscoopwereld: duizenden enthousiaste liefhebbers laten de gelegenheid niet voorbij gaan om naar geprojecteerde operavoorstellingen in de bioscoopzaal te trekken. Het zijn vooral 50- en 60-plussers die zorgen voor uitverkochte zalen waar ze vol verwachting en met een zekere zin voor exclusiviteit soms meer dan vier uren aandachtig en uiterst gedisciplineerd luisteren en vooral kijken naar populaire opera’s rechtstreeks uitgezonden vanuit het Metropolitan Opera House in New York. Het zijn geen bezoekers van de gewone, ‘echte’ opera maar nieuwsgierige cultuuradepten die zich op de nieuwe audiovisuele rage storten. De buren, de tandarts en de huisarts, een oud-lief van jaren terug, ze zijn er allemaal om zich samen met leeftijdgenoten te laten onderdompelen in het spektakel.

Als rechtgeaarde operaliefhebber die al meer dan 50 jaar operahuizen in Europa en daarbuiten afschuimt, moest het er eens van komen de ‘simulcast’ – want zo heet de aangewende techniek – te onderzoeken. Al gauw bleek dat een kleine handleiding of tenminste enkele tips de nieuwbakken operaliefhebber van pas zouden komen. Er zijn met name nogal wat verschillen tussen de gewone opera en die in de filmzaal. Ook de cinema-uitbater kan voordeel halen uit een kruisbestuiving tussen de gang van zaken in beide vormen van operabeleving. Het succes ervan is immers niet meer te stuiten en meer en meer aficionados vinden de weg naar de bioscoop.

Het begon allemaal eind 2006 toen Peter Gelb, de grote baas van de Met, het lumineuze idee kreeg de zaterdagnamiddagvertoning van Mozarts ‘Zauberflöte’ via satelliet te ‘streamen’ naar bioscoopzalen in Noord-Amerika, Japan, Groot-Brittannië en verschillende Europese landen waaronder ook België. De grootste bioscoopketen hier te lande was er dus als de kippen bij indertijd. In de jaren daarna kwamen er nog meer dan 700 locaties bij in ondermeer Azië en Australië. In alle landen samen steeg de verkoop van tickets in 2009 naar 1,1 miljoen. De 8 vertoningen verleden jaar trokken zo meer publiek dan het hele seizoen in de Met zelf. Ondertussen is ook de San Francisco Opera op de kar gesprongen en ongetwijfeld zullen andere operahuizen volgen.

Het is dan ook een ‘verleidelijke’ techniek. Meer dan de TV-regie en een snelle internetverbinding zijn er niet nodig. De cinemazalen hebben immers alles al in huis voor de projectie. De accommodatie is super: anatomisch gevormde rugleuningen precies onder de juiste kijkhoek, brede armsteunen en business class beenruimte. Tel daar nog een portie popcorn (enkel knabbelen tijdens luide passages!) en een frisdrank bij en de avond kan niet meer stuk. Bovendien was de bioscoopuitbater zo vriendelijk een glaasje cava (niet meenemen in de zaal!) en broodjes tijdens de pauze te serveren.

De vertoning zelf heeft alle kenmerken van een TV-uitzending: close-ups en veelvuldige beeldwisselingen zorgen voor variatie en verdrijven mogelijk opkomende verveling. Het beeld is van hoge kwaliteit en definitie, zeer detailrijk, vloeiend en zonder de minste storingen. Het geluid is evenzeer superieur, ‘multi-channel’ en gebruikt ‘close miking’ zodat de klank van kortbij lijkt te komen bij close-ups en van verderaf bij bredere beelduitsneden van bijvoorbeeld duetten of koorzangen. Net zoals bij de gewone opera gaat de tekst (het zogenaamde ‘libretto’ in operatermen) mee via ondertitels in het beeld zelf. Bij een ‘echte’ opera staat de tekst boven of langszij het podium. Beneden is daar geen plaats voor omdat daar het orkest in een soort grote bak zit, vergelijkbaar met een zwembad maar dan zonder water.

Tot zover is alles pico bello ware het niet dat er toch enkele verschillen met de gewone opera opvallen. Dikwijls zijn die terug te brengen tot typisch Amerikaanse toestanden: zo was het geluidsniveau duidelijk te hoog en waren er af en toe onderbrekingen met bijzonder oppervlakkige interviews of publiciteit voor diverse sponsors. Ook ontbreekt soms het totaalbeeld van de scène. Aan de te hoge geluidssterkte kan de operator iets doen en de regie in de Met kan af en toe eens een totaalshot lanceren. Hét grote mankement is echter het ontbreken van diepte in het beeld en geluid. Een filmscherm is per definitie plat en luidsprekers staan vast opgesteld. Diepte (3D) is nog niet voor vandaag of morgen alhoewel de industrie al jaren experimenteert met speciale brilletjes (polaroid) en beeldtechnieken (scheiding van onderwerp en achtergrond middels minuscule bewegingen). Wat er ook op stapel moge staan, een operavertoning is niet te kopiëren en maar goed ook.

Toch kan de opera wat leren van de cinemaversie. Het publiek profiteert van ticketprijzen die soms tot 10 keer lager liggen. Een kleine rondgang langs de websites van opera-aanbieders in de ons omringende landen maakt al gauw duidelijk dat de Belgische bioscopen de laagste prijzen hanteren: gemiddeld 18 € versus 30 €. Opera in de cinema is zijn geld dus dubbel en dik waard. Ook is er van het elitair karakter van opera niets te merken in de cinemazaal. Het is een gezellige bende die zich zonder vooroordelen op een beschaafde, luchtig culturele manier amuseert waarna iedereen tevreden huiswaarts keert en alvast uitkijkt naar de volgende vertoning. Zo is opera in de cinema een prima uitbreiding op de gewone opera en binnenkort even vanzelfsprekend als een filmpje meepikken.

4 dagen in Berlijn


klik voor foto's van Berlijn

Het makkelijkst om in Berlijn te raken, is per auto: 7 uur sjezen door de nacht met behulp van een gesofisticeerde GPS, langs ellenlange rijen vrachtwagens met een tussenstop in Marienborn, de voormalige Duits-Duitse grens. De hele grenscontrole-infrastructuur is er bewaard en geeft een voorsmaakje van de veelbewogen geschiedenis van Duitsland.

Een stevig ontbijt in Spandau – ga naar de Barfly in Spandau – en dan verder naar Pension Am weissen See waar Frau Bongardt ons met luid enthousiasme ontvangt. We kunnen vrij kamers kiezen wegens enige gasten. Herr Bongardt verwelkomt ons nog eens uitgebreid met instructies voor vervoer naar de stad en enig gefoeter op de criminaliteit (voornamelijk graffiti en hondenpoep). Hetzelfde verhaaltje van overal …

De tramverbinding loopt vlot en snel en voor we het weten staan we op de Alexanderplatz: een immens plein met de opvallende televisietoren en daartegenover de kantoren van oa. de Berliner Zeitung. Buslijn 100 is de goedkoopste sightseeing bus en rijdt langs de Bebelplatz (opera, univ) over de beroemde Unter den Linden, de Brandenburger Tor en de Siegessäule in de Tiergarten. Buslijn 200 in de omgekeerde richting doet de Philharmonie aan en de Postdamer Platz. De eerste indruk is er een van weidse uitgestrektheid met veel groen, statige lanen geflankeerd door grote bomen, geen echte hoogbouw en – keurig gescheiden – (neo)klassieke en hypermoderne hi-tech architectuur. Alles is even netjes en proper, praktisch georganiseerd; het verkeer is relaxed met voorkómende en voorzichtige autobestuurders. Tegelijkertijd hangt er een afstandelijke sfeer en een zeker onbehagen in de lucht, helemaal anders dan Londen, Parijs of zelfs Moskou.

Rond de Kollwitzplatz in het Prenzlauerberg district wemelt het van de restaurantjes. ‘High pressure’ Lise van de Bangin bedient ons met flair en grapjes. Het eten in Berlijn is niet duur en over het algemeen te doen maar daarover later meer.

‘s Anderendaags brengt berlinonbike.de ons per fiets langs de Muur. De begeleider is een jonge opvoeder die in 1989 13 jaar was en vlak achter de Muur woonde aan de oostkant. We staan dikwijls perplex van hoe het zover kon komen en hoe het mogelijk was de bevolking psychologisch zo te beïnvloeden dat ze het niet aandurfden naar het Westen over te lopen. De Muur begon met een simpele streep witte verf over de straat met twee Russische soldaten erachter en groeide tot een monsterlijke contraptie van 150 km lang met de meest ingewikkelde constructies om mensen te verhinderen naar het Westen te ontsnappen. De Bornholmerstrasse maakt diepe indruk door de banaliteit van de omgeving: nu een verwaarloosd parkeerterrein waarop toen grenswachters auto’s controleerden met op de achtergrond appartementenblokken waar voornamelijk partijgetrouwen woonden. Hier ontstond in november 1989 het eerste ‘gat’ in de muur na de wereldwijd uitgezonden persconferentie waarin Günter Schabowski, een niet zo hoge ambtenaar van het Politburo, aankondigde dat iedereen naar het Westen kon. Ook de familie van onze gids ging een kijkje nemen, weliswaar pas in december omdat ze de zaak niet helemaal vertrouwden.

De fietstocht eindigt – op speciaal verzoek – bij het nieuwe Hauptbahnhof (vroeger Lehrter Bahnhof): een gigantische glazen constructie die de hele buurt domineert. Hier ontstaat een Europese hub om met hogesnelheidstreinen van West naar Oost en omgekeerd te sporen. Achteraf is de koude bietensoep en chocoladecake met vanille een lekkere hap in de Pasternak. Roeskieje food is het beste idee om in Berlijn deftig te eten.

Een korte autorit – quasi geen verkeer in de stad en parkeerplaatsen zat – brengt ons naar de Bebelplatz. Zelf dacht ik een bezoek aan Berlijn te beginnen met een soort pelgrimstocht naar de plaats waar de nazi’s boeken verbrandden. Dat was notabene pal tegenover de rechtsfaculteit. Door een dik matglas in de grond zijn lege bibliotheekrekken zichtbaar die ogenschijnlijk in een mist verdwijnen. De meeste toeristen wandelen er achteloos over maar zelf ben ik erg onder de indruk.

‘s Avonds bemachtigen we twee ticketjes voor de Bigger Bang toer van de Rolling Stones in het Olympiastadion. Dat ziet er aan de buitenkant niet bijzonder groot uit maar eenmaal binnen blijkt het in de diepte te verdwijnen met het podium beneden rechts in de verte. Toch is de hele bedoening goed zichtbaar. Het decor ziet eruit als een Guggenheimachtige appartementenblok met links en rechts glooiende stroken blauw met daartussenin zitplaatsen voor wel 500 ‘claqueurs’ (vroeger waren dat betaalde concertbezoekers die moesten klappen als het stuk wat tegenviel). Daartussenin staat een reusachtig videoscherm waar straks een complete televisieploeg het concert op projecteert. Elke grijns van Keith Richards en de smoelentrekkerij van ‘rubber face’ Jagger is haarscherp zichtbaar.

De Stones vliegen er direct in met ‘Jumpin’ Jack Flash’ en gaan zo door tot en met ‘Satisfaction’, ‘Let’s spend the night together’, ‘Paint it black’ over ‘Angie’, ‘Sympathy for the devil’ (weliswaar zonder de zinsnede ‘Every cop is a criminal’), ‘Honky Tonk Woman’, ‘Brown Sugar’ en meer van hun fraaie best-of-the-best hits. Het kan niet op en het hele stadion veert joelend en klappend recht. Alleen Richards loopt zichtbaar op zijn laatste beentjes, speelt bijwijlen vals en de twee nummers die hij ten beste geeft, klinken meer als kattegejank. Jagger en de anderen redden de show met weer een paar hits en technische hoogstandjes waarbij het podium plots begint te zweven recht door het hilarische publiek. We geraken zonder noemenswaardige vertraging terug Am weissen See.

‘s Anderendaags koopjesdag alhoewel er een flinke hap uit ons budget ging gisteren voor de Stonestickets. De Potzdamerplatz met het Sonycenter en de Ritz-Carlton vlakbij: een opstootje wegens vermeend naar buiten stappen van Mick Jagger. Zelf zijn we even later net te laat om de artiest van kortbij te zien. Een beetje verder bléren luidsprekers op bussen en aanhangwagens van de zoveelse ‘love parade’. Het is de bedoeling dat de toeschouwer die er zin in heeft, achter zo een geval gaat aanlopen. Later op de avond komt iedereen bijeen rond de Siegessaule op de Sterne zo genoemd wegens de vele radiale lanen die erop uitkomen.

Vroeg op de avond proberen we het enige klassiek concert bij te wonen in de buurt maar het blijkt dat het zaaltje van de Humboldt univ te klein is en dat het orkest buiten heeft postgevat. Dat doet ons besluiten in de plaats een hap gaan te eten in de Pasternak alwaar we met onze reisgenoten enige pret maken met het ter plekke uitvinden van Duitse woorden zoals bijvoorbeeld ‘Eindränglich’ om aan te geven hoe van bovenuit door te dringen in een lamsstoofpotje.

Zondag – na een nogal formeel afscheid door Herr Bongardt – geraken we aan de Villa Wannsee waar de nazis indertijd de ‘Endlösung’ uitdokterden. Het is beangstigend hoe het discours van het VB (een extreem rechtse partij hier te lande) overeenkomt met het omfloerste taalgebruik van de nazis. ‘Abgeschoben’ is de uitdrukking, niet uitgemoord of vernietigd maar ‘abgeschoben’.

De tentoonstelling in de villa is uitgebalanceerd, helder en duidelijk zonder geweeklaag of roep om wraak: alleen maar controleerbare cijfers en feiten, goed gedocumenteerd en ter zake op, een uiterst wetenschappelijke geschiedschrijving gebaseerd. De opstelling en presentatie is van dezelfde hoge kwaliteit en stelt de bezoeker in staat zich op relatief korte tijd een goed idee te vormen van de werkwijze en omvang van de volkerenmoord. We komen allemaal nogal stil naar buiten en besluiten de catalogus, die de hele tentoonstelling bevat, aan te schaffen.

Slot ‘Sans Souci’ in Potsdam is de laatste halte. Het doet goed in de klassieke tuinen rond te lopen en zo de ellende in de Villa Wannsee van ons af te schudden.