Hoofdrekenen?

“Zij die nog kunnen hoofdrekenen, gaan de wereld veroveren”, is een gevleugelde uitspraak van een oude – in de zin van ‘vroegere’ – vriend. Indertijd dacht ik dat hoofdrekenen meer iets was voor kruideniers of kleurenwiezers maar zelf komt het snel in gedachten rekenen goed van pas om bij benadering te weten hoeveel eigenlijk iets kost op bijvoorbeeld eBay waar het dikwijls goedkoper is in dollars of ponden en natuurlijk ook bij het eeuwige, vervelende gepingel op reis in verre landen.

Vorige week begon ik toch danig te twijfelen aan het nut van al dat hersengejongleer. Al jaren heb ik veel plezier van een mechanische schuifpasser die zo een 20 jaar geleden rond de 20 € kostte en toen voor heel gesofisticeerd doorging wegens het gebruikte koolstofmateriaal. Met één klap maakt een discountketen hier te lande nu een eind aan het gebruik van een ondertussen lang gekoesterd meetapparaat. Voor minder dan de helft van de aankoopprijs van toen – iemand wil misschien eens uit het hoofd berekenen hoeveel 800 oude Belgische franken van 1990 nu waard zijn – ligt er een digitale schuifpasser op het rek met een vijfmaal hogere nauwkeurigheid en waar het helemaal niet meer nodig is op te turen om vervolgens met enig gokken te achterhalen hoe breed, lang of diep iets zou kunnen zijn.

Toch: een oude Vernier- of schuifpasser heeft een zeker fingerspitzengefühl nodig en dat, samen met het interpreteren van de af te lezen meetgegevens en het precies aanbrengen van de juiste kracht op het te meten voorwerp, maakt dat niet alleen hoofdrekenen maar ook oog-handcoördinatie (zeg maar ‘handigheid’) nog altijd profiteren van een ondertussen verouderde schuifmaat.

schuifpassers van vroeger en nu

schuifpassers van vroeger (1990 Makro) en nu (2012 Aldi)