zomer 2022

tuin 2022Maai mei niet … En zo veranderde onze tuin in een ogenschijnlijke wildernis waarin van alle insecten en bloemen verschenen die we nooit eerder zagen. Maar er was nog meer leven in mei.

Eindelijk weer min of meer normaal buiten.

– 10/5 ELECTRO: Von Kraftwerk bis Techno TT in Kunstpalast Düsseldorf. Het ging over vrede en vrijheid (weet u nog?) link naar optreden een paar maanden na Woodstock

29/5 opera Aachen ‘A Midsummer Night’s Dream / Shakespeare / Peter Pears
Ingewikkelde affaires veroorzaakt door verstoppertje spelen en fout toegediende liefdesdrankjes.

31/5 Labiomista Genk
Labiomista was beter dan verwacht, blog zou moeten volgen maar cultuur is ontploft: veel te doen en moeilijk kiezen …

10/6 Bozar Wiener Nelsons

lopende:

Voor de eerste keer in m’n leven heb ik eens met een fotowedstrijd meegedaan. Ik had er vroeger wel van gehoord maar zag op tegen de moeite en de dikwijls hoge kosten.

Het is een selectie van negen zwart-witfoto’s gescand vanaf de originele negatieven*. De opnames dateren uit de jaren 80 van vorige eeuw en dienden ter illustratie van artikels in ‘De Nieuwsgierige Hasselaar’ [1], één van de vele stadskranten die toen overal te lande verschenen en broodnodige kritiek leverden op het beleid dat rücksichtslos geloofde in ongebreidelde hoogbouw zonder oog voor erfgoed of sociale gevolgen.

Hasselt, circa 1980: woonwagenbewoners, stadsmensen en stadmeubilair.

*Kodak Tri-X 135-36 ontwikkeld op 800 ISO met Agfa Rodinal
[1] http://denieuwsgierige.be

‘High density’ cultuurtrip [muziek/fotografie/architectuur]

ingang naar studentenkamersOp het vierdaags programma: twee superconcerten in Köln en een verblijf in een gerestaureerde studentenkamer in het Bauhaus, Dessau met tussendoor een bezoek aan het Leitz Park in Wetzlar.

Keulen is een van de aangenaamste steden in de omtrek om in rond te lopen. Er heerst daar een soort vrije, open geest en een hartelijke manier van doen tegenover ‘vreemdelingen’ gebaseerd op een niet al te ‘poshe’ rijkdom en gedegen maar dikwijls gedurfde cultuur. Het Belgisches Viertel is daar een mooi voorbeeld van: naar Duitse normen een beetje rommelig maar uiterst gezellig en (bijna) joviaal.

Isabelle Faust (viool) en Kristian Bezuidenhout (piano forte) met Elliot Gardiner en het LSO*, bijten de spits af in de Kölner Philharmonie. Faust moet zowat de hardst werkende violiste van de laatste 20 jaar zijn en Bezuidenhout kan er aan tippen, fel zwoegend aan zijn oude piano. Het LSO produceert een hechte sound waar toch elk instrument goed hoorbaar blijft, ook omdat praktisch iedereen recht staat.

Om al enigszins op weg te raken naar Dessau sjezen we vervolgens door de nacht naar Wetzlar voor een dutje en ontbijt in het gloednieuwe Ernst Leitz Hotel. Leica heeft daar het Leitz-Park aangelegd met een fotomuseum en een gigantische winkel waar een mens zijn portemonnee goed moet dichthouden om niet in armoede te verzeilen: zoveel tentoongesteld fotografisch vakmanschap is uniek in de wereld, evenals de prijs voor al dat moois.

Op naar Dessau alwaar bleek dat we de eerste waren voor een verblijf in gerestaureerde studentenkamers van het Bauhaus**. Het is op zijn minst een vreemde gewaarwording om in UNESCO-werelderfgoed te overnachten. De geest van Kandinsky en Klee – om er maar een paar te noemen – is duidelijk voelbaar en dat boezemt ontzag in. ‘s Anderendaags fluks de fiets op om in één beweging de huizen van de meest beroemde Bauhaus-docenten te bezoeken (de Meisterhäuser) en de architectuur die eruit voortkwam: het Bauhausgebouw zelf, het Kornhaus-restaurant, de Törtensiedlung, het Konsumgebäude en het voormalige Arbeitsamt.  In de Meisterhäuser krijgen we nog een begrijpelijke en hogelijk interessante rondleiding door een cultuurwetenschapster die voor de gelegenheid speciaal uit Berlijn is gekomen. Ze vertelt honderduit anecdotes uit de tijd dat Klee en Feininger via het schoorsteensysteem avondlijke conversaties voerden wat er overigens op duidde dat de huizen bijzonder gehorig waren. De dag eindigt met een bezoek aan de goedgevulde designshop van het Bauhaus en een hap in het Kornhaus  (belabberd eten!). Vervolgens lekker geslapen in het (voorlopig nog) verlaten gebouw en ‘s anderendaags, na een super (en zeer betaalbaar) ontbijt in het Bauhaus-bistro, terug naar Keulen.

Bernard Haitink is een bij muzikanten en publiek graag geziene dirigent. Op een of andere manier straalt hij een warme sympathie uit en of dat nu komt door een volkomen gebrek aan pretentie of zijn minimalistische dirigeerstijl, het orkest draagt hem op handen en speelt de pannen van het dak***. Bijwijlen moest ik aan de Berliner Symphoniker denken, zeker bij de zevende van LvB. Cellist Gautier Capuçon bewijst tijdens het concerto van Schumann dat hij de grootste is, zo vol gevoel en nuance. Bovendien kan ik hem de hand schudden bij een signeersessie achteraf.

* volledig concert in HD in het Barbican, London

** Hier een link naar een documentaire naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van het Bauhaus.

*** Het dak van de Philharmonie is speciaal. Skaters gebruiken het en telkens bij een concert moet een viertal suppoosten er voor zorgen dat ze er niet op kunnen.

 

Köln: frituur in de Hohe Strasse

Leitz Park Wetzlar

Leitz Park Wetzlar

Bauhaus studentenkamer

Bauhaus studentenkamer

Arbeitsamt binnenkant (nu DIV)

Meisterhaus Feininger aan het begin van de Ebertallee, Dessau

Bauhaus ingang hoofdgebouw

Bauhaus ingang studenten en bistro (open tot middernacht)

Haitink en Chamber Orchestra of Europe

Graffiti Köln Ursulaplatz

 

 

de Kielparkblokken – deel 2

Het eerste gedeelte van de Kielparkblokken wandeling ligt rond de Jan de Voslei – de blokken in deel 2 staan tussen de Sint-Bernardsesteenweg en de Emile Vloorstraat. Ondertussen wees de woordvoerder van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) me naar nieuwe wandelwijzers. Absoluut de moeite! Een afdrukbaar stratenplan maakt de hele verkenning wat makkelijker. Doorklikken op de foto’s voor glorieuze HD en hier staat een interactieve kaart.

de Kielparkblokken – deel 1

Na de ontdekking van de Boris Beckerfoto’s, was ik danig onder de indruk van de woonblokken op het Kiel. In het halfduister waren die weliswaar nauwelijks zichtbaar maar enige tijd later had ik de gelegenheid al een gedeelte van het Kielpark te fotograferen. De volgorde is die van de wandeling van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij [pdf]. Alle foto’s bevatten heel precieze gps-coördinaten van mijn standpunt tijdens het fotograferen. Hoge resolutie na een klik op de foto. Dit is deel 1 van de Kielparkblokken, deel 2 is ondertussen ook klaar.

Het nieuwe seizoen is begonnen en hoe!

Dat wil zeggen het nieuwe culturele seizoen. Verleden week stond er een bezoek aan het Zollverein in Essen en de Roy Lichtensteintentoonstelling in het Ludwig (Köln) op het programma. Jaren geleden toen het nog niet zo vanzelfsprekend was naar New York te vliegen, waren er voor 30$ keurige zeefdrukken te koop in het MoMa. Ik herinner me nog dat we onze laatste cent bijeenschraapten om er een paar aan te schaffen. Die hangen nu al bijna 20 jaar tegen de muur en ze zijn nog altijd even aantrekkelijk:

Roy Lichtenstein's Go for baroque

Roy Lichtenstein’s Go for baroque

Roy Lichtenstein's Masterpiece

Roy Lichtenstein’s Masterpiece

Een tip: het Ludwig is op de eerste donderdagavond van de maand open tot tien uur ‘s avonds en de toegang is aan halve prijs, in dit geval 5 €. Lichtenstein’s werk is van een heel begrijpelijke en lichte kwaliteit. Een mens leert er ook nog wat van, mede door het vlot geschreven én gratis boekje dat elk kunstwerk in heldere en duidelijke taal beschrijft.

Maar even terug naar het Zollverein. Dat is een oud mijnterrein dat bijna helemaal opgepoetst, hersteld en open voor het publiek is. Omdat we toevallig de zondag daarvoor c-mine in Winterslag bezochten om Piet Stockmans aan te porren zijn Expression serviesgoed opnieuw te produceren, was de vergelijking gauw gemaakt. Het Zollverein en c-mine zijn gebaseerd op hetzelfde principe: industriëel erfgoed opnieuw aanwenden voor cultuur en educatie. Het Zollverein is een soort c-mine in de n-de macht. We hadden gelukkig vouwfietsjes bij zodat we over hele terrein konden fietsen.

op weg naar het panorama – klik voor grotere afbeelding

klik voor groter beeld

4 dagen in Berlijn


klik voor foto's van Berlijn

Het makkelijkst om in Berlijn te raken, is per auto: 7 uur sjezen door de nacht met behulp van een gesofisticeerde GPS, langs ellenlange rijen vrachtwagens met een tussenstop in Marienborn, de voormalige Duits-Duitse grens. De hele grenscontrole-infrastructuur is er bewaard en geeft een voorsmaakje van de veelbewogen geschiedenis van Duitsland.

Een stevig ontbijt in Spandau – ga naar de Barfly in Spandau – en dan verder naar Pension Am weissen See waar Frau Bongardt ons met luid enthousiasme ontvangt. We kunnen vrij kamers kiezen wegens enige gasten. Herr Bongardt verwelkomt ons nog eens uitgebreid met instructies voor vervoer naar de stad en enig gefoeter op de criminaliteit (voornamelijk graffiti en hondenpoep). Hetzelfde verhaaltje van overal …

De tramverbinding loopt vlot en snel en voor we het weten staan we op de Alexanderplatz: een immens plein met de opvallende televisietoren en daartegenover de kantoren van oa. de Berliner Zeitung. Buslijn 100 is de goedkoopste sightseeing bus en rijdt langs de Bebelplatz (opera, univ) over de beroemde Unter den Linden, de Brandenburger Tor en de Siegessäule in de Tiergarten. Buslijn 200 in de omgekeerde richting doet de Philharmonie aan en de Postdamer Platz. De eerste indruk is er een van weidse uitgestrektheid met veel groen, statige lanen geflankeerd door grote bomen, geen echte hoogbouw en – keurig gescheiden – (neo)klassieke en hypermoderne hi-tech architectuur. Alles is even netjes en proper, praktisch georganiseerd; het verkeer is relaxed met voorkómende en voorzichtige autobestuurders. Tegelijkertijd hangt er een afstandelijke sfeer en een zeker onbehagen in de lucht, helemaal anders dan Londen, Parijs of zelfs Moskou.

Rond de Kollwitzplatz in het Prenzlauerberg district wemelt het van de restaurantjes. ‘High pressure’ Lise van de Bangin bedient ons met flair en grapjes. Het eten in Berlijn is niet duur en over het algemeen te doen maar daarover later meer.

‘s Anderendaags brengt berlinonbike.de ons per fiets langs de Muur. De begeleider is een jonge opvoeder die in 1989 13 jaar was en vlak achter de Muur woonde aan de oostkant. We staan dikwijls perplex van hoe het zover kon komen en hoe het mogelijk was de bevolking psychologisch zo te beïnvloeden dat ze het niet aandurfden naar het Westen over te lopen. De Muur begon met een simpele streep witte verf over de straat met twee Russische soldaten erachter en groeide tot een monsterlijke contraptie van 150 km lang met de meest ingewikkelde constructies om mensen te verhinderen naar het Westen te ontsnappen. De Bornholmerstrasse maakt diepe indruk door de banaliteit van de omgeving: nu een verwaarloosd parkeerterrein waarop toen grenswachters auto’s controleerden met op de achtergrond appartementenblokken waar voornamelijk partijgetrouwen woonden. Hier ontstond in november 1989 het eerste ‘gat’ in de muur na de wereldwijd uitgezonden persconferentie waarin Günter Schabowski, een niet zo hoge ambtenaar van het Politburo, aankondigde dat iedereen naar het Westen kon. Ook de familie van onze gids ging een kijkje nemen, weliswaar pas in december omdat ze de zaak niet helemaal vertrouwden.

De fietstocht eindigt – op speciaal verzoek – bij het nieuwe Hauptbahnhof (vroeger Lehrter Bahnhof): een gigantische glazen constructie die de hele buurt domineert. Hier ontstaat een Europese hub om met hogesnelheidstreinen van West naar Oost en omgekeerd te sporen. Achteraf is de koude bietensoep en chocoladecake met vanille een lekkere hap in de Pasternak. Roeskieje food is het beste idee om in Berlijn deftig te eten.

Een korte autorit – quasi geen verkeer in de stad en parkeerplaatsen zat – brengt ons naar de Bebelplatz. Zelf dacht ik een bezoek aan Berlijn te beginnen met een soort pelgrimstocht naar de plaats waar de nazi’s boeken verbrandden. Dat was notabene pal tegenover de rechtsfaculteit. Door een dik matglas in de grond zijn lege bibliotheekrekken zichtbaar die ogenschijnlijk in een mist verdwijnen. De meeste toeristen wandelen er achteloos over maar zelf ben ik erg onder de indruk.

‘s Avonds bemachtigen we twee ticketjes voor de Bigger Bang toer van de Rolling Stones in het Olympiastadion. Dat ziet er aan de buitenkant niet bijzonder groot uit maar eenmaal binnen blijkt het in de diepte te verdwijnen met het podium beneden rechts in de verte. Toch is de hele bedoening goed zichtbaar. Het decor ziet eruit als een Guggenheimachtige appartementenblok met links en rechts glooiende stroken blauw met daartussenin zitplaatsen voor wel 500 ‘claqueurs’ (vroeger waren dat betaalde concertbezoekers die moesten klappen als het stuk wat tegenviel). Daartussenin staat een reusachtig videoscherm waar straks een complete televisieploeg het concert op projecteert. Elke grijns van Keith Richards en de smoelentrekkerij van ‘rubber face’ Jagger is haarscherp zichtbaar.

De Stones vliegen er direct in met ‘Jumpin’ Jack Flash’ en gaan zo door tot en met ‘Satisfaction’, ‘Let’s spend the night together’, ‘Paint it black’ over ‘Angie’, ‘Sympathy for the devil’ (weliswaar zonder de zinsnede ‘Every cop is a criminal’), ‘Honky Tonk Woman’, ‘Brown Sugar’ en meer van hun fraaie best-of-the-best hits. Het kan niet op en het hele stadion veert joelend en klappend recht. Alleen Richards loopt zichtbaar op zijn laatste beentjes, speelt bijwijlen vals en de twee nummers die hij ten beste geeft, klinken meer als kattegejank. Jagger en de anderen redden de show met weer een paar hits en technische hoogstandjes waarbij het podium plots begint te zweven recht door het hilarische publiek. We geraken zonder noemenswaardige vertraging terug Am weissen See.

‘s Anderendaags koopjesdag alhoewel er een flinke hap uit ons budget ging gisteren voor de Stonestickets. De Potzdamerplatz met het Sonycenter en de Ritz-Carlton vlakbij: een opstootje wegens vermeend naar buiten stappen van Mick Jagger. Zelf zijn we even later net te laat om de artiest van kortbij te zien. Een beetje verder bléren luidsprekers op bussen en aanhangwagens van de zoveelse ‘love parade’. Het is de bedoeling dat de toeschouwer die er zin in heeft, achter zo een geval gaat aanlopen. Later op de avond komt iedereen bijeen rond de Siegessaule op de Sterne zo genoemd wegens de vele radiale lanen die erop uitkomen.

Vroeg op de avond proberen we het enige klassiek concert bij te wonen in de buurt maar het blijkt dat het zaaltje van de Humboldt univ te klein is en dat het orkest buiten heeft postgevat. Dat doet ons besluiten in de plaats een hap gaan te eten in de Pasternak alwaar we met onze reisgenoten enige pret maken met het ter plekke uitvinden van Duitse woorden zoals bijvoorbeeld ‘Eindränglich’ om aan te geven hoe van bovenuit door te dringen in een lamsstoofpotje.

Zondag – na een nogal formeel afscheid door Herr Bongardt – geraken we aan de Villa Wannsee waar de nazis indertijd de ‘Endlösung’ uitdokterden. Het is beangstigend hoe het discours van het VB (een extreem rechtse partij hier te lande) overeenkomt met het omfloerste taalgebruik van de nazis. ‘Abgeschoben’ is de uitdrukking, niet uitgemoord of vernietigd maar ‘abgeschoben’.

De tentoonstelling in de villa is uitgebalanceerd, helder en duidelijk zonder geweeklaag of roep om wraak: alleen maar controleerbare cijfers en feiten, goed gedocumenteerd en ter zake op, een uiterst wetenschappelijke geschiedschrijving gebaseerd. De opstelling en presentatie is van dezelfde hoge kwaliteit en stelt de bezoeker in staat zich op relatief korte tijd een goed idee te vormen van de werkwijze en omvang van de volkerenmoord. We komen allemaal nogal stil naar buiten en besluiten de catalogus, die de hele tentoonstelling bevat, aan te schaffen.

Slot ‘Sans Souci’ in Potsdam is de laatste halte. Het doet goed in de klassieke tuinen rond te lopen en zo de ellende in de Villa Wannsee van ons af te schudden.