van geesten in een grot

Vroeger, toen er nog wat leuks gebeurde, was het makkelijk een fait divers of andere merkwaardige toestand te vinden om er een blogje van te maken met een paar welgemikte foto’s erbij om het leven wat op te fleuren of simpelweg bij te houden wat een mens zoal kan meemaken. Nu lijkt het tijd om eens iets ongrijpbaars proberen te beschrijven en er nut uit te halen, dacht ik zo.

Er zitten geesten in mijn grot en nog geen klein beetje. Laatst kreeg ik een berichtje van een vriendin via één van de vele chatkanalen met de vraag of ik het niet meer zag zitten om het gesprekje verder te zetten terwijl de idee om het contact te verbreken niet eens in m’n hoofd was opgekomen. Omgekeerd leken mensen in het niets te verdwijnen omdat de conversatie om onduidelijke redenen langzaam uitpieterde.

Het fenomeen heet ‘ghosting’* en mijn antwoord erop is altijd hetzelfde: de wetenschap dat communicatie mogelijk is, is al voldoende. Het eigenlijk contact via chat of in het echt is dan een welgekomen en – zo blijkt nu – noodzakelijke bonus.

Dus, als een draadje plots stopt of een e-mailconversatie in het niets schijnt te eindigen, betekent dat helemaal niet dat dees of gene vriend/kennis u niet meer ziet zitten, zij/hij zit in haar/zijn grot en doet moeite eruit te komen, omgekeerd geldt hetzelfde.

En nog in verband met geesten: Jacques Derrida legt het uit in een gesprek met een geest [1] naar aanleiding van een bezoek aan de opera ‘Il Trionfo del Tempo e del Disinganno’ van G.F. Händel [2]. Een ander treffend voorbeeld is de NFT van de iconische Gucci geest waarvan het eigendomsrecht voor onwaarschijnlijk veel geld van de hand ging maar het nog altijd mogelijk is een kopie te kopen aan een minimumprijs van $ 8000,-. Voor iemand die het wil proberen, is het goed te weten dat de maximum betaalde aankoopsom $ 180.000,- was [3].

[1] magnifiek interview met een geest en meer van Derrida: Cinema and Its Ghosts: An Interview with Jacques Derrida [pdf opent in een nieuw venster]
[2] uitstekende opname: Händel: Il trionfo del Tempo e del Disinganno / Dessay, Natalie / Ann Hallenberg et al. / Emmanuelle Haïm: Le Concert d’Astrée [link naar Prestomusic – geen eigen belang]
[3] uit een oplage van 45 van de geest van Trevor Andrew aka Gucci Ghost (b. 1979; Nova Scotia, Canada) zijn er nog enkele te koop.

* op het internet is ‘ghosting’ het modern equivalent van iemand negeren, links laten liggen, ‘stomlopen’.

Toegepast modern reizen: een fietstochtje rond Antwerpen

In de reeks ‘Modern reizen’.

Préambule: laatst – in de opera van Lyon – voerden ze ‘La Juive’ van Jacques Frommental Halévy op en naar gewoonte probeerde ik achteraf een goede opname van het stuk te bemachtigen. In de handel was de CD enkel tweedehands verkrijgbaar en dan nog tegen een exorbitant hoge prijs. Uiteindelijk bleek de bib van het conservatorium in deSingel een uitstekende Philips-opname uit 1989 te hebben.

Eenmaal ‘backstage’ verdwaald in het volstrekt lege gebouw van deSingel, pikte een inspiciënt me op om me vijf verdiepingen hoger in een bijzonder ongezellige en donkere bib af te zetten. Onder het lage plafond staat het daar voornamelijk vol met partituren en werken over muziek (duh!) maar ze presenteert ook een reeks CD’s waaruit – juist ja – precies de opname van ‘La Juive’ verdwenen bleek te zijn. Een bezorgde bibliothecaresse belde stad en land af maar de CD bleef spoorloos. Niet getreurd, de openbare bib van Merksem had er nog eentje.

Fast forward: mijn significante andere trok een dagje naar zee en zo liet ik mij – drie weken later – aan de Stenenbrug in Borgerhout droppen om vandaar naar Merksem te fietsen want zo een CD moet ook terug natuurlijk. Ik was wat te vroeg en dacht rustig een koffietje te nuttigen in een koffiebar vlakbij.

Enigszins bleek rond de neus, moest ik echter in allerijl mijn heil zoeken in een beschamende vlucht. Midden in dat koffiehuis stond daar – onder gegeneerd gemompel van het aanwezige publiek – een manspersoon luidkeels te orakelen over een zekere adolf die toch maar brute pech had gehad in zijn omgang met een grote bevolkingsgroep – desondanks had die besnorde bandiet volgens de muileman een paar briljante ideeën gelanceerd die ook in deze tijd van pas zouden kunnen komen.

Degoutant, zo een openlijk racisme – dat zeker – en vermits ik fysiek helemaal niet opgewassen was tegen een gespierde (en kennelijk allochtone!) bouwvakker, ging ik – weliswaar na een paar, helaas onopgemerkte, ‘stinkeyes’ – gedeprimeerd buiten wachten. In de bib hielp een zwarte mevrouw me met een ‘smile’ van-hier-tot-ginder vlotjes verder. Er is nog hoop, alhoewel.

Dat alle wegen naar Berchem leiden, is me al meer dan 40 jaar duidelijk. Vooral het gebied rond de Koninklijkelaan heeft een bijzondere aantrekkingskracht, althans voor mij – ik heb er mijn significante andere ontmoet en veel avonturen beleefd tijdens Jazz Middelheim (in de jaren 70-80 nog een kleinschalige bedoening maar wel met de grootste jazzmuzikanten ter wereld). Het zoekendhert op nummer 43 bewijst Berchems culturele uitstraling opnieuw. Bovendien heeft de nieuwe lichte treinverbinding naar Boechout daar een halte en zo geraakte ik in een wip op het platteland voor een bezoekje aan een oude vriend. Ik had het vouwfietsje bij en op de terugtocht had ik een fantastisch uitzicht met Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen. Foto helemaal hieronder.

En later op de dag: een avondlijke hackersbijeenkomst in Deurne. Sinds een tijdje ben ik in het kader van een meer sociaal leven aangesloten bij een enthousiaste bende hackers in Spalbeek, een ‘voorstad’ van Hasselt. Dit keer was het groepje afgezakt naar Deurne en wel naar het walking robot lab. Wat ze daar niet allemaal ineensteken! Overal te lande zitten briljante meisjes en jongens bij elkaar met grootse plannen en alhoewel ik moet toegeven dat het niet altijd even gemakkelijk is om als ‘oude knakker’ vlotjes te sporen met enkele generaties verder, hebben al die ‘tinkerers’, ‘geeks’, ingenieurs enz. duidelijk een open blik op de toekomst en zijn ze helemaal niet zo pessimistisch als sommige kranten (of politieke partijen) laten uitschijnen. Ook had ik het genoegen wat te ‘stichelen’ met Anthony Liekens, dé goeroe hier te lande wanneer het op IoT (Internet of Things) aankomt of, zoals dat heel vroeger heette: Jongens en Wetenschap.

Even terug naar de foto van Sneeuwwitje hieronder. Toevallig had de weekendeditie van de Standaard een middenpagina vol foto’s van Herman Van den Boom, een fotograaf die in illo tempore wel eens mijn pad kruiste. Ik meende een verband te zien maar de foto’s van Van den Boom zijn al te gemakkelijk en Kotzans tekst beschrijft precies iets anders dan de foto’s. Lees maar, er staat niet wat er staat. En architectuur van de intimiteit? Een stoel/barkruk is misschien aartsmoeilijk om te ontwerpen maar blijft toch min of meer een gebruiksvoorwerp. En nog: naar mijn idee is het weinige ‘positieve’ dat je van prostitutie kan zeggen dat het een zekere therapeutische waarde heeft maar meer ook niet. Wat een mens al kan meemaken door modern te reizen.

Modern reizen: Boechout Provinciesteenweg

Modern reizen: Boechout Provinciesteenweg zomer 2016

 

Modern reizen: Herman van den Boom in de Standaard 24-25/7/2016

Herman Van den Boom in de Standaard 24-25/7/2016

‘Modern reizen’ Parma en Parijs

kaas van 33 maanden oud

Parmakaas > 33 maanden oud

Cultuur- en budgetreizigers, plantrekkers en individualisten, techneuten en cyberfreaks kunnen tegenwoordig op een heel andere manier reizen dan pakweg dertig jaar geleden. Het internet is alom tegenwoordig, vliegtuig- en treintickets zijn voor iedereen betaalbaar en zowat alle Europese steden zijn zonder hindernissen met elkaar verbonden met brede en goed onderhouden autostrades of hoge snelheidstreinen. Een combinatie van al die infrastructuur en eigen hi-techmateriaal (zie onderaan bij ‘benodigdheden’) maken een nieuwe manier van reizen mogelijk. Twee voorbeelden: Parma (hesp, kaas en opera) en Parijs (musea, fotografie, bibliotheken en kerkhoven).

De laatste keer dat we in Italië waren, was het voor een ballonvaart over de ‘creti’ in Toscane om de vijftigste verjaardag te vieren van mijn SA (Significante Andere). De Italianen waren toen nog hun gewone zelve: luidruchtig, arrogant en altijd bereid om te sjoemelen om maar te zwijgen van hun moorddadig rijgedrag. Nu ja, een zeker dedain voor de rest van de wereld mag wel, tenslotte hebben ze de Renaissance en de pasta uitgevonden.

Toch lijkt het erop dat de financiële crisis zowat de helft van de bevolking anders heeft doen denken. Vriendelijke obers, behulpzame museumsuppoosten, automobilisten die voorrang geven aan fietsers wisselen elkaar nu af met norse verkopers, een kaartjesknipper die prompt vijf euro ‘boete’ in zijn zak steekt en frenetieke meth-heads die met verschrikkelijk luide ‘muziek’ rustig zitten op een pleintje onmogelijk maken. Het is altijd wat.

Parma ligt op 11 uur rijden van hier volgens de GPS maar het duurde tot halverwege de terugreis eer het ons daagde dat de berekende route helemaal fout was. Tip voor routeplanning: gebruik een routeprogramma op een PC en noteer de route op een blad papier! Google Earth of Maps (OSX) stellen verschillende routes voor terwijl een GPS in de auto er maar één kent en volgt. Nu in zowat elke auto de GPS (en niet de SA) het voor het zeggen heeft, volgt een horde toeristen dezelfde weg. Naar Noord-Italië rijden is het mooist en snelst via Metz, Nancy, Basel, Luzern en Milaan en niet via Saarbrücken of Straatsburg zoals elke GPS aanwijst.

toegang parking Parma

toegang parking Parma

Parma is een overzichtelijk stadje doormidden gesneden door een rivier met langs de rechteroever het station, de opera, markt en winkelstraten, scholen en musea. Aan de andere kant een mooi open park, plaatselijke winkels en verderop buitenwijken en het kerkhof.

Romeo e Jullietta is een door Ibis gerund automatisch hotel. Tip: boek rechtstreeks bij de receptie via telefoon of e-mail want hotels tellen steevast hun commissie voor booking.com erbij. Parma heeft betaalbare restaurants op overschot: de Trattoria del Tribunale en de Gallo d’Oro scoorden het hoogst. De beste restaurants zitten als naar gewoonte verstopt in de zijstraatjes van de voornaamste toeristische ader. Een GPS maakt het zoeken in de soms goed verborgen steegjes een pak gemakkelijker.

parmaoperabinnen

Parma opera

De opera van Parma is een heerlijk klassieke bonbondoos en draait even klassieke uitvoeringen naar buiten. Het is makkelijk nog een plaatsje te vinden op de avond van de vertoning. Het publiek is veeleisend en meer dan één doekje voor een deftige uitvoering zit er niet in. Doe wel uw schoon kostuum aan.

De Pontormo en Rosso Fiorentino tentoonstelling in Firenze is de verplaatsing vanuit Parma waard. Het Palazzo Strozzi bouwde een overzichtelijke, niet te grote collectie met adembenemend werk van de twee maniëristen op. Niet in woorden te beschrijven, ook niet via de audio-guide die eigenlijk niet veel meer vertelt dan wat er op de bordjes naast de werken staat. Een paar highlights: ‘The Marriage of the Virgin’ (Rosso, 1523) met een piepjonge Jozef, muzikanten, afgewezen minnaars en geheimzinnige, naakte figuren en ‘The Death of Cleopatra’ (Rosso, 1525-27). En dan is er nog het meer dan twee meter hoge ‘Visitation’ van Pontormo (1528-9), het pronkstuk van de tentoonstelling. Zelf nam ik mijn virtuele hoed af bij twee eerste drukken van Vasari’s ‘Vite’, mooi opengeslagen op de levensbeschrijvingen van de twee kunstenaars met een opvallend zorgelijk kijkende Pontormo. Tapijten en schetsen maken de zaak volledig. Tip: koop de catalogus online, dat is goedkoper en bespaart Schlepperei.

Firenze zelf is te mijden, zelfs in het laagseizoen is het een overdrukke stad, oude-stijl Italiaans en bijwijlen gevaarlijk op de smalle trottoirs.

Een laatste ontbijt in Feltrinelli’s boekhandel (Strada Farini) en een kort maar zeer ontspannend bezoek aan de Orto Botanico om de hoek van de Romeo e Jullietta, maakte ons bezoekje helemaal af.

Benodigdheden (niet in volgorde):
– auto, vliegtuig of trein
– vouwfietsje voor ultrasnelle verplaatsing
– GPS voor voetgangers/fietsers
– een fietsvriendelijke stad
– internettoegang ter plekke

Volgende keer: Paris, Antwerpen en Amsterdam met blogs over diverse fotografietentoonstellingen (Henri Cartier-Bresson, Martin Parr, Broomberg & Chanarin, Jeff Wall)

To MOOC or not to MOOC?

Verschrikkelijk, hoe een mens op zijn/haar eentje kan gaan zitten en ogenschijnlijk de hele wereld vergeet om helemaal geabsorbeerd te geraken in een virtuele omgeving van ‘expertise’ in zowat gelijk welk onderwerp dat de moeite waard is om te bestuderen. MOOCs doen precies dat.

Vorig jaar (2012) begon het pas goed de pan uit te swingen: cursussen via het internet met duizenden en duizenden deelnemers uit elk continent, meestal vakkundig in elkaar gestoken door Amerikaanse en Europese universiteiten. Geldgebrek, krimpende budgetten, wijzigende organisaties en een alsmaar ruwere buitenwereld maken MOOCs dé gedroomde gelegenheid voor de nieuwsgierig zoekende mens. Het kost niks en er is voor elk wat wils: geschiedenis (een vak dat vroeger in veel scholen op het leerprogramma stond), academisch schrijven (ja hoor, erg leuk), ITC, wiskunde, filosofie enzovoort enzovoort. Het kan niet op. In maart 2013 had Coursera, de meest bedrijvige MOOC-aanbieder, 325 cursussen online.

Afstandsonderwijs kwam ik zo een 30 jaar geleden voor het eerst tegen in de UK via Open University. Ik spoorde toen richting Brussel, naar de British Council, om met de samenstellers te praten. Die verzekerden me dat Engels geen probleem zou zijn, maar het leek me toen toch te moeilijk en zo rolde ik begin jaren 90 in Open Universiteit dat vanuit Heerlen (NL) en Diepenbeek (B) opereerde met uitstekend lesmateriaal en aartsmoeilijke examens. Mijn toenmalige Mac ging zelfs (bijna) de deur uit omdat ik elke avond een paar uur zat te blokken. Prijzig was het wel: geëxtrapoleerd zo een 2 tot 3 € per blokuur maar dat mocht de pret niet drukken. Later bracht die wijsheid dubbel-en-dik op.

Een paar tips voor wie er aan een MOOC begint: laat u niet ontmoedigen door het bedroevend lage peil van de ‘peer reviews’: de grootste hoop studenten haakt na een week al af wegens te moeilijk en de goede studenten – waaronder uzelf natuurlijk – komen na een tijdje automatisch bovendrijven. Voorts, laat discussiegroepen voor wat ze zijn, in de duizenden berichten zitten er hoop-en-al een paar die de moeite zijn. En hou deadlines voor huiswerk bij, het hele spel draait erop. Het tijdsverschil met de US speelt daarbij in het voordeel van Europeanen. Maar vooral: doe mee!

MOOCs will get you through times of no money, better than money will get you through times of no MOOCs. (vrij naar Gilbert Sheltons’s The Fabulous Furry Freak Brothers)

Photokina 2012: veel nieuws en weinig nieuws …

De tweejaarlijkse Photokina-hoogmis van de fotografie was ook dit jaar weer verplichte kost voor heel wat professionele en liefhebbers-fotografen.

Een paar observaties: van het analoge tijdperk blijft nu zo goed als niets over. Agfa is compleet verdwenen en Kodak is gereduceerd tot een paar pathetische standjes met wat pellicule (lichtgevoelige plastieken film op een rolletje) en automatische fotoprinters voor grootwarenhuizen.

In zekere zin houdt de jeugdige overmoed van de lomografen de restanten van de oude fotografiereus nog recht. Het Lomo-fototoestelletje is het enige toestel ter wereld – op een paar verdwaalde Leica’s na – dat nog ouderwetse film gebruikt. Het Lomo-fabriekje dat voor de gelegenheid was ingericht, toont – ontroerend eenvoudig – het gigantisch succes van het simpele en van oorsprong Russische, plastieken dingetje.

Het soort van tegendraadse guerrilla-tactiek van Lomo werkte blijkbaar aanstekelijk op de uitvinders van de Lytro. Die smokkelden zonder veel ruchtbaarheid een 20-tal toestelletjes de Kölnmesse binnen. Ze hadden zich strategisch in een donker hoekje vlakbij de reusachtige standen van Sony opgesteld. Het effect was dat er plots overal geheimzinnige vierkante buisjes verschenen tussen het dominant fotografisch geweld van Sony. De Lytro is een innovatief, relatief goedkoop fototoestelletje dat in staat is – na het nemen van de foto! – vrijelijk het punt te kiezen waar de foto scherp moet zijn.

Buiten de allesoverheersende, koele zakelijkheid van het hele gebeuren, waren er wel een paar kleine accentverschuivingen: er is eindelijk een grotere keuze aan kwaliteitsfotopapier (MOAB, Hahnemühle, Canson, Epson …). Epson is heer-en-meester met afdrukken van fabuleuze grootte én kwaliteit. Er duiken ook meer en meer bedrijven op die afdrukken produceren, ook voor de doordeweekse fotograaf.

De Chinezen waren met minder volk dit jaar maar ze troepten niet meer samen in hun veel te kleine standjes van vroeger. Nu stonden ze met hun vriendelijke lach tussen de Europese standhouders.

Nog een trend: de ‘full frame’ camera’s zijn in volle opmars. Dat betekent dat iedereen die haar of zijn lenzen van vroeger heeft bijgehouden, ze nu eindelijk gaat kunnen gebruiken op het formaat waar ze voor bedoeld zijn: 36×24 mm. Langs de andere kant verschijnen er alsmaar meer piepkleine toestellen met een bijna evenwaardige kwaliteit als DSLR’s. Een mooi voorbeeld is Sony’s RX100 waarmee de foto’s hieronder gemaakt zijn.

Pakjestijd!

Het is een goed idee af en toe eens gaan te kijken wat internetbedrijven zoal bijhouden over hun klanten en zo bleek dat mijn eerste bestelling voor een boek al begin 1997 was. Amazon was in die tijd een experimenteel bedrijf dat zou uitgroeien tot de wereldomvattende internetwinkel van nu.

Het laatste dat ik verleden maand aanschafte, was een nieuw weerstation dat helaas bij aankomst een serieuze bug vertoonde. Enige paniek omdat dit de eerste keer was dat ik gebruik moest maken van hun ‘terugstuurdienst’. Moeilijke procedures, gedoe met de post, gekibbel via e-mail? Niets van dat alles. Amazon heeft klantentevredenheid tot kunst verheven. Het is doodsimpel: aanklikken dat je iets wilt terugsturen, adreslabel afdrukken (al vooraf betaald door Amazon) en het pak naar de post doen binnen een maand na ontvangst van het foute artikel. De clou is dat Amazon niet wacht met het verzenden van een nieuw artikel. Dat doen ze onmiddellijk met de boodschap dat als het kapotte (ongewenste, niet leuke, niet passende …) artikel niet binnen de afgesproken tijd terug is, ze het simpelweg aanrekenen. Je geld terugkrijgen kan evengoed.

Een ander bedrijf waar ik ondertussen zowat al mijn kleren koop, is Sierratradingpost. Het is de grootste, permanente solden ter wereld en de kortingen zijn niet mis. Door de goedkope dollar, lijken de prijzen heel laag maar vadertje Staat roomt er hier de BTW en invoerrechten vanaf. Bovendien is hun vervoermethode wel snel maar niet goedkoop. Wanneer je in het weekend je inkopen doet, staat UPS de vrijdag van dezelfde week voor de deur. Het is ook UPS die je de factuur voor invoerrechten en BTW presenteert. Een gemakkelijke manier van rekenen is het totaalbedrag in US dollars gewoon als € te beschouwen. Ondanks de hoge extra kosten, kun je toch prima koopjes doen. Hun teruggavepolitiek is zo niet nog gemakkelijker dan Amazon: een afgedrukt ‘terugstuurlabel’ zit al in de doos maar ze rekenen wel iets bij voor het vervoer terug.

Toch probeer ik nog bij de plaatselijke handel te kopen maar vriendelijkheid – of op zijn minst enige interesse – voor een klant is soms ver te zoeken. Zo gooide een verkoopster mij verleden week zowat de deur uit nadat ik informeerde naar de mogelijkheid een (vrij dure) thermosfles te bestellen. Dat het om een winkel in huishoudwaren tegenover de Hasseltse kathedraal gaat, wil ik er niet met zoveel woorden bij zeggen. Pakjestijd: stress en onheuse toestanden voor kopers én verkopers. Ik blijf binnen achter mijn Mac.

bevroren Davis Vue weerstation

bevroren Davis Vue weerstation

Gekkenwerk!

Elk jaar tegen september kijken we hier weer uit naar wat het nieuwe muziekseizoen te bieden heeft. De laatste jaren verdeelden we het ongeveer zo: het CCHA (Cultureel Centrum Hasselt) voor symfonie-orkesten wegens kortbij en niet duur en DeSingel (Antwerpen) voor hun uitstekend aanbod aan strijkkwartetten. Occasioneel kwam daar de ‘Bozar’ bij (Brussel) of een opera in het Stadttheater Aachen. Ook op reis kan ik het niet laten de plaatselijke concertzalen te bezoeken.

Dit jaar liep het helemaal anders. De digitale ‘concertzaal’ heeft toegeslagen en hoe! Een ogenschijnlijk goed verstopte ‘feature’ van het televisietoestel hier, heeft de vermelding ‘Berliner Philharmoniker’. Het komt erop neer dat je na aanmelden en betalen via het net een jaarabonnement kan nemen op de concerten van de Berliner inclusief toegang tot de immense archieven. Het bleek meteen een schot in de roos.

Verleden week klonk plots de gong uit de luidsprekers en op het scherm verscheen de (nog) lege zaal van de Philharmonie in Berlijn. Het leek net echt en na wat virtueel geschuifel en gekuch, zat de zaal vol. Zelfs Angela Merkel had een zitje. Sir Simon Rattle dirigeert dit jaar de volledige Mahler en vandaag was de zevende aan de beurt. De symfonie zelf is puur gekkenwerk voor de muzikanten maar Rattle voert zijn orkest aan met handen en voeten én met zijn gezicht: mond halfopen, ogen die donderen en bliksemen en zelfs zijn wenkbrauwen vuren hele secties van het orkest aan.

Magnifiek en ga dat zien. Er zitten ééndagstickets en gratis ‘samples’ op http://www.digitalconcerthall.com/

Philharmonie, Potsdamer Platz, Berlin: architect Hans Scharoun

Philharmonie, Potsdamer Platz, Berlin: architect Hans Scharoun

 

Komkommertijd, ook voor bloggers …

Net toen ik dacht geen deftig onderwerp meer te vinden voor een berichtje op de blog, overkwam me gisteren toch weer een klein maar vermeldenswaardig avontuur. Het gaat om de zoektocht naar een extra lensdop voor mijn nieuwe camera. Een mens zou denken dat er niets simpeler bestaat dan het vinden en daaropvolgend aankopen van een plastieken dekseltje. Niets is minder waar. Komkommertijd!

Vol goede moed trok ik de uit-de-kluiten-gewassen Sonywinkel achter de Boerentoren in Antwerpen binnen. Aan de verkoopbalie stond een nog net niet gepensioneerd koppel een TV aan te kopen. Ongewild kon ik het oeverloos ge-emmer aanhoren van de mevrouw die kennelijk op het hart gedrukt was vooral een toestel te kopen met een USB-aansluiting. Niet gehinderd door enige kennis van zaken, wist ze te melden dat ze geen internet noch PC of enig ander digitaal toestel in huis hadden, maar die USB moest erop zitten. De verkoper putte zich uit in het opsommen van cryptische ‘features’ die hij telkenmale in simpele bewoordingen moest verklaren. Ondertussen vervoegde aan ander, zenuwachtig uitziend heerschap de wachtrij.

Net op het moment dat ik eindelijk aan de beurt was, stak de zenuwpees me ongegeneerd voorbij met een onduidelijk gemompel van ‘ik was hier eerst’. Ik rook nog een leuk verkooppraatje en liet de man grootmoedig passeren. Inderdaad ja, hij liet zich met veel egards een HDMI-kabel aansmeren van net geen 40 EUR. Identiek hetzelfde ding kost op eBay nog geen 6 EUR, verzending inbegrepen. De kabel was wel heel speciaal, wist de verkoper te vertellen. Hij gaf namelijk signalen door in twee richtingen. Ik kon mijn lach nauwelijks bedwingen.

een duur stukje plastic

Mijn eigen lensdop was op voorraad maar helaas – volgens de baliemedewerker – niet te vinden in de rekken. De prijs wist hij wel: 10 EUR. Dit keer redde mijn knalrode broek de situatie. Nu had ik al gemerkt dat ik met die rode broek soms de aandacht trok van onze seksueel gelijkgestemde, mannelijke medemens en zo sprong een uiterst charmante jongeman me ter hulp. Hij vond de dop, goed verstopt onderaan in een kast. Op het etiket stond wel 20 EUR. [Sony verkoopt wellicht de duurste accessoires ter wereld, op Mercedes of Leica na.] Het niemendalletje verhuisde voor verdere behandeling naar de oorspronkelijke bediende.

Eind goed, al goed maar ik had mijn dop nog niet. De administratie die Sony hanteert, zou een voorbeeld kunnen zijn voor elke rechtgeaarde ambtenaar. Na betaling, moest en zou ik mijn naam, adres en telefoonnummer bekendmaken. Ik weigerde eraan te beginnen gezien mijn moeilijk te spellen achternaam en mijn al even ambetant adres. Toch wist de beduusde bediende een factuur in dubbel te produceren die hij samen met het voorwerp in kwestie in een reusachtige draagtas wou stoppen. Eerlijk gezegd, ik heb hem het stukje plastiek uit zijn handen getrokken en door de automatisch openende deuren de vlucht genomen.

een Sony lensdop op een heel andere camera

The Berkshire Eagle

Regelmatig ben ik op zoek naar koopjes op het internet. Eén van mijn favoriete plekken is de Berkshire Record Outlet. Ze verkopen eindereeks- en overstockcd’s voor een prikje en wanneer je er niet te veel ineens bestelt, komen ze zonder problemen door de douane. Samen met de lage dollarkoers scheelt dat een aanzienlijke slok op de borrel.

Nu is er iets heel sympathiek aan hun manier van pakjes verzenden. Joseph Eckstein – zo heet de eigenaar – is blijkbaar een milieubewust man want hij gebruikt altijd de plaatselijke krant als bescherming van de cd-doosjes en zo komt het dat ik regelmatig stukken van ‘The Berkshire Eagle’ te lezen krijg.

Het formaat van de krant is uitzonderlijk: 58 op 28 cm. Stel u daarbij een langwerpige, smalle bladspiegel voor met bovenaan een prachtig logo met de arend erop:

The Berkshire Eagle

kop van The Berkshire Eagle - klik voor groter

Niet alleen het uiterlijk is de moeite. De sportsectie, opiniestukken en advertenties bijvoorbeeld tonen duidelijk hoe zelfs een plaatselijke krant universeel en zeer herkenbaar nieuws brengt. Zo ontdekte ik een artikel over een Belgisch chirurg (Pierre Delaere) die op een heel bijzondere manier een mevrouw van een nieuwe luchtpijp voorzag. Maar leest u het sciencefictionachtig verhaal zelf (klik voor leesbaar formaat):

fantastisch verhaal uit The Berkshire Eagle

merkwaardig artikel uit The Berkshire Eagle - heel leesbaar na de klik

Photokina 2010

Verleden woensdag was het weer zover. Om de twee jaar trekt schrijver dezes naar Keulen om zich daar te vergapen aan wat er staat te gebeuren in fotoland. Telkens weer zijn er nieuwe trends te ontdekken en zo ook nu. Ziehier een drietal opvallende hoofdlijnen:

3D-televisie en stilstaande beelden komen eraan of we dat nu willen of niet. De eerste (en laatste) 3D-film die ik ooit zag, was iets Dracula-achtig in de jaren 70. Ik herinner me nog rood-groene brilletjes en hopen bloederig slachtafval dat ogenschijnlijk richting publiek vloog. Grote hilariteit alom maar succes heeft het nooit gehad.

Veertig jaar later ziet het er helemaal anders uit. De kleuren zijn perfect en de beeldkwaliteit is door de hoge resolutie net zoals in de filmzaal. Het brilletje is er nog altijd maar nu is het een stijlvol attribuut en de kijker vergeet al gauw dat hij/zij het op de neus heeft staan. Hetzelfde geldt voor stilstaande beelden. Of het succes gaat hebben staat of valt met wat er aan inhoud zal verschijnen. Toch is dat niet het voornaamste, de consument kan zich een lens aanschaffen om met de eigen video- of fotocamera films of foto’s te maken in 3D. Even afwachten dus …

Heel wat interessanter was een gigantische stand van CEWE die eindelijk betaalbare fotoboeken aanbiedt in echte fotokwaliteit. Gedaan met rasters, vervelende kleurafwijkingen en fotoboeken die in het midden een ontsierende streep vertonen. De boeken kunnen helemaal vlak liggen en de foto loopt naadloos door over de hele breedte.

Het papier heeft drie oppervlaktestructuren: mat, parel en glanzend (gelamineerd). Mat was het mooist maar parel en glanzend zagen er steviger uit. De software om de boeken te maken, is ook wat eenvoudiger maar het blijft een heel werk om een echt mooi boek samen te stellen. Ik ga er alvast weer aan beginnen …

Nog een opvallende – en lichtelijk verontrustende – trend is CGI (Computer Generated Images). Fotografen zijn niet meer bezig de werkelijkheid te fotograferen en die eventueel te bewerken maar vertrekken nu van een ontwerp van bijvoorbeeld een auto en maken daar een bijzonder realistisch ‘foto’ van die niet te onderscheiden valt van de werkelijkheid. Een fotograaf zonder fototoestel gaat mij wat te ver maar in de publiciteitswereld is deze manier van werken al volop ingeburgerd.

Alles bij elkaar was het weer de moeite: Sony had de grootste ruimte in beslag genomen en is nu definitief één van groten naast Nikon en Canon. De analoge 35mm fotografie is zo goed als verdwenen op de Lomo na (zie foto). De organisatie van Photokina was alweer met ‘deutsche Gründlichkeit’ tot in de puntjes verzorgd en de Chinezen zitten nog altijd te kniezen in de kelder van het immense ‘Messegebaude’.

rond de lomography.com stand - klik op de foto voor een groot beeld