Marrakech: leerlooierijen, een koranschool, de Menaratuin en een artisanaal centrum

Vanmorgen al vroeg uit de veren om naar een grote overdekte markt te gaan hier vlakbij. Het bleek een oninteressante bedoening te zijn en een slimme jongen luisde er ons waarempel bijna in door ons nietsvermoedend naar een winkel te loodsen een beetje verder op. We ontdekten net op tijd de kleine bedriegerij en praatten ons met een smoes eruit. Je krijgt ervaring op de de duur …

Een tot op de draad versleten Peugootje zet ons af aan de Bab (poort) Bedagh en via een soort sluis in de dikke wallen geraken we in wat wel het smerigste gedeelte van Marrakech moet zijn. Vanop het dak van een huis kunnen we de installaties van de leerlooiers bezien: het zijn grote ronde betonnen kuipen waarin een cocktail van soda, water en duivenpoep zorgen voor het zacht maken het leer. De leerlooiers staan er soms tot hun middel in te ploeteren. Je moet geen vakbondsman zijn om de stank, sodadampen en hitte als mensonwaardige werkomstandigheden te bestempelen. We pakken er ons gauw weg richting Medarsa Ben Youssef dat maar een paar honderd meter verder ligt. Het contrast kan niet groter zijn.

De Medarsa Ben Youssef is een gerestaureerde koranschool met in het midden een (alweer) prachtige patio vol rust en kalmte. We zijn namelijk goed vroeg en er zijn nog geen toeristen te bespeuren. Dat verandert wanneer we de studentenkamers bezoeken. Vanuit de eerste verdieping kan ik een druk doende Japanse groep toeristen onbespied gadeslaan: de Canon, Nikon, Fuji (ad libitum) video’s en digicams klikken en zoemen er lustig op los. Zelf ben ik vol bewondering voor een paar gemeubelde studentenkamers: een schapenvacht om op te zitten, een kleine lage lessenaar met een boek erop om te studeren en wat aardewerk voor het huishouden, is alles wat de – van boerenafkomst – student nodig heeft. Het kamertje erlangs heeft koperen huishoudgerief, een geweven tapijt en echte meubeltjes en is overduidelijk bedoeld voor de zonen van de sultan.

Een eindje verder stappen we het boekhandeltje van het Musée de Marrakech binnen om er een paar kaartjes te kopen voor het thuisfront. Onder het genot van een muntthee en in het gezelschap van de medereizigers van gisteren – Marrakech is blijkbaar niet erg groot voor de toeristen – kunnen we het niet laten de zon over ons te laten schijnen. Het is over de 30 graden half november.

Helemaal aan de andere kant, in de zuidoosten, liggen de Menara tuinen. Het is de trefplaats van de Marrakechin(e)s en ze flaneren er op de immense verkeersvrije boulevard naar het paviljoen van de sultan. Die had de gewoonte zijn minaressen van één nacht zonder veel omhaal in de aanpalende vijver te dumpen. Nu is er elke avond een meer beschaafd spektakel onder de vorm van een – aan de affiches te zien, ongetwijfeld te mijden – soort ‘son et lumière’.

Na flink afdingen op de prijs van een rit in een ‘calèche’ rusten we wat uit in de sjieke Hivernagebuurt onder het nuttigen van een zeer doenbare pizza in ‘la Bella Pizza’ tegenover het poepsjieke Kempinsky hotel.

Bijna vergeten we de obligate souvenirs en in plaats van nog eens de overdrukke soeks in te trekken, besluiten we inkopen te gaan doen in een artisanale coöperatief met vaste prijzen zonder gezeur en/of discussie over de prijs. Ik vind er een mooie cederhouten fluit, Hilde schaft zich wat zilverwerk aan en Eef, onze dochter 2de kandidatuur rechten, bedenken we met een kunstig bewerkte lederen omslag waar precies een Accocursus in past. Daar krijgen we ongetwijfeld commentaar op.

Ziezo, behoudens uitzonderlijke gebeurtenissen vanavond – alhoewel, wegens doodmoe vroeg naar bed – of morgen overdag tijdens de terugvlucht, zit onze korte maar krachtige trip erop.

Alles bij elkaar is het altijd weer een schok om in Afrika te zijn. De USA, Rusland of zelfs India en China lijken me korterbij dan de Afrikaanse landen. Allicht volgen er nog min of meer filosofische beschouwingen om het hemelsbrede verschil proberen te verklaren tussen die continenten. De lezer(es) weze gewaarschuwd …

quartier des tanneurs    entrance Menara    Medarsa entrance

klik voor foto’s in de galerie

Marrakech: de vallei van de Ourika en het Musée de Marrakech

Gisterenavond vertelden we aan tafel van een tocht die we morgen wilden maken naar de vallei van de Ourika. Een medereizigster, ‘n sympathieke mevrouw uit het Brusselse, was daar enkele jaren geleden geweest en wilde ons graag op weg helpen. Vanmorgen bleek dat ook onze andere tafelgenoten zo een tocht wel zagen zitten. Gauw twee ‘petits taxis’ gecharterd en we waren en route naar het bureau dat tochtjes organiseert van één of meerdere dagen doorheen het zuiden van Marokko.

De vallei van de Ourika opent na een dertigtal kilometer ten zuidoosten van Marrakech. Langs een alsmaar naar omhoog slingerende asfaltweg en een paar stops onder andere bij een berberwoning waar we ongeneerd konden binnenkijken, bereiken we Setti Fatma, een nogal rommelig dorpje langs de Ourika. We charteren een gids want daarzonder is het niet te doen om de klim te wagen langs een zijrivier die zich vol geweld uitstort vanuit het flonkerend besneeuwde Atlasgebergte. In het begin gaat het er redelijk gemakkelijk aan toe maar na een tijdje is de hulp van de gids absoluut nodig om ons de plaatsen te wijzen waarlangs we langs het kolkende water de hoogte in kunnen. Af en toe is het zelfs nodig dat we elkaar omhoog trekken en ondersteunen om niet in de diepte te storten. Ik begin me lichtelijk ongerust te maken. Nergens zijn merktekens te bespeuren, laat staan touwen of andere hulpmiddelen om het evenwicht te bewaren op de soms glibberige rotsen. De gids helpt ons over de moeilijkste stukken terwijl hij als een berggeit omhoog en omlaag schiet langs ons kleine groepje would be bergbeklimmers. De lange klauterpartij eindigt bij een klaterende waterval (de eerste van zeven zoals achteraf zou blijken). Ondertussen hebben we, ondanks de opkomende angst, toch het immense, ruwe landschap kunnen bewonderen: de sleuf, waarin de rivier naar beneden kolkt, is bedekt met reusachtige grijze rotsblokken waar we overheen sukkelen, met langs weerszijden dieprode rotsen waartussen af en toe wilde apen stenen naar beneden gooien.

De gids stelt voor om nog verder te klimmen naar de volgende watervallen maar wegens het reële gevaar om zo een 100 meter naar beneden te vallen bij de minste misstap, zien we daar unaniem vanaf. De tocht naar beneden is zoniet nog meer angstaanjagend maar de gids kent de plaatsen waar we onze voeten kunnen neerzetten en af en toe duwt en trekt hij ons tot we er geraken. Voorwaar een hele belevenis maar we bereiken allemaal heelhuids de vallei.

Lichtelijk uitgeput maar zeer tevreden over de sportieve prestatie, laten we heerlijke tajines aanrukken en rusten even uit om vervolgens de terugtocht naar Marrakech aan te vatten.
Bij de terugkomst is er nog wat tijd over en een petit taxi brengt ons tot in de buurt van het Musée du Marrakech. Dat beslaat ongeveer 2000 vierkante meter waarvan bijna de helft bestaat uit een grootse overdekte patio. Er weerklinkt waarempel klassieke Westerse muziek (de 84ste van Haydn als ik me niet vergis). Tesamen met een reusachtige koperen luster en drie fonteintjes daaronder, straalt het geheel een rust uit die anders onvindbaar zou zijn in het oudste gedeelte van de Medina (de oude stad). Langszij staat veel kunstig beschilderd blauw monochroom en polychroom aardewerk tentoongesteld. De geometrische ornamenten in het glazuur zijn veel simpeler dan wat er in de soeks te zien is maar juist daarom zijn ze in hun eenvoud veel mooier.

Zilverwerk en stof vervolledigen het beeld van de Berberse cultuur. Een beetje apart en heel contrastrijk met de traditionele Berberkunst stelt een Marokkaanse moderne kunstenaar tentoon: Georges-Pascal Ricordeau maakt allerlei abstracte vormen in kleurrijk plastiek van supermarkt draagtasjes. Een en ander kwam ons bekend voor van de vorige editie van Dokumenta in Kassel.

Morgen staat een verkenning van het meest noordelijk en zuidelijk deel van de stad op het programma en gaan we proberen het Mamounia hotel binnen te geraken alhoewel de berichten over onvermurwmbare buitenwippers niet optimistisch klinken. Ook hebben we gehoord dat de koning morgen op bezoek komt en dat heeft nu al gezorgd voor enige opwinding en het uithangen van massa’s vlaggen in de buurt van het koninklijk paleis. Dat belooft.

klik voor foto’s in de galerie

Marrakech: les tombes Saâdiens, het Joodse kerkhof en Baida paleis

Fris uitgeslapen en na een doenbaar ontbijt, is het vandaag de idee het zuiden van Marrakech te verkennen. Een van de hoogtepunten zijn de met mozaïeken versierde graven van de Saâdiens. De graven zelf waren onder puin verdwenen maar zijn terug ontdekt middels aerografische foto’s van de Fransen. We zijn er onder een stralende zon naar toe gewandeld. Na wat zoeken geraakten we via een smalle gang tot bij het complex. Het is de moeite om je ogen de kost te geven aan de fijne, ingewikkelde structuren van de mozaïeken en tegelijkertijd nog wat uitleg te horen in allerlei talen hoe de Saâdiens aan hun einde kwamen en welke sultans en hoge pieten er verder begraven liggen.

Een beetje verderop ligt het koninklijk paleis waar niemand, buiten de koning en zijn gevolg, binnen mag. De omgeving is echter best de moeite waard: parken met veel bloemen, brede lanen met vergulde lantaarnpalen: alles ademt een koninlijke sfeer uit.

Iets meer noordelijk in de richting van het Badia-paleis, ligt achter hoge witte muren het Joodse kerkhof verscholen. Een wijds glooiend landschap van spierwitte driehoekige graven, de meeste zonder inscripties en allemaal zonder enig ornament, maakten diepe indruk. De stilte en het majestueus zicht op het besneeuwde Atlasgebergte in de verte, maakt dit tot het meest indrukwekkende hoogtepunt van ons bezoek hier.

Een kleine tocht door de nauwe straatjes van de Kasbah deed ons uitkomen op een paar mooi aangelegde pleintjes ommuurd met hoge wallen waarop een tiental nesten met ooievaars. Voorwaar een wonderlijk zicht waar we een tijdje van genoten hebben in de felle nademiddagzon.

Alles komt weer samen op de Jemâa El Fna waar we na het boeken van een uitstap morgen en een korte taxirit terug een beetje verlate siësta zijn gaan houden.

klik voor foto’s in de galerie

Marrakech: Jemâa El Fna: een heksenketel van belang

Om het verhaal van gisterenavond te vervolledigen: na een kort maar krachtig dutje en een oninteressant avondmaal, konden we niet anders dan, wat in alle gidsen als het meeste merkwaardige van Marrakech staat beschreven, te bezoeken, met name de markt van Jemâa El Fna. De beschrijvingen liegen er niet om: het grootste ‘fast food’ evenement ter wereld, belangrijkste bron van inkomsten van de meeste zakkenrollers en kleine oplichters of het drukste spektakel in Afrika met toneelspelers, waarzeggers, slangenbezweerders, afgerichte aapjes en vuurspuwers.

De truk is eerst een panoramisch zicht op de zaak te krijgen vanaf een van de vele terrasjes op de daken van de omliggende gebouwen. Van daaruit beschouw je een plein, ongeveer drie, vier voetbalpleinen groot, afgebakend met tentjes met fruit- en notenverkopers met in het midden onafzienbare rijen met lange lage tafels waaraan iedereen zit te smikkelen onder het licht van honderden naakte gloeilampen. Rond dat alles zwermen verkopers van allerlei slag: henna, reukwaren en zeepjes, pijpjes, houten slangen, muziekinstrumenten enzovoort. Het is een heksenketel van jewelste met luide muziek, zangerig geroep en discussies over de prijs van een en ander.

Ten noorden loopt de Jemâa El Fna naadloos over in een kluwen van soeks waar nog meer te koop is: vlees en vis, groenten, noten, kruiden, schoenen, sieraden, houtsnijwerk: het een al mooier dan het ander. Je loopt er gemakkelijk verloren maar het kabaal van het grote plein geeft de richting aan om er uit te geraken.

In de opkomende duisternis charterden we een taxi onder de imposant verlichte toren van de Koutoubia moskee om vervolgens in het hotel prompt in slaap te vallen.

klik voor foto’s in de galerie

Marrakech: arrivées à Marrakech sans problème …

Het was gisterenavond nog een helse bedoening wegens een onverwachte trip in het holst van de nacht naar Urk in Flevoland, zo een 250 kilometer noordwaarts tegen het IJsselmeeer. Jools en ik zijn er een camera gaan afhalen waar hij al wekenlang op aan het wachten was. Gevolg was dat we maar een drietal uurtjes geslapen hebben om tegen 5 uur vanmorgen in Zaventem te belanden.

Indigo travel had het niet echt goed geregeld maar uiteindelijk geraakten we op een vliegtuig van TNT (menselijke cargo?) richting zuiden. De GPS wees een ‘steady’ 995 km/h aan op een hoogte van meer dan 10 km. Over Frankrijk, de Pyreneeen, Spanje, de Middelandse zee en zo recht naar Marrakech. Er was waarempel ook eten aan boord en vriendelijke mensen. Zo ook in Marrakesh Airport, alhoewel de dienstdoende policier me naar ‘votre profession exacte’ vroeg. Ik had namelijk ‘fonctionnaire de l’état’ op de inreispaperassen gezet. ‘Quelque chose comme vous monsieur’ maakte alles duidelijk. De douane wuifden ons door zonder opkijken.

Na enkele mislukte vluchtpogingen om onder het ‘groepsreizen’ uit te komen, konden we ontsnappen en doken we gelijk in de wonderbare tuin van Majorelle, nu overgenomen en prachtig onderhouden door Yves Saint Laurent. Voor eenmaal schiet de beschrijving te kort: de foto’s staan in de galerie. Een bijbehorend museum van Marokkaanse kunstnijverheid blonk uit door de sobere maar treffende keuze van de voorwerpen: naai- en borduurwerk van een hemelse schoonheid, koperen en zilveren drijfwerk van hoge waarde, magnifiek aardenwerk in prachtige heldere kleuren en houtsnijwerk in pijlers, deuren en panelen en tenslotte zilveren sieraden tesamen met kunstig bewerkt leer.

De tuin en het museum alleen zijn een bezoek aan Marrakesh waard. Een uitstekend begin voor ons bezoek aan Marrakech, dat naar meer doet uitkijken.

klik voor foto’s in de galerie

Marrakech – a package at last

Dit is de eerste keer dat we met een ‘all in’ formule met vakantie gaan. Vlucht, hotel en eten in een pakket. Het is wel gemakkelijk, het enige wat je moet doen is bestellen en afrekenen bij een reisbureau.

Volgens de statistieken is Marrakech de enige stad in Marokko waar het toerisme er nog op vooruit gaat. Over het algemeen is er een sterke daling van Amerikaanse en Duitse toeristen sinds 9/11. Marokko heeft meer dan 8 miljoen overnachtingen per jaar waarvan een groot gedeelte in Marrakech alleen. Dat belooft qua drukte …

Ondertussen maak ik me een beetje ongerust over de Ramadan, die is weliswaar morgen gedaan maar er volgt klaarblijkelijk een feest gedurende drie dagen en alles is gesloten dan. We kunnen dus beter meefeesten.

Vandaag ook is Yasser Arafat begraven. Hopelijk vreet dat de stemming niet aan.

klik voor foto’s in de galerie