Omdat we nog een ticketje te goed hadden van vorig jaar voor de opera van Lyon, was het niet moeilijk er weer eens op uit te trekken. Een vlot ritje over de Route du Soleil bracht ons op een goede zeven uren naar Frankrijks tweede grootste stad en een bekende hotelketen bezorgde een onderkomen vlakbij het nieuw ontwikkelde gebied aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône.
Wat bleek? Een paar maanden terug was onze culturele voorman – de zoetgevooisde Kurt Van Eeghem – op de radio aan het vertellen over de brasserie Georges aan het station Perrache en was dat nu niet net achter de hoek! De brasserie is een hypergestroomlijnde bedoening met heerlijk eten in een prachtige art-déco setting. De obers zijn net wat het moet zijn: niet opdringerig, op tijd en bijzonder efficiënt. De stemming is vrolijk en af en toe zelfs uitbundig. Regelmatig dimt het licht en laat de maître d’ een echt draaiorgeltje klinken met de eerste maten van ‘Happy Birthday’. Een ober schiet dan door de reusachtige ruimte met een ‘flikkerke’ op een Sibérienne (of Norvégienne, een specialiteit van het huis als nagerecht) en iedereen begint te applaudisseren.
‘s Anderendaags fluks de fiets op. In Lyon is het zoniet nog beter fietsen dan in Parijs. Brede, afgeschermde fietspaden zorgen voor snelle verbindingen recht door de binnenstad terwijl de zijstraten voorzien zijn van duidelijk gemarkeerde fietsstroken voor een relaxed ritje in alle richtingen door het schiereiland. De Place Bellecour – met het Pavillon du Tourisme – is een groot plein met veel licht en ruimte met verderop het Parc de la Tête d’Or met aan de linkerkant het Musée d’Art Contemporain. Het is goed bereikbaar via een fietspad langs de Rhône-oever.
Op de terugweg eens gaan kijken in het Auditorium. Pianist Trifonov had het wegens ziekte laten afweten en daarom waren er nog prima plaatsen te koop voor de avond zelf. Sjonge, sjonge wat een kapotmakerij is me dat derde pianoconcerto van Rachmaninov. Seong-Jin Cho (21!) speelde het met veel concentratie klaar, geholpen door dirigent Slatkins meelevende orkestbacking van het Orchestre National de Lyon. Een huzarenstuk zonder meer en niet ongevaarlijk voor piepjonge uitvoerders-wonderkinderen.
Tip: een halfuurtje voor de aanvang van een concert lopen er in de foyer steevast mensen rond die hun kaarten voor een prikje wegdoen. Spotgoedkoop maar nadeel is de beperkte plaatskeuze. Nog een tip: het vlakbij gelegen ‘Les halles de Lyon Paul Bocuse’ is een zielloze bedoening enkel voortterend op de naambekendheid van de beroemde kok. Te mijden.
Een wandeling van even ten zuiden van Perrache en zo naar de tip van de ‘confluence’ levert verbluffende architectuur op, het meest nog van het museum helemaal beneden. Het komt zo uit een Star Wars decor met brede gangen, roltrappen en Escher-achtige loopbruggen. Binnenin zitten er tijdelijke en permanente tentoonstellingen, zo uitgekiend dat een bezoek van één à twee uren tot een halve dag of meer gemakkelijk te doen is, afhangend van zelf meedoen met experimenten tot verbaasd staan te gapen naar buitengewoon prachtige exotische kleding of een gigantisch mammoetgeraamte. Voorwaar zijn geld waard (9 €).
Een dikke biefstuk bij Georges en we zijn klaar voor de opera. Het gebouw ziet er aan de buitenkant redelijk klassiek uit maar binnenin is het een experiment dat 20 jaar geleden misschien wel in was maar nu eerder op een pikdonker hol lijkt waar bezoekers voortdurend gevaar lopen in een zwart gat te verdwijnen. Bovendien zijn de ‘zetels’ hard en nauw en wiebelt de postmoderne stalen vloer buiten de eigenlijke zaal. Niet getreurd: zangers, orkest en enscenering zijn prima en ‘La Juive’ gecomponeerd door Jacques Fromental Halévy – een kanjer van meer dan drie uren – blijft boeien, niet alleen door de eigentijdse verwijzingen maar ook door de afwisselende en soms virtuoos gezongen partijen. Het publiek springt terecht recht op het einde.
In de metro terug zijn we de enige oudjes tussen groepjes uitgelaten dronken en blowende feestgangers. Wel grappig en geenszins verontrustend. Moe maar tevreden …
‘s Anderendaags vlotjes op weg naar huis samen met in grote getale terugkerende Belgische skivakantiegangers. Geen nieuws hier behalve dat de ‘péage’ heen-en-terug op 60 € afklokt.