Koop eens een boek …

Al sinds Amazon boeken verkoopt via het internet, komen er hier met de regelmaat van de klok pakjes aan met porties broodnodige literatuur, kwestie de immer aanwezige leeshonger te stillen. Om mijn steentje bij te dragen aan het verslaan van de economische crisis, dacht ik nu eens bij de plaatselijke boekhandel inkopen te doen.

Op de bestsellerlijsten prijkt alom het boek ‘Vrijheid’ van Jonathan Franzen en omdat ik sinds mijn jeugd boeken in hun oorspronkelijke taal ben beginnen lezen wegens goedkoper, vraag ik aan de kassa naar de Engelse uitgave. Hm ja, die had ze wel eens verkocht maar of ik toch maar even naar de info wou gaan. Daar zat een naarstig werkende bediende die me nogal kortaf meldde dat ze ‘dat niet deden’ ondanks hun toch redelijk goed gevuld rek Engelstalig. Verwachtingsvol bleef ik nog even staan. Misschien konden ze het boek bestellen of was het verkrijgbaar in een ander filiaal? Geen antwoord, de man bleef hardnekkig naar zijn beeldscherm staren. Met een vriendelijke groet nam ik de vlucht.

Nu ben ik bereid veel te ondernemen voor een goed boek. Na enig speurwerk, bleek het voorradig in een grote boekhandel in Eindhoven en vermits we dan ook een bezoekje konden brengen aan onze dochter in Den Bosch, trok ik op pad met mijn significante andere. Prachtige boekhandel daar in Eindhoven: enorme voorraad ook Engelstalig. Maar het boek van Franzen was nergens te zien. Bij navraag bleek dat de vermelding ‘op voorraad’ op hun website in dit geval duidde op de exemplaren die bestemd waren voor reserveringen. Ik greep weer naast mijn boek.

Bij onze thuiskomst heb ik onmiddellijk, zoals vanouds, mijn voorraad ingeslagen bij Amazon en nu – nog geen week later – staat de postbode weer voor de deur met een pak boeken die niet alleen goedkoper zijn maar ook altijd op voorraad. Natuurlijk mis ik wel het persoonlijk contact met de boekverkoper maar eerlijk gezegd, onvriendelijkheid en foutieve informatie kan ik missen als tandpijn. En de plaatselijke economie zal er zonder mij ook wel bovenop komen.

Opera in de cinema: tips en weetjes.

De laatste twee jaar doet er zich een min of meer vreemd fenomeen voor in de bioscoopwereld: duizenden enthousiaste liefhebbers laten de gelegenheid niet voorbij gaan om naar geprojecteerde operavoorstellingen in de bioscoopzaal te trekken. Het zijn vooral 50- en 60-plussers die zorgen voor uitverkochte zalen waar ze vol verwachting en met een zekere zin voor exclusiviteit soms meer dan vier uren aandachtig en uiterst gedisciplineerd luisteren en vooral kijken naar populaire opera’s rechtstreeks uitgezonden vanuit het Metropolitan Opera House in New York. Het zijn geen bezoekers van de gewone, ‘echte’ opera maar nieuwsgierige cultuuradepten die zich op de nieuwe audiovisuele rage storten. De buren, de tandarts en de huisarts, een oud-lief van jaren terug, ze zijn er allemaal om zich samen met leeftijdgenoten te laten onderdompelen in het spektakel.

Als rechtgeaarde operaliefhebber die al meer dan 50 jaar operahuizen in Europa en daarbuiten afschuimt, moest het er eens van komen de ‘simulcast’ – want zo heet de aangewende techniek – te onderzoeken. Al gauw bleek dat een kleine handleiding of tenminste enkele tips de nieuwbakken operaliefhebber van pas zouden komen. Er zijn met name nogal wat verschillen tussen de gewone opera en die in de filmzaal. Ook de cinema-uitbater kan voordeel halen uit een kruisbestuiving tussen de gang van zaken in beide vormen van operabeleving. Het succes ervan is immers niet meer te stuiten en meer en meer aficionados vinden de weg naar de bioscoop.

Het begon allemaal eind 2006 toen Peter Gelb, de grote baas van de Met, het lumineuze idee kreeg de zaterdagnamiddagvertoning van Mozarts ‘Zauberflöte’ via satelliet te ‘streamen’ naar bioscoopzalen in Noord-Amerika, Japan, Groot-Brittannië en verschillende Europese landen waaronder ook België. De grootste bioscoopketen hier te lande was er dus als de kippen bij indertijd. In de jaren daarna kwamen er nog meer dan 700 locaties bij in ondermeer Azië en Australië. In alle landen samen steeg de verkoop van tickets in 2009 naar 1,1 miljoen. De 8 vertoningen verleden jaar trokken zo meer publiek dan het hele seizoen in de Met zelf. Ondertussen is ook de San Francisco Opera op de kar gesprongen en ongetwijfeld zullen andere operahuizen volgen.

Het is dan ook een ‘verleidelijke’ techniek. Meer dan de TV-regie en een snelle internetverbinding zijn er niet nodig. De cinemazalen hebben immers alles al in huis voor de projectie. De accommodatie is super: anatomisch gevormde rugleuningen precies onder de juiste kijkhoek, brede armsteunen en business class beenruimte. Tel daar nog een portie popcorn (enkel knabbelen tijdens luide passages!) en een frisdrank bij en de avond kan niet meer stuk. Bovendien was de bioscoopuitbater zo vriendelijk een glaasje cava (niet meenemen in de zaal!) en broodjes tijdens de pauze te serveren.

De vertoning zelf heeft alle kenmerken van een TV-uitzending: close-ups en veelvuldige beeldwisselingen zorgen voor variatie en verdrijven mogelijk opkomende verveling. Het beeld is van hoge kwaliteit en definitie, zeer detailrijk, vloeiend en zonder de minste storingen. Het geluid is evenzeer superieur, ‘multi-channel’ en gebruikt ‘close miking’ zodat de klank van kortbij lijkt te komen bij close-ups en van verderaf bij bredere beelduitsneden van bijvoorbeeld duetten of koorzangen. Net zoals bij de gewone opera gaat de tekst (het zogenaamde ‘libretto’ in operatermen) mee via ondertitels in het beeld zelf. Bij een ‘echte’ opera staat de tekst boven of langszij het podium. Beneden is daar geen plaats voor omdat daar het orkest in een soort grote bak zit, vergelijkbaar met een zwembad maar dan zonder water.

Tot zover is alles pico bello ware het niet dat er toch enkele verschillen met de gewone opera opvallen. Dikwijls zijn die terug te brengen tot typisch Amerikaanse toestanden: zo was het geluidsniveau duidelijk te hoog en waren er af en toe onderbrekingen met bijzonder oppervlakkige interviews of publiciteit voor diverse sponsors. Ook ontbreekt soms het totaalbeeld van de scène. Aan de te hoge geluidssterkte kan de operator iets doen en de regie in de Met kan af en toe eens een totaalshot lanceren. Hét grote mankement is echter het ontbreken van diepte in het beeld en geluid. Een filmscherm is per definitie plat en luidsprekers staan vast opgesteld. Diepte (3D) is nog niet voor vandaag of morgen alhoewel de industrie al jaren experimenteert met speciale brilletjes (polaroid) en beeldtechnieken (scheiding van onderwerp en achtergrond middels minuscule bewegingen). Wat er ook op stapel moge staan, een operavertoning is niet te kopiëren en maar goed ook.

Toch kan de opera wat leren van de cinemaversie. Het publiek profiteert van ticketprijzen die soms tot 10 keer lager liggen. Een kleine rondgang langs de websites van opera-aanbieders in de ons omringende landen maakt al gauw duidelijk dat de Belgische bioscopen de laagste prijzen hanteren: gemiddeld 18 € versus 30 €. Opera in de cinema is zijn geld dus dubbel en dik waard. Ook is er van het elitair karakter van opera niets te merken in de cinemazaal. Het is een gezellige bende die zich zonder vooroordelen op een beschaafde, luchtig culturele manier amuseert waarna iedereen tevreden huiswaarts keert en alvast uitkijkt naar de volgende vertoning. Zo is opera in de cinema een prima uitbreiding op de gewone opera en binnenkort even vanzelfsprekend als een filmpje meepikken.

avonturen met Telenet – eind goed, al goed?

Na de ‘diefstal’ van de digitale kanalen (vanaf 4 mei 2009 enkel nog analoge, erbarmelijke beeldkwaliteit) en de verplichting een ‘decodeerdoos’ aan te kopen, was de maat vol. Eerst een boze telefoon naar Infrax (TV-distributie) die het vervolgens op Telenet stak. Telenet presteerde het dan om de schuld bij de zenders zelf te leggen. Zij waren het die om codering gevraagd hadden. Daar is natuurlijk niets van aan: een zender heeft de bedoeling zoveel mogelijk kijkers te hebben.

Nu was het zo dat rond die tijd Telenet kennelijk van haar oude rommel af wou en ze voor 49 € plus 30 € activatiekost een zogenaamde Digibox aanboden. Even terzijde: die activatiekost is pure oplichterij vermits de nietsvermoedende koper de activatie zelf moet doen. Enfin, ik ben zo dom zo een doos aan te schaffen.

De hele zaak stond al vlug klaar bij Eurosys, het plaatselijke Telenet Center. De box bestaat eigenlijk uit meerdere – grotendeels overbodige – dozen met allerlei kabels en boekjes. Eenmaal thuis was alles vlug geïnstalleerd en geactiveerd. Tussen haakjes: het activeren bestaat enkel uit het insteken van een chipkaart zoals we gewend zijn bij de bankautomaat.

Ik had het moeten weten. De kwaliteit van de opnieuw verschenen digitale kanalen was merkbaar achteruit gegaan als gevolg van het codeer/decodeerproces en het gebruik van tussenstekkers. Elke extra stekker veroorzaakt een kwaliteitsverlies en bij dit soort kritische toepassingen maakt dat echt wel een verschil althans op een beetje kwaliteit HD plat scherm. Telenet gaat er kennelijk van uit dat de kijker het verschil toch niet merkt.

Terug met die handel dus. De wetgever voorziet de argeloze consument immers van een verzakingsrecht tot 7 dagen na de installatie. Geen probleem bij Eurosys maar toen de vriendelijke bediende daar naar Telenet belde om een en ander te melden, gooide de Telenetbediende de telefoon woedend op de haak. De Eurosysman gaf geen krimp en belde opnieuw maar ditmaal naar iemand hogerop. Hij had namelijk vroeger zelf nog bij Telenet gewerkt en wist te vertellen dat de medewerkers in het call center daar dik tegen hun goesting zitten.

Alles leek in orde tot een paar dagen later twee dikke omslagen arriveerden van Telenet met daarin hopen overbodige publiciteit en twee facturen van telkens 189 EUR voor twee digiboxen die ik nooit besteld had.

Dan maar een aangetekende (met ontvangstmelding!) gestuurd. Het nettoresultaat tot nu toe is dat ik weer twee brieven van Telenet kreeg, eentje met een rekening voor een ondertussen al afgesloten internetabonnement en – jawel hoor – eentje met de vraag of ik een aanvraagformulier wou invullen om mijn afgesloten abonnement op te zeggen.

Een dag later en met de moed der wanhoop de telefoon gepakt en Telenet gebeld. Tot mijn stomme verbazing kon de klantendienst mij de definitieve annulatie melden van al mijn abonnementen. Vervolgens kreeg ik iemand van de facturatie die me het precieze bedrag meedeelde van wat ik Telenet nog schuldig was. Eind goed, al goed?

iTunes-belevenissen en ripoff dubbelbovenop met eind goed, al goed

Laatst kon ik het toch niet laten om een cd te kopen in de Apple iTunes store. Voor 10 € kon ik direct met acceptabele kwaliteit naar ‘Modern Times’ van Robert Zimmerman, alias Bob Dylan luisteren.

Alhoewel er (wilde) geruchten de ronde doen dat Apple WMA zou aannemen als geluidsformaat, blijkt het Apple lossless formaat prima te voldoen voor opslag van muziek op een harde schijf. Alles bij elkaar zou de hele collectie hier gemakkelijk op een halve terabyte (500 gigabyte) gaan. Ware het niet zo tijdrovend, zou ik eraan beginnen. Het enige probleem dat ik ondervond met een G4 1,42 G 1G RAM Mac mini, was een hinderlijk tikkend geluid in de stille passages. Het toestel enkel gebruiken voor compressie was de oplossing.

Maar we dwalen af. Fluks de cd gedownloaded en alles prima bevonden. Der alte Baab heeft weer het grote woord en blijft twijfeloos de poëtische meester van de afgelopen halve eeuw.

Even een kopietje gebrand om elders te kunnen luisteren naar het genie, allemaal geen probleem. Totdat ik het origineel in de winkel zag: een prachtige uitgave in de vorm van een mooi gedrukt boekje vol foto’s en tekst. Bovendien zat er nog een dvd bij waar Baab en zijn band staaltjes van meesterschap ten beste geven. Wat kon ik anders dan die ook kopen. (Later zag ik dat er een lelijke lijmdruppel het boekje een beetje had verknoeid maar in de winkel ruilden ze de cd onmiddellijk.)

Het nettoresultaat is dat ik nu Dylans excellente cd twee keer heb: één keer op de iPod met her en der kopieën en één keer op het rek in al zijn glorie.

van cd-roms en dvd’s

Had ik me weer een aantal audio cd-schijfjes aangeschaft met mooie strijkkwartetten van relatief onbekende componisten van rond de eeuwwisseling (die van de 18de naar de 19de!). Tegelijkertijd was, na ‘gechipoteer’ met de diverse dvd-spelers die aan de Mac G5 hangen hier, gebleken dat het afspelen van dvd’s geheel volgens het boekje gaat maar audio-cd’s – ho maar, dat kennen die dingen niet meer.

Het probleem is dit: bij het starten maken die tuigen een soort ‘woosh’ geluid van een zodanig hoog niveau dat het echt stoort, vervolgens blijft dat geluid, tenminste bij audio, de hele afspeelduur – zeker bij stille passages – hinderen. Video gaat prima, de dvd-speler neemt gas terug en speelt stil verder.

Wat te doen? Omdat m’n oude oren een equalizer (= een gesofisticeerde toonregeling) nodig hebben en er hier alleen een versterker staat zonder toonregeling, moet het geluid doorheen de Mac waarna het rechtstreeks de versterker in gaat. Het geluidspad is grotendeels digitaal dus de kwaliteit is super. Op die mechanische ‘woosh’ na helaas.

De oplossing vond ik in de aanschaf van een cd-rom. Dat was niet zo eenvoudig, de toestellen zijn bijna niet meer te krijgen. Ik denk de laatste in de omtrek hier aangeschaft te hebben.

Het ding start nu met een geweldige zucht om na 8 seconden een soort tussenstadium te bereiken en na 15 seconden komt er – buiten muziek – geen ambetant bijgeluid meer uit. De luisteraar(ster) weze gewaarschuwd.

Zie ook iTunes-belevenissen en ripoff dubbelbovenop met eind goed, alles goed.

Telenet avonturen Mk III

Eindelijk de grote dag: een Turbo super duper 10Mb lijn via de kabel gecombineerd met de alsmaar trager gaande adsl. ‘Een slak op valium’ zou ‘n goede vriend van mij zeggen. De man van Telenet was er iets te vroeg bij zodat het draadje nog niet klaar lag beneden. Even uitgelegd dat m’n labo boven absoluut ‘no go area’ is maar toen de brave man van z’n verbazing bekomen was, ging het snel. De filter in de tv-distributiedoos op straat was weg maar eenmaal die geïnstalleerd, was de zaak na 10 minuten gepiept. Commentaar van de Telenetman: ‘ge zult wel tevreden zijn over uw eigen installatie’ en ‘als ze allemaal zo waren’ had hij een prima dag. Zijn vorige klant was namelijk een huisgezin waar ze wel wisten dat er iets van Telenet in huis hing maar waar dat was konden ze niet vertellen.

Telenet avonturen Mk II

Na diverse telefoontjes dacht ik dat de plaatselijke verkoper van Telenet me zeker uit de nood kon helpen. Volgens de Telenetsite is dat de Eldi hier in Kuringen. Fluks op de fiets en waarempel vanuit de verte wenkte een groot plakkaat met ‘TELENET’ erop. Dit kon niet meer mis gaan. De eigenaar van de zaak keek wat sip want het was bijna sluitingstijd. Ik kreeg te horen dat ik de eerste was die om een kabelaansluiting kwam vragen en dat hij er nog nooit een had verkocht. Zijn kompaan was optimistischer. Natuurlijk kon ik een abonnement hebben. Gewoon naar Telenet bellen was zijn advies. Ik heb de vlucht genomen met de mededeling dat ze me echt goed voortgeholpen hadden.

Telenet avonturen

Om het internet hier wat sneller te laten, dacht ik eraan, twee aansluitingen tegelijk te gebruiken. Nu hangt er een adsl-lijn aan het netwerkje hier maar de kabelinstallatie ligt er ook maar is niet actief. Een telefoontje naar Telenet deed me van verbazing van m’n stoel vallen. Het ging ongeveer zo (na een aantal keren ‘druk nu 1 voor … of 2 voor … enzovoort). ‘Commerciële dienst, met Leen’ ‘Euh, kan ik een Telenet aansluiting krijgen’ ‘Ja hoor, we hebben een actie met een gratis installatie’ ‘Euh, maar alles is al geïnstalleerd. Heeft u nog iets gratis?’ ‘Maar meneer, wat denkt ge wel, als alle klanten zo zouden beginnen!’ ‘Euh, u heeft mij niet echt overtuigd mevrouw. Goeiemiddag’.
Volgende telefoontje in de hoop iemand anders aan de lijn te krijgen. Inderdaad ja, dit ging al beter: de brave man zei vrijwel onmiddellijk dat hij de indruk had met iemand te spreken die er blijkbaar ‘iets vanaf wist’ en of ik niet beter de technische dienst zou bellen. Wat ik prompt deed met min of meer succes. Ik weet nu dat ik mijn nieuw aangeschaft doosje tegelijkertijd kan gebruiken met adsl én kabel om aldus de zogenaamde ‘throughput’ te verhogen. Nu nog een abonnement waarvoor ik toch weer naar de commerciële dienst moet.