Gilbert & George Jack Freak Pictures

Een paar sleutelwoorden die me te binnen schoten bij een bezoek aan Gilbert & George hun Jack Freak Pictures in de Bozar (Bx): kaleidoscoopachtige symmetrie, bijna monochromatisch – emotieloos, cryptisch soms.

Gigantisch grote werken met takken – een verwijzing naar de natuur zoals bij Kiefer? – lijken wel in. De muren van het PSK waren af en toe aan de krappe kant. En hoe de voor de hand liggende referenties ontcijferen? Al bij al geen gemakkelijke tentoonstelling ondanks het ogenschijnlijk olijke duo. De beelden beginnen eigenlijk pas later na te werken.

Ik apprecieerde ten zeerste het absoluut gebrek aan Gilbert & George parafernelia. Er is enkel een catalogus te koop aan een normale prijs (18 €). De druk is van superieure kwaliteit (duotoon).

Nog: Brussel is goed te doen op een zondag. Het is er relatief rustig en gratis parking is makkelijk te vinden.

de Kielparkblokken – deel 2

Het eerste gedeelte van de Kielparkblokken wandeling ligt rond de Jan de Voslei – de blokken in deel 2 staan tussen de Sint-Bernardsesteenweg en de Emile Vloorstraat. Ondertussen wees de woordvoerder van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) me naar nieuwe wandelwijzers. Absoluut de moeite! Een afdrukbaar stratenplan maakt de hele verkenning wat makkelijker. Doorklikken op de foto’s voor glorieuze HD en hier staat een interactieve kaart.

de Kielparkblokken – deel 1

Na de ontdekking van de Boris Beckerfoto’s, was ik danig onder de indruk van de woonblokken op het Kiel. In het halfduister waren die weliswaar nauwelijks zichtbaar maar enige tijd later had ik de gelegenheid al een gedeelte van het Kielpark te fotograferen. De volgorde is die van de wandeling van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij [pdf]. Alle foto’s bevatten heel precieze gps-coördinaten van mijn standpunt tijdens het fotograferen. Hoge resolutie na een klik op de foto. Dit is deel 1 van de Kielparkblokken, deel 2 is ondertussen ook klaar.

Het kan niet op: Gauguin in Tate Modern.


Verleden donderdag in Essen (Zollverein) en Keulen (Ludwig) en drie dagen later al naar Londen waar in het Tate Modern een Gauguin-tentoonstelling opende, het kan niet op.

Met de Eurostar is het een fluitje van een cent om op nauwelijks 2 uren van Brussel naar hartje Londen te sporen. Eenmaal aangekomen in St. Pancras brengt de Circle Line je in geen tijd naar de Millenium brug recht tegenover het Tate.

De tickets lagen al klaar, erg handig om de aanschuivers voorbij te steken maar ook nodig want losse tickets zijn er wel maar ze zijn zodanig gerantsoeneerd dat je er pas op eind van de dag mee binnen geraakt. Het aantal bezoekers is namelijk beperkt per tijdsvenster om iedereen toe te laten al dat moois in de meest comfortabele omstandigheden te aanschouwen. Ik verschoot toch even omdat het de eerste keer was dat mijn leeftijd recht gaf op korting:

60+ ticket hèhè ...

Eenmaal binnen daagde het ons dat de Multimedia Guides waar iedereen mee rondliep eigenlijk vermomde iPods waren en waarempel, ik kon de hele gids in een mum van tijd naar mijn eigen iPod downloaden.

De tentoonstelling zit geweldig knap in elkaar middels een onderverdeling in een tiental thema’s gaande van ‘Identity and Self-Mythology’ over ‘Drawings’, ‘Landscape’, ‘Martinique’, ‘Sacred’, ‘The Eternal Feminine’ tot ‘Titles and Teller of Tales’. Iets voor en iets na het midden van de tentoonstelling zijn twee aparte zalen ingericht met documentatie over de tijdsgeest van eind 19de eeuw plus een schat aan authentieke handgeschreven brieven, boeken, artikelen enz. Heerlijk om rustig te bekijken en te lezen. Het is duidelijk dat hier immens veel opzoekwerk en studie in gekropen is.

De schilderijen zelf hebben een eigenaardige uitwerking op het gemoed van de toeschouwer. Deels geven ze een bevreemdend gevoel maar sommige zijn zo pakkend dat je er moeilijk van weg geraakt of er even terug naar toe wandelt om nog eens te bekijken. Dat was ook goed af te lezen van de gelaatsuitdrukkingen van de bezoekers. Maar probeer zelf een indruk te krijgen:

Reclining Tahitian Women

Where are you going?

Alles bij elkaar waren er al gauw drie uren voorbij eer we uiterst tevreden en sterk onder de indruk weer naar buiten kwamen. De tentoonstellingscatalogus en een paar grappige parafernalia verwisselden van eigenaar.

Even een luchtje scheppen, hapje eten en we waren weer op weg, ditmaal te voet en gps-gewijs, richting Covent Garden om de nieuwe Apple Store te checken. De Apple TV versie 2 en iPhone G4 waren – althans voor mij – de ‘highlights’.

Minder druk was het bij Foyles, de boekhandel aan Charing Cross waar we altijd eens binnenwippen. Ze zijn er ondertussen een heel stuk op verbeterd: waar de zoekende boekenliefhebber vroeger tussen stoffige rekken en nauwe gangetjes moest manoeuvreren, is er nu meer ruimte, een heuse infobalie en een kassa op elke verdieping. Verder hoef je geen ‘voucher’ meer te vragen om überhaupt een boek te kunnen kopen. Grappig detail: het boek van Franzen waar in vorige blogs al sprake van was, lag nog warm van de drukpers in een verbeterde eerste druk opnieuw op het schap.

Vervolgens met de Underground terug naar Tate voor een gesofisticeerd diner op de 8ste verdieping. Het restaurant is geen toeristenval zoals er zoveel zijn tussen Covent Garden en Charing Cross, het uitzicht is adembenemend en gegeven de locatie en de kwaliteit van het eten, viel de schade best mee.

Terug richting St. Pancras met de Circle Line, even verpozen in de luxueuze wachtruimte van St. Pancras, door de tunnel sporen, auto oppikken in Brussel Midi en tegen middernacht waren we weer thuis. Alles bij elkaar waren we precies 19 uren van huis waarvan het reizen zelf 7 uren opsoupeerde. Ongetwijfeld voor herhaling vatbaar maar eerst nog naar Monet in het Grand Palais (Paris).

Het nieuwe seizoen is begonnen en hoe!

Dat wil zeggen het nieuwe culturele seizoen. Verleden week stond er een bezoek aan het Zollverein in Essen en de Roy Lichtensteintentoonstelling in het Ludwig (Köln) op het programma. Jaren geleden toen het nog niet zo vanzelfsprekend was naar New York te vliegen, waren er voor 30$ keurige zeefdrukken te koop in het MoMa. Ik herinner me nog dat we onze laatste cent bijeenschraapten om er een paar aan te schaffen. Die hangen nu al bijna 20 jaar tegen de muur en ze zijn nog altijd even aantrekkelijk:

Roy Lichtenstein's Go for baroque

Roy Lichtenstein’s Go for baroque

Roy Lichtenstein's Masterpiece

Roy Lichtenstein’s Masterpiece

Een tip: het Ludwig is op de eerste donderdagavond van de maand open tot tien uur ‘s avonds en de toegang is aan halve prijs, in dit geval 5 €. Lichtenstein’s werk is van een heel begrijpelijke en lichte kwaliteit. Een mens leert er ook nog wat van, mede door het vlot geschreven én gratis boekje dat elk kunstwerk in heldere en duidelijke taal beschrijft.

Maar even terug naar het Zollverein. Dat is een oud mijnterrein dat bijna helemaal opgepoetst, hersteld en open voor het publiek is. Omdat we toevallig de zondag daarvoor c-mine in Winterslag bezochten om Piet Stockmans aan te porren zijn Expression serviesgoed opnieuw te produceren, was de vergelijking gauw gemaakt. Het Zollverein en c-mine zijn gebaseerd op hetzelfde principe: industriëel erfgoed opnieuw aanwenden voor cultuur en educatie. Het Zollverein is een soort c-mine in de n-de macht. We hadden gelukkig vouwfietsjes bij zodat we over hele terrein konden fietsen.

op weg naar het panorama – klik voor grotere afbeelding

klik voor groter beeld

Photokina 2010

Verleden woensdag was het weer zover. Om de twee jaar trekt schrijver dezes naar Keulen om zich daar te vergapen aan wat er staat te gebeuren in fotoland. Telkens weer zijn er nieuwe trends te ontdekken en zo ook nu. Ziehier een drietal opvallende hoofdlijnen:

3D-televisie en stilstaande beelden komen eraan of we dat nu willen of niet. De eerste (en laatste) 3D-film die ik ooit zag, was iets Dracula-achtig in de jaren 70. Ik herinner me nog rood-groene brilletjes en hopen bloederig slachtafval dat ogenschijnlijk richting publiek vloog. Grote hilariteit alom maar succes heeft het nooit gehad.

Veertig jaar later ziet het er helemaal anders uit. De kleuren zijn perfect en de beeldkwaliteit is door de hoge resolutie net zoals in de filmzaal. Het brilletje is er nog altijd maar nu is het een stijlvol attribuut en de kijker vergeet al gauw dat hij/zij het op de neus heeft staan. Hetzelfde geldt voor stilstaande beelden. Of het succes gaat hebben staat of valt met wat er aan inhoud zal verschijnen. Toch is dat niet het voornaamste, de consument kan zich een lens aanschaffen om met de eigen video- of fotocamera films of foto’s te maken in 3D. Even afwachten dus …

Heel wat interessanter was een gigantische stand van CEWE die eindelijk betaalbare fotoboeken aanbiedt in echte fotokwaliteit. Gedaan met rasters, vervelende kleurafwijkingen en fotoboeken die in het midden een ontsierende streep vertonen. De boeken kunnen helemaal vlak liggen en de foto loopt naadloos door over de hele breedte.

Het papier heeft drie oppervlaktestructuren: mat, parel en glanzend (gelamineerd). Mat was het mooist maar parel en glanzend zagen er steviger uit. De software om de boeken te maken, is ook wat eenvoudiger maar het blijft een heel werk om een echt mooi boek samen te stellen. Ik ga er alvast weer aan beginnen …

Nog een opvallende – en lichtelijk verontrustende – trend is CGI (Computer Generated Images). Fotografen zijn niet meer bezig de werkelijkheid te fotograferen en die eventueel te bewerken maar vertrekken nu van een ontwerp van bijvoorbeeld een auto en maken daar een bijzonder realistisch ‘foto’ van die niet te onderscheiden valt van de werkelijkheid. Een fotograaf zonder fototoestel gaat mij wat te ver maar in de publiciteitswereld is deze manier van werken al volop ingeburgerd.

Alles bij elkaar was het weer de moeite: Sony had de grootste ruimte in beslag genomen en is nu definitief één van groten naast Nikon en Canon. De analoge 35mm fotografie is zo goed als verdwenen op de Lomo na (zie foto). De organisatie van Photokina was alweer met ‘deutsche Gründlichkeit’ tot in de puntjes verzorgd en de Chinezen zitten nog altijd te kniezen in de kelder van het immense ‘Messegebaude’.

rond de lomography.com stand - klik op de foto voor een groot beeld

Photokina 2006 indrukken

Zo op het eerste gezicht ziet het eruit als de vorige editie maar verschuivingen en verbazingwekkende nieuwigheden zijn er altijd: oplichtende elektroluminiscentiepanelen van 0.7 mm dik, hoge resolutiedisplays met bijna 70 miljard kleuren en van superhoge definitie (1900 x 1400) en enorme grootte (3.4 meter diagonaal).

Maar eerst dringend de eerste deftige digitale camera van Leica gaan vastpakken – de M8 – een meetzoekercamera van Leica. ‘Eine Probeaufnahme geht leider nicht’, in november kan dat ‘beim Fachhändler’. We bediscussiëren even de verwisselbaarheid van de sensor. Moet kunnen maar is nu niet voorzien, is het antwoord in een notendop. Prachtige machine …

Een grappig zicht – buiten de nogal Amerikaans aandoende jackpotwedstrijdjes voor gratis stalen – was een groepje dames met ingebouwd lcd: net onder hun boezem was een rechthoekig stuk uitgespaard in hun zwarte T-shirts met daarin een LCD met publicitaire filmpjes.

Verder nogal wat fotoalbums van wisselende kwaliteit, waaronder Asukabook.
Er is duidelijk een trend naar wireless: een bluetoothmodule bovenin de flitsvoet en hey presto verschijnt de foto op de lcd.

Agfa-Gevaert was niet te zien op Photokina: een somber teken, in Mortsel zijn er al 700 werknemers werkloos. Tegelijkertijd is de aanwezigheid van Samsung, Panasonic en Sony opvallend hoewel ze geen typische fotografiemerken zijn.

Alleen bij Fuji was er nog een hint naar pellicule en Kodak leek alleen nog een merknaam waar geen producten van te zien waren, enkel een modeshow met kleren van dia’s, foto’s en zelfs geheugenkaartjes gemaakt.

Veel softwarefabrikanten ook: Apple met Aperture (workflow) en een tiental bedrijfjes die enkel bezig zijn met calibratie en natuurlijk Adobe, de alleenheerser op beeldbewerkingsgebied.

zesde dag in NYC US of A


klik voor foto's van NYC


Alweer veel te vroeg op de luchthaven maar er is hier een draadloos netwerk in de lucht om op in te pluggen en zo lang de batterij het houdt even aan de log te werken. Vanmorgen weer snel uit de veren en na wat strategisch stouwwerk alles in de valiezen gepropt. Hopelijk lukt het hier seffens met de veiligheidscontrole, dit keer geen Nederlanders maar Amerikanen.

Vanmorgen vroeg lekker Frans ontbeten en vervolgens naar Chinatown waar Chinezen de hordes toeristen aanklampen met ‘Lolex, Lolex please?’. Dezelfde Rolexen gingen in Beijing voor nog geen 20 oude franken per stuk maar ze vielen uit elkaar als je ze vastpakte. Niet kopen dus.

Even later flitsen verschillende politieauto’s en moto’s met gierende sirenes voorbij. Ze kondigen honderden ‘bikers’ aan die kennelijk op toer zijn door de benedenstad. Indrukwekkend die luid knallende Harleys, BMW’s en geassorteerde Japanse motormerken met kleurrijke easyriderachtige figuren erop.

Via Mulberry Street naar Little Italy waar de voorbereidingen aan de gang zijn voor het feest ter ere van San Gennaro, de patroonheilige van Napels. Overal klinkt Italiaans, er is zelfs een ‘Mob Museum’ en cd’s met ‘Mob Music’, Frank Sinatra op kop natuurlijk.

Bleecker Street doorkruist Greenwich Village waar vroeger de artiesten bijeenhuisden. De sfeer is er nog altijd bohémienachtig. Eenmaal aan 8th Avenue gaat het weer uptown om de bagage op te pikken in de Lodge. De laatste dollars gaan op aan een mooi zeefdrukje: een ‘tribute’ aan Bird beter gekend als John Coltrane. Het is een herinnering aan het weekje New York dat eindigt op de E naar JFK.

Toch is het nog eenmaal schrikken wanneer er plots een peleton zwaar bewapende soldaten de AirTrain induikt en de vervaarlijk uitziende kleerkasten zoekend rondgluren naar terroristen. Niet hardop lachen maar het ziet er redelijk potsierlijk uit.

De vlucht terug gaat met een moderner vliegtuig, het eten is beter en ondanks een staking van het Rotterdams openbaar vervoer met files tot gevolg, geraak ik nog tijdig op het werk.

klik voor foto’s

vijfde dag in NYC US of A

In plaats van eieren ‘sunny side up’ probeer ik vandaag een kleine hamburger. Die is eerder aan de grote kant maar van prima kwaliteit. We kunnen er weer tegen voor de dag.

Vandaag gaat Eef op haar eentje NY verkennen en wel richting Guggenheim, het cirkelvormig oplopend museum aan het einde van de Museum Mile in Upper East.

Zelf neem ik de ‘subway’ naar Coney Island, zo een 30 km zuidoost in Brooklyn. Onderweg – en eenmaal boven de grond – begint het te gieten maar na een tijdje houdt dat op en komt het 80 jaar oude Coney Island pretpark in zicht. Het ziet er gebruikt uit maar niet vervallen: het Grand Wheel, Astroland en de Cyclone met daarachter een brede plankenvloer richting strand bieden een uniek decor voor nostalgische foto’s.

Dat de attracties gesloten zijn – deels wegens het slechte weer – verhoogt de weemoedige sfeer nog meer. Ik hou er een paar excellente foto’s aan over. Eén detail nog: overal hoor ik Russisch en zelfs de aankondigingen van de MTA (subway) zijn in het Russisch. Goed om de Russische leesvaardigheid wat te oefenen.

Met de F-train terug naar net een stukje onder Central Park om vandaar een lange wandeling te maken richting Metropolitan Museum of Art waar we afgesproken hebben. Upper East is de poepsjieke buurt van NY en dat is te merken: overal netjes uitgedoste portiers die het plebs in de gaten houden. Ze zouden maar eens binnen willen geraken. Aan de Carlyle building hangt een aankondiging van Woody Allen’s optreden volgende maandag; spijtig genoeg zijn we geen enkele maandag hier.

Het Metropolitan Museum of Art heb ik vroeger al eens bezocht maar het immense gebouw blijft indruk maken met zijn hoge, brede trappen naar de ingang. Honderden bezoekers lopen af en aan. Ik profiteer er een beetje van om te rusten; het dagenlange stappen begint door te wegen. Eef ariveert en is redelijk moe, ze is vanaf de 20ste naar de 79ste gestapt vervolgens terug naar 5th en weer omhoog naar het Metropolitan.

We lopen een eindje richting Hudson om met bus M15 recht naar beneden te rijden richting Katz’s Deli, wereldberoemd om haar pastrami. Eén portie van de pastrami met straffe, gigantische pickles en even grote ‘French fries’ is alweer ruim voldoende. Kethée (Cathy) is een vergane glorie maar bedient ons met allerlei grappige opmerkingen, maakt een foto van ons tweeën en roept collega’s erbij om m’n digitale camera te becommentariëren. Het is allemaal hogelijk onderhoudend en met veel plezier tellen we er een genereuze tip bij. Een tip voor tips: verdubbel de ‘sales tax’ (8,375 %) en tel die bij het nettobedrag.

Hoog tijd om terug naar Chelsea te trekken om plannen voor vanavond te maken. Er is nog plaats voor de opera in de Met (de poging eerder op de week voor gratis tickets mislukte wegens te grote toeloop). G.F Handel’s ‘Semel’ ken ik niet maar de geluidsfragmenten op het net zijn veelbelovend, alleen denken we zo moe te zijn dat we in slaap kunnen vallen en dat zou zonde zijn van de ongeveer 200 $ ticketprijs. We besluiten naar Carnegie Hall te gaan waar in een kleinere zaal een vioolconcerto te horen is.

Het verhaal is de moeite en illustreert mooi wat er kan gebeuren als commercie toeslaat in de kunst. De Weill Hall, een aangenaam classicistisch ingericht zaaltje voor ongeveer 250 luisteraars, is te huur voor iedereen die het kan betalen, inclusief een aankondiging op de affiche van Carnegie Hall.

Het nettoresultaat vanavond is het optreden van een jong Koreaan (zijn naam weze onvermeld!) die, begeleid door zijn moeder, opus 27 van Max Bruch ten beste zal geven. Het stuk is me bekend en het is aartsmoeilijk. Het gaat niet goed: de zenuwachtige, verlegen jongen zit er vanaf het begin langs, slaat stukken over of stopt er helemaal mee terwijl zijn moeder de zaak wanhopig probeert te redden op de piano. We proberen niet in de lach te schieten en klappen en roepen enthousiast mee met de 200 Koreanen en 2 Nederlanders die voor de gelegenheid zijn opgedaagd. De toekomstige virtuoos druipt bedremmeld af maar mama is duidelijk in haar nopjes.

We kunnen het niet laten de Apple Store iets verderop eens in het donker te bezoeken: het is rond middernacht en nog altijd volle bak. We zien een klant een dikke PowerMac annex 30 inch Cinema display naar buiten slepen en in een taxi proppen. Zelf moet ik op de tanden – of wat daar van overschiet – bijten om geen nieuwe iPod aan te schaffen. Het prijsverschil is bijna 30 % en de nieuwe generatie iPods hebben heldere en scherpe displays waar je gemakkelijk een film op kan bekijken.

Gauw terug de subway in en na een nachtelijk bezoek aan een grootwarenhuis ons bed in. Morgen is het de laatste dag en we weten nu al dat het even wennen zal zijn in Hasselt, de hoofdstad van Limburg, Belgie.

klik voor foto’s

vierde dag in NYC US of A

La Bergamotte een beetje verder op 9th claimt een Frans ontbijt te serveren en inderdaad krijgen we lekkere croissants en deftige koffie voorgeschoteld. Hier en daar is er zelfs iets in het Frans aangekondigd. Op het jachtige Amerikaans gedoe na, lijken we wel in Parijs te zitten.

Vandaag hebben we een ambitieus plan: via Chelsea Market naar het Chelsea Hotel, dan naar de Flatiron Building en Bryant Park en zo naar Macy’s en Grand Central, dan het United Nations gebouw en vandaar naar het American Museum for Natural History uptown.

Chelsea Market zijn zo authentiek mogelijk omgebouwde markthallen. Viswinkels, bakkerijen, bloemen kunstnijverheid en café’s wisselen elkaar af in een heel intact gebleven decor van buizen, leidingen, originele oude hijsapparaten en verlichtingarmaturen. De bezoeker krijgt de indruk door een wirwar van brede en helverlichte gangen te lopen met aan weerszijden winkels met de originele inhoud van de toenmalige markt. We nemen op goed geluk af een lift maar bij het uitstappen onderschept een FBI-agent ons met de mededeling dat de verdieping voorbehouden is voor een ‘private enterprise from the police’. Allemaal heel geheimzinnig en we maken dat we weg zijn.

De lobby van het Chelsea Hotel heeft zoveel beroemdheden gezien dat er haast een sacrale sfeer heerst. Hier logeerden onder andere Bob Dylan, Frank Zappa en Lou Reed jaren na schrijvers als Jack Kerouac, Mark Twain en Tennessee Williams. Het is er rustig en we gaan er even bij zitten om vibraties van weleer op te vangen. Dat bleek niet echt nodig want zelfs nu heeft het Chelsea Hotel nog aantrekkingskracht op oudere popmuzikanten: plots loopt Pete Townshend vanaf de receptie naar buiten. Hij checkt ons met een lichtelijk waanzinnige blik en haast zich gelijk weer naar binnen. Achteraf zoek ik het even op via het net en the Who zitten inderdaad in NYC op hun Amerikaanse toernee.

De Flatiron Building heet zo omdat hij op een op zijn kant gedraaid strijkijzer lijkt. Het is de eerste ‘skyscraper’ in NY. Eén hoek is zo scherp dat je je afvraagt hoe daarin te wonen. Het is een ‘landmark’ en vele toeristen staan te gapen naar het bijzondere gebouw. Zie de foto’s voor een meer visuele indruk.

Bryant Park is een oase van rust tussen de wolkenkrabbers en het jachtige verkeer. Een heerlijk zonnetje heeft kantoorbedienden en wandelaars naar buiten gelokt om een hapje te eten of te relaxen in het heraangelegde park. Vlak er tegenaan ligt de reusachtige Public Library (88 mijlen boeken!). Als vroeger bibliotheekwerker kan ik het niet laten een blik te werpen in de grote leeszalen en de sfeer op te snuiven tussen de rekken en oude houten balies met zuiltjes en klassieke frontons. De bibliotheek zelf is een gestroomlijnde en hypermodern genetwerkte operatie met talloze afdelingen. Prachtig.

Macy’s is niet veraf en we maken ons op voor weer een rondje shoppen. De benedenverdieping is een helverlicht art décoachtig tafereel van eindeloze toonbanken met horloges (bijna een Philippe Starck gekocht), designer parfums, juwelen en handtassen. De 9 verdiepingen daarboven zijn volgestouwd met alles wat er op de wereld te koop is: kleren, meubelen, keukengerief, schoonheidsmiddelen enzovoort enzovoort. We schieten luidop in de lach wanneer we een complete afdeling tegenkomen met kerstmisspullen. Eind september is toch wat vroeg om een kerstboom aan te schaffen!

In Grand Central heerst een drukte van jewelste. Langs alle vier de hoeken komen en gaan duizenden treinreizigers door ondergrondse pijpen naar alle mogelijke bestemmingen in de US. Een beetje vervelend was een jonge Chinese mevrouw die het nodig vond me van de trappen te jagen alwaar ik foto’s aan het maken was. Ik haalde m’n favoriete Chinese truk boven: op de grond stampen met de voet en tegelijkertijd een vieze grimas trekken. Normaal werkt dat altijd, althans bij een Chinees maar deze was kennelijk zo Amerikaans dat ze er stoïcijns onder bleef glimlachen. Ik zocht m’n heil in de vlucht na een krakende (Nederlandse) vloek.

Een paar blokken verder ligt het glazen gebouw van de UN. Kennlijk waren de zittingen aan de gang want van ver al waren alle straten afgesloten voor het verkeer en tot op de daken staat bewakingspersoneel met mitrailleurs en ander geschut. Toch kunnen we tot bij het gebouw lopen om een paar foto’s te maken van Eef haar toekomstige werkgever (op hoop van zegen tenminste).

Bus 104 brengt ons vlakbij het American Museum for Natural History maar ondertussen is het al na vieren en we weten niet goed wat doen. Het is 15 $ entree per persoon maar na een intelligente vraag van Eef maakt het personeel duidelijk dat een uur plus een kwartier voor sluitingstijd de inkom gratis is. We wachten een paar minuten en spoeden ons op weg naar de highlights van het museum: de reusachtige dinosauruscollectie, de 3D-displays van opgezette Afrikaanse dieren (een complete olifantenkudde!) en het Earth and Space Center waar we eindelijk het ontstaan van het heelal begrijpen (of toch zo ongeveer).

Bus 11 brengt ons recht naar de 23ste en 8ste om wat uit te rusten in the Lodge. Later op de avond: Times Square op een vrijdagavond is een visuele kakafonie van flitsende displays maar absoluut een bezoek waard.

klik voor foto’s