Alweer veel te vroeg op de luchthaven maar er is hier een draadloos netwerk in de lucht om op in te pluggen en zo lang de batterij het houdt even aan de log te werken. Vanmorgen weer snel uit de veren en na wat strategisch stouwwerk alles in de valiezen gepropt. Hopelijk lukt het hier seffens met de veiligheidscontrole, dit keer geen Nederlanders maar Amerikanen.
Vanmorgen vroeg lekker Frans ontbeten en vervolgens naar Chinatown waar Chinezen de hordes toeristen aanklampen met ‘Lolex, Lolex please?’. Dezelfde Rolexen gingen in Beijing voor nog geen 20 oude franken per stuk maar ze vielen uit elkaar als je ze vastpakte. Niet kopen dus.
Even later flitsen verschillende politieauto’s en moto’s met gierende sirenes voorbij. Ze kondigen honderden ‘bikers’ aan die kennelijk op toer zijn door de benedenstad. Indrukwekkend die luid knallende Harleys, BMW’s en geassorteerde Japanse motormerken met kleurrijke easyriderachtige figuren erop.
Via Mulberry Street naar Little Italy waar de voorbereidingen aan de gang zijn voor het feest ter ere van San Gennaro, de patroonheilige van Napels. Overal klinkt Italiaans, er is zelfs een ‘Mob Museum’ en cd’s met ‘Mob Music’, Frank Sinatra op kop natuurlijk.
Bleecker Street doorkruist Greenwich Village waar vroeger de artiesten bijeenhuisden. De sfeer is er nog altijd bohémienachtig. Eenmaal aan 8th Avenue gaat het weer uptown om de bagage op te pikken in de Lodge. De laatste dollars gaan op aan een mooi zeefdrukje: een ‘tribute’ aan Bird beter gekend als John Coltrane. Het is een herinnering aan het weekje New York dat eindigt op de E naar JFK.
Toch is het nog eenmaal schrikken wanneer er plots een peleton zwaar bewapende soldaten de AirTrain induikt en de vervaarlijk uitziende kleerkasten zoekend rondgluren naar terroristen. Niet hardop lachen maar het ziet er redelijk potsierlijk uit.
De vlucht terug gaat met een moderner vliegtuig, het eten is beter en ondanks een staking van het Rotterdams openbaar vervoer met files tot gevolg, geraak ik nog tijdig op het werk.