Zwierige Wieners in Köln …

Het was eeuwen geleden dat we nog eens een concert konden meepikken in Keulen. De Wiener Philharmoniker, ons allen bekend van het nieuwjaarsconcert in het Musikverein, de rechthoekige zaal in Wenen met – naar het schijnt – de beste akoestiek ter wereld.

De Wiener presenteerde een niet echt karakteristiek programma en m’n aanvankelijke vrees kwam al gauw uit: Janáček en Prokoviev konden er best wezen maar de vijfde van Shostakovich heeft – net als de overgrote deel van zijn werk – geen greintje zwierigheid in zich en wat de Wieners ook probeerden, hun aangeboren muzikale krullen konden ze niet verbergen.

Geen erg want de trefzekerheid, coherentie en transparantie van dit orkest is ongeëvenaard en dat was er aan te horen. Het daagde me dat zo een rotsvast klankbeeld een bovenmenselijk precies samenspel benodigt dat niet meer in microseconden valt te meten maar in nanoseconden – als het al meetbaar zou zijn – zo helder en duidelijk was elk instrument apart te horen terwijl het geheel over de volledige breedte van het podium  als één doortimmerd muzikaal monument klonk, met of zonder frivool Weens accent. Een rechtstaand minutenlang applaus bleef dan ook aanhouden.

In de namiddag hadden we de stad  bezocht en het was opvallend hoe het centrum maar ook de buitenwijken nog gebukt gaat onder de gevolgen van de miserie tijdens de afgelopen drie jaren: wanorde, rommeltjes hier en daar, meer bedelaars en gore figuren tussen vroeger onbestaande leegstand. Onze oosterburen zijn aan het ‘batteren’ om er weer bovenop te raken. Nu nog hun eens zo geroemde ‘Autobahnen’ herstellen en alles gaat hopelijk weer als vanouds. Curieus – of net niet – was dat de Russen verschwunden waren uit het stadsbeeld, meestal hebben ze een plaatsje vooraan in de concertzaal of zijn ze te horen aan de haltes van het openbaar vervoer.

Goed nieuws  – of meer een gerucht? – is dat de opknapwerken binnenin de opera in 2025 teneinde zouden zijn. Het heeft dan ongeveer vijftien jaar geduurd om de klus te klaren.

We kwamen door hectische toestanden aan de parking en onder de gietende regen met meer dan twee uur vertraging terug thuis. Niet vergeten voor volgende keer: parkeer buiten de stad en doe de rest met het uitstekende OV of plooifietsjes.

Handleiding: klik op een beeld voor grotere afbeelding. Gebruik de ‘terug-knop’ om terug te keren naar de blog.

St Petersburg: дикие и вкусный …

blacksquaremalevich[verkorte maar tevens constructivistische versie St Petersburg]

St Petersburg: ‘t is daar niet min en het lijkt wel of de Pitertsy (zo heten de inwoners van Piter, aka St Petersburg) het feesten niet kunnen laten. Losbandig en ongegeneerd met een loeiharde geluidstrack, blitze karren (de favoriet is een dikke Merc), overal paffers/boozers en op de koop toe zien de vrouwen eruit als aerodynamische lustobjecten en de mannen als regelrechte pooiers of schlemielen zo weggelopen uit een satire van Gogol. Maar even terug naar het begin …

Een aangenaam treintochtje naar Schiphol, door de grotendeels automatische controle, alles relaxed behalve de handbagage waar toch enig bepotelen aan te pas kwam. Tip: eet niet van de slappe would-be pizza.  Iedereen is voorkomend en rustig.

Tegen zes uur ‘s staat Mihael klaar – de eigenaar van een sjiek appartement en wellicht het best bewaarde geheim van St. Petersburg – , er is iets met schoenen (die moeten vanaf de ingang uit en daar kan ik me wel iets bij voorstellen – zeker in de winter – maar vandaag is het warm, dus schoenen uitdoen). Eten in de Angleterre op de hoek [slappe bediening], een eerste blik op de Neva over de brede brug gewandeld. So far, so good.

Rocking at the malayamorskayaL

Rocking at the Malaya Morskaya St. Petersburg

Vrijdag: ontbijt in de Dekabrist, kleine porties maar lekker, ~ hongersnood 1941-45? Het leven is 2 tot 3 keer zo goedkoop als hier. Later torenklimmen in de Isaacskatedraal. Van boven uit volgen we een brand in de vlakbij gelegen manège. Tijdelijke zwakte wegens bevangen door rook en trappenklimmen. Naderhand op zoek naar fietsen, hapje in de Singer boekenwinkel, een boottocht van een uur (rekensom: 30 passagiers x 800 roebel x 10 uur per dag). Haha, er waren daar blote mannen aan het zwemmen, en vervelend Russisch gezaag (tip: oorstopjes meenemen). Later een burger in de buurt. Eetbaar maar onhandige garçons en verkeerde timing. Vroeg erin.

Zaterdag: fietsen vanuit de Friends, beetje mislukt wegens geen enkel fietspad, slechte fietsen en moordend verkeer. Poco heavy tijdens fietsen op een soort autostrade.

bike hire with wall art

bike hire with wall art

Kerkhof Ithkvin met strijkkwartet Tchaikovsky, vriendelijke mensen alweer – Borodin en Dostojewski – beetje te religieus sfeertje: kassa bemand door pastoors plus openlijk biechten verkopen – veel kruisjesmakende oude besjes en bedelaars.

absolutie te koop

absolutie te koop

Lekkere hap in de Mickey & Monkeys. Ruwweg geteld is het leven hier twee tot drie keer goedkoper dan bij ons.
‘s Avonds een hap in de Blok. Hier komen de chique Russen laten zien hoeveel roebels ze hebben. Malevichs schilderijen op grote LCD’s, afgewisseld met Chagall: prachtige beelden in een even constructivistisch decor. Het is hier naar Russische normen peperduur maar zelf hebben we voor ongeveer 120 € Sakhalin oesters (nu is het duidelijker waarom de Russen dat eilandje zo verdedigen tegen de Japanners), twee superdikke en perfect gebakken biefstukken met verse spinazie en aardappeltjes plus wijn, water en dessert met koffie achteraf. Bij ons waren we in deze setting minstens het dubbele kwijt. Terug met de metro.

The General Victory Day

The General Victory Day

Zondag valt helaas tegen wegens tijdelijke zwakte [zonneslag! het vliegend!]. Buiten zijn de voorbereidingen voor morgen bezig: overal tentjes, podia en repetities voor 9 mei, Overwinningsdag. We zijn benieuwd!

Maandag 9 mei: Victory Day: overmatig druk – tienduizenden mensen doorkruisen de stad.

Ontsnapt uit het gewoel en per taxi naar Erartra = een museum en galerie samen onder één dak: concept werkt niet echt.  Goeie foto’s: Schapiro [Amerikaans fotograaf – de moeite]

‘s Avonds magistrale uitvoering van Shostakovich 7de Leningradski in de Philharmonia -> voor de volhouders wegens bijna 80 minuten lang en de gigantische bezetting en luidheid van het orkest.

Philharmonia St Petersburg

Philharmonia St Petersburg 9/5/2016 Victory Day Shostakovich No. 7

 

Dinsdag: meer tijdelijke zwakte maar ‘s avonds uitgerust naar Mariinsky voor Aïda. Ze waren daar in hun 233ste seizoen! Erg klassiek maar bleef boeien. Tip: huur een toneelkijker.

waiting at the Mariinsky

waiting at the Mariinsky

Woensdag: General Staff Building Здание Главного штаба van de Hermitage. Nieuw gebouw neergepoot tussen twee andere galerijen middels een overkapping over de binnenplaatsen. Verwelkomd door installatie van Kabakov en dan door naar de Morosov-collectie -> superieur, absolute must: Monet, Picasso, Matisse en Malevich [het enige nog helemaal intacte Black Square] -> fotosessie helemaal onderaan.

‘s Avonds: chat vanuit de Mansarda [Westerse stijl restaurant vlakbij de Isaacskatedraal]

‘Lekker! Er zitten wel een stel ongemanierde Amerikanen langs ons – heb stopkes in mijn oren!’

‘…Gewoon even Putin bellen!’
‘Yes yes die zou er wel korte metten mee maken – ik heb al een stinkeye geprobeerd maar het helpt niet – go figure’

En ‘s anderendaags vanaf Pulkovo, wachtend op de terugvlucht:

‘Bwa ja, overal goeie WiFi maar ge houdt het niet voor mogelijk: daarnet kwamen die maniakale Amerikanen van gisteren voorbijgespurt om met veel tamtam bijna hun vlucht naar Londen te missen. Ze zijn weg nu!’ Wij ook.

St Petersburg: stilleven in trappenhal

St Petersburg: stilleven in trappenhal

My review from booking.com:
Mijn ‘bespreking’ op booking.com:

St Petersburg: дикие и вкусный …

St. Petersburg is soaked in music and visual arts. Book early for the Philharmonia and/or Mariinsky or hang around, there’s always someone selling his/her tickets. Visit Tchaikovsky’s grave, the General Staff building (Hermitage), Nevsky Pr. (Singer building and lovely CD-shop at no. 32), Eratra ‘museum’, climb Saint Isaac’s Cathedral etc etc …

We had breakfast at the Dekabrist, lunch at the Mansarda and dinner at the Blok on different days or cooked a meal in our apartment (Malaya Morskaya 21 -> exceptional!).

Cons: uneven pavements, loud and dangerous traffic, uneasy feeling because of too many armed police in streets [probably due to Victory Day], many drunks in public spaces, taxi drivers rip you off (tip: ask a Russian to call a taxi on your behalf or use metro/bus)

In a few days a blog will be ready at gysenbergs.be [in Dutch]

Endorsed Saint Petersburg for:
Museums Architecture Ambiance City Walks Culture

Hilde at Hermitage

Hilde at Hermitage photographing Black Square and me

St Petersburg Hermitage Malevich and me

St Petersburg Hermitage Malevich and me photographing Hilde and some photographers in the background

 

een citytrip naar Lyon

Lyon Musée des Confluences: Hilde installeert een nieuw oog via een thermische cameraOmdat we nog een ticketje te goed hadden van vorig jaar voor de opera van Lyon, was het niet moeilijk er weer eens op uit te trekken. Een vlot ritje over de Route du Soleil bracht ons op een goede zeven uren naar Frankrijks tweede grootste stad en een bekende hotelketen bezorgde een onderkomen vlakbij het nieuw ontwikkelde gebied aan de samenvloeiing van de Saône en de Rhône.

Wat bleek? Een paar maanden terug was onze culturele voorman – de zoetgevooisde Kurt Van Eeghem – op de radio aan het vertellen over de brasserie Georges aan het station Perrache en was dat nu niet net achter de hoek! De brasserie is een hypergestroomlijnde bedoening met heerlijk eten in een prachtige art-déco setting. De obers zijn net wat het moet zijn: niet opdringerig, op tijd en bijzonder efficiënt. De stemming is vrolijk en af en toe zelfs uitbundig. Regelmatig dimt het licht en laat de maître d’ een echt draaiorgeltje klinken met de eerste maten van ‘Happy Birthday’. Een ober schiet dan door de reusachtige ruimte met een ‘flikkerke’ op een Sibérienne (of Norvégienne, een specialiteit van het huis als nagerecht) en iedereen begint te applaudisseren.

verjaardagsfeestje in brasserie Georges

verjaardagsfeestje in brasserie Georges

‘s Anderendaags fluks de fiets op. In Lyon is het zoniet nog beter fietsen dan in Parijs. Brede, afgeschermde fietspaden zorgen voor snelle verbindingen recht door de binnenstad terwijl de zijstraten voorzien zijn van duidelijk gemarkeerde fietsstroken voor een relaxed ritje in alle richtingen door het schiereiland. De Place Bellecour – met het Pavillon du Tourisme – is een groot plein met veel licht en ruimte met verderop het Parc de la Tête d’Or met aan de linkerkant het Musée d’Art Contemporain. Het is goed bereikbaar via een fietspad langs de Rhône-oever.

Nos compatriotes au bord du Rhône Lyon

Nos compatriotes au bord du Rhône

Op de terugweg eens gaan kijken in het Auditorium. Pianist Trifonov had het wegens ziekte laten afweten en daarom waren er nog prima plaatsen te koop voor de avond zelf. Sjonge, sjonge wat een kapotmakerij is me dat derde pianoconcerto van Rachmaninov. Seong-Jin Cho (21!) speelde het met veel concentratie klaar, geholpen door dirigent Slatkins meelevende orkestbacking van het Orchestre National de Lyon. Een huzarenstuk zonder meer en niet ongevaarlijk voor piepjonge uitvoerders-wonderkinderen.

Lyon Auditorium: Seong-Jin Cho

Lyon Auditorium: Seong-Jin Cho

Tip: een halfuurtje voor de aanvang van een concert lopen er in de foyer steevast mensen rond die hun kaarten voor een prikje wegdoen. Spotgoedkoop maar nadeel is de beperkte plaatskeuze. Nog een tip: het vlakbij gelegen ‘Les halles de Lyon Paul Bocuse’ is een zielloze bedoening enkel voortterend op de naambekendheid van de beroemde kok. Te mijden.

Een wandeling van even ten zuiden van Perrache en zo naar de tip van de ‘confluence’ levert verbluffende architectuur op, het meest nog van het museum helemaal beneden. Het komt zo uit een Star Wars decor met brede gangen, roltrappen en Escher-achtige loopbruggen. Binnenin zitten er tijdelijke en permanente tentoonstellingen, zo uitgekiend dat een bezoek van één à twee uren tot een halve dag of meer gemakkelijk te doen is, afhangend van zelf meedoen met experimenten tot verbaasd staan te gapen naar buitengewoon prachtige exotische kleding of een gigantisch mammoetgeraamte. Voorwaar zijn geld waard (9 €).

musée des confluences Lyon

Musée des Confluences Lyon

Een dikke biefstuk bij Georges en we zijn klaar voor de opera. Het gebouw ziet er aan de buitenkant redelijk klassiek uit maar binnenin is het een experiment dat 20 jaar geleden misschien wel in was maar nu eerder op een pikdonker hol lijkt waar bezoekers voortdurend gevaar lopen in een zwart gat te verdwijnen. Bovendien zijn de ‘zetels’ hard en nauw en wiebelt de postmoderne stalen vloer buiten de eigenlijke zaal. Niet getreurd: zangers, orkest en enscenering zijn prima en ‘La Juive’ gecomponeerd door Jacques Fromental Halévy – een kanjer van meer dan drie uren – blijft boeien, niet alleen door de eigentijdse verwijzingen maar ook door de afwisselende en soms virtuoos gezongen partijen. Het publiek springt terecht recht op het einde.

Lyon opera: La juive Halévy

opera de Lyon: la Juive Halévy

In de metro terug zijn we de enige oudjes tussen groepjes uitgelaten dronken en blowende feestgangers. Wel grappig en geenszins verontrustend. Moe maar tevreden …

‘s Anderendaags vlotjes op weg naar huis samen met in grote getale terugkerende Belgische skivakantiegangers. Geen nieuws hier behalve dat de ‘péage’ heen-en-terug op 60 € afklokt.

relaisautoroutedusoleil

relais met terugkerende Belgische vakantiegangers

‘Modern reizen’ Berlijn en Londen revisited

En zo kwam het dat de twee vouwfietsjes weer de koffer in gingen voor een bezoek aan Berlijn en Londen, acht jaar na het eerste aan Berlijn en vier na dat aan Londen.

Eerst Berlijn: verdwenen zijn de dichte bosjes bouwkranen en rijen aanschuivende betonwagens van toen. De stad is zowat helemaal gerenoveerd en het is moeilijker het vroegere Oost-Duitse gedeelte nog te onderscheiden van het Westerse.

Hotel Pension Streuhof is, althans aan de binnenkant, nog tot in de details van ‘old school’ DDR-kwaliteit, bijna versleten maar met een sympathieke charme en – naar Berlijnse normen – redelijk geprijsd. Voor hetzelfde geld biedt Ibis Budget, midden tussen de winkels aan de Wittenbergplatz, een karakterloze standaardkamer aan.

Pension Streuhof Berlin self portrait

selfie in Pension Streuhof Berlin  (vergroot na de klik)

Fietsen is goed te doen, minder chaotisch dan in Parijs en zeker aangenamer dan Londen, maar daarover verderop meer. Duitse automobilisten zijn voorkomend en voorzichtig, er zijn redelijk wat fietspaden en voetgangers zitten er niks mee in wanneer de stoep als fietspad dienst doet. Er zijn ook overal fietsparkeerplaatsen geïnstalleerd. Een eerste testrit ‘s avonds laat naar een echt Italiaans restaurant leverde deze quote op: “Ich bin kein Italiener, sondern ein Neapolitaner” (baas van de BellUno).

Twee tips: volg strikt de verkeersregels of een luid getoeter is het resultaat en zet de routering van de fiets-GPS op ‘routeren voor afstand’ en niet op ‘routeren voor tijd’. Dat laatste is dan weer wél aangewezen voor compleet autovrije tochtjes, inclusief grote maar dikwijls mooie omwegen door parken en dreven.

Er is maar één stad ter wereld waar de GPS de weg wijst van de Kantstraße naar de Leibnizstraße om in de Goethestraße te eindigen. Hotel Bikini ligt in die buurt en is een bezoekje waard wegens de net niet te excentrieke maar hoogst originele inrichting van Berlijns topdesigner Werner Aisslinger. De bar op de tiende verdieping heeft een majestueus weids uitzicht over de Tiergarten dat als een groene vlek het centrum van de stad bepaalt met aan de zuidelijke kant een veelvoud aan ‘shopping malls’ gaande van het poepsjieke KaDeWe tot experimentele ‘concept stores’ en tijdelijke winkeltjes in houten containers. Een eindje verder heeft de Manufactum lekkere tomatensoep en kleine hapjes/gebakjes, ideaal voor op de middag.

Tip: hotel Bikini heeft overal supersnelle, gratis wifi zonder vervelend aanmelden.

Bikini hotel ingang naar Monkeybar 10de

Bikini hotel ingang 10de

Bikini hotel: meeting place

Bikini hotel: meeting place

Bikini hotel 10de verdieping

Bikini hotel 10de verdieping

 

 

 

 

 

 

Clärchens Ballhaus is een populair dansoord annex restaurant met nostalgische optredens. Eenmaal binnen krijgen bezoekers een op het randje decadente indruk: afbladderende verf, versleten spiegels waarin enkel kaarslicht weerkaatst en aftands meubilair. De keuken is nochtans prima en niet overdreven duur. Toch valt de hele zaak een beetje tegen toen we ‘s anderendaags een kijkje wilden nemen in de eigenlijke balzaal en norse, enigszins vettige, portiers ons wandelen stuurden wegens geen goesting om alweer inkom te betalen.
Tip: ga liever 50 meter verder iets eten in het Strandbad Mitte op het einde van de Kleine Hamburgstraße, schuin tegenover Clärchens.

Clärchens Ballhaus Spiegelsaal

Clärchens Ballhaus Spiegelsaal (vergroot na de klik)

Regen (en de gevolgen van enige zadelpijn) deden ons een dagticket voor het openbaar vervoer (7,20 €) aanschaffen. Dat werkte prima. De metrostellen rijden met een hoge frequentie, zijn ruim, kraaknet, intelligent bewegwijzerd en helemaal niet overbevolkt. Vergeet ook niet buslijn 100, de goedkoopste manier om alle toeristische hoogtepunten in één beweging te zien.

Een mistige dag is ideaal voor een kerkhofbezoek. Eén van de kerkhoven aan de Mehringdamm, vlak tegenover de militaristische architectuur van het ‘Finanzamt’, is de laatste rustplaats van Felix Mendelssohn-Bartoldy. Het is een piepklein kerkhof, net goed om nog een beetje muziek te horen opstijgen. Dit is de buurt van de Kreuzberg, een alternatieve wijk met vele originele bedrijfjes en winkeltjes. Aan de rand van het Viktoriapark aldaar ligt een stijlvol gerestaureerde Zwitserse villa waar ze overheerlijke gerechtjes serveren (Tomasa Villa). Aan de andere kant van het park misten we helaas een bezoek aan het Antiquariat Tode wegens pas open om 13 uur. De etalage alleen al maakte heel duidelijk  hoezeer de eigenaar begaan is met de vrede in de wereld. Zeker iets voor volgende keer.

graf Felix Mendelssohn-Bartoldy

graf Felix Mendelssohn-Bartoldy N52 29.710 E13 23.470

Even een omweg langs de Staatsoper, waar Daniel Barenboim de plak zwaait, om een ticketje voor de opera te bemachtigen maar helaas waren er enkel repetities aan de gang, zo vroeg in het seizoen. Al jaren liggen we op vinkenslag om een ticket te pakken te krijgen voor de Berliner Philharmoniker en ja hoor, dit keer was het maanden van tevoren gelukt. De Berliner heeft hoogst af en toe toegangsbewijzen te koop die niet gebonden zijn aan abonnementen en zo konden we erin. Ter info: voor een abonnement is het wachten geblazen totdat iemand passeert.

De ontvangst was op zijn minst onverwacht: elke tickethouder krijgt een welgemeende begroeting aan de ingang en toen we een programma kochten (3 €) merkte een vriendelijke onthaaldame op dat we een koopje deden omdat het boekje eigenlijk besprekingen van vier concerten bevatte. Mooi zo …

De akoestiek van de Philharmonie is quasi perfect en door de ingenieuze constructie (o.a. weerkaatsend marmer en een soort ‘haaienvinnen’ voor de wolken in het plafond) klinkt de Berliner als één coherent geheel, aangevuurd door een onvermoeibare Simon Rattle. Die schept als het ware de muziek op en projecteert het geluid recht naar het publiek. Een uitstekende maatstaf voor de kwaliteit van een concert is de subjectieve tijdbeleving ervan. Het leek wel of de twee symfonieën (eerst de vierde van Schumann en dan de vierde van Brahms) in een hoepestoep voorbij waren. Onbeschrijfelijk en met niets te vergelijken tenzij met de kwaliteit van de Duitse machinebouw. Leuk detail: Daniel Barenboim zat een beetje verder op dezelfde rij als wijzelf zijn iPhone na te kijken en op het eind van het concert een beetje zuinig te klappen.

Berliner Philharmoniker en Simon Rattle

de Berliner Philharmoniker en Sir Simon Rattle (vergroot na de klik)

Een fietstochtje ‘s anderendaags: Sybille’s café aan de Karl-Marx-Allee (vroeger Stalin-Allee) voor een straffe koffie en wat historische informatie, dan naar de Pfefferberg en Kulturbrauerei en vervolgens een duik in een reusachtige biomarkt aan de Senefelderplatz op zoek naar kennelijk onvindbare mu-thee, afgerond met een kort bezoek aan het Stilwerk, zowat de grootste verzameling designwinkels ter wereld. Vervolgens langs de Siegessäule om de marathon te bekijken en even te rusten en dan nog een bezoekje aan een nieuwe consumptietempel aan de Leipzigerplatz waar zelfs mensen strompelend op krukken rondsukkelen om toch maar iets te kopen.

Frankfurter Tor Karl Marxallee

Frankfurter Tor Karl-Marx-Allee

shop till you drop Leipziger Platz

shop till you drop

Siegessäule

Siegessäule

 

 

 

 

 

 

Een late hap in het Strandbad Mitte na nog een concert in de Philharmonie, ditmaal door de Junge Deutsche Philharmonie met een gastoptreden van Truls Mörk. Dat ‘jeugdorkest’ kon met gemak tippen aan heel wat orkesten hier in de omtrek, om het voorzichtig uit te drukken.

Eén eerder toevallige verrassing nog bij het terugfietsen: Dussman aan de Friedrichstraße deed me denken aan de Keulse Saturn in vroeger tijden. ‘Die größte Auswahl an Schallplatten in der Welt’ was hun slogan indertijd en dat was ook zo. Dussman heeft net als toen een ongeziene collectie klassieke (en andere) cd’s, boeken à volonté en is bijna dag en nacht open behalve op zondag. Een must-see in Berlin. Hopen maar dat boekenrekkenwinkels nog lang blijven bestaan nu e-readers in volle opmars zijn.

Op zondag terugreizen heeft het voordeel van minder verkeer (maar meer zondagsrijders) en maakt het makkelijk om eens lekker snel te rijden …

De week daarop snorden we ‘s morgens vroeg naar het Zuidstation. De fietsjes meenemen op de trein is geen probleem, ze passen gemakkelijk in het bagagerek aan de ingang van de wagon. Eurostar vraagt wel ze in een hoes te verpakken maar dat is sowieso al een goed idee. Ter info: na het inchecken doorlopen reizigers tegenwoordig dezelfde veiligheidsprocedures als bij een vliegtuigreis. Stresserend en denigrerend, dat wel.

Er zijn toch mensen die niet doorhebben dat een zekere etiquette, ook bij goedkoop treinreizen, op haar plaats is. Zo flankeerden ons twee luidkeels, in een sappig West-Vlaams accent, kwebbelende dames en kwamen we, volle twee uur aan een stuk door, ongewild alles te weten over o.a. hun kwaaltjes, familieperikelen en eetgewoonten. Tot overmaat van ramp begonnen twee reizigers vlak achter ons hoorbaar te snurken. Het is altijd wat.

Londens nieuwe skyline anno 2014

Londens nieuwe skyline anno 2014

Ondanks het geblaas van Boris Johnson, de excentrieke Londense burgemeester, dat fietsen hét vervoermiddel bij uitstek is in zijn stad, zijn er nauwelijks fietspaden te vinden en is fietsen een levensgevaarlijke bedoening. Dat komt ervan wanneer (zo goed als) enkel professionele chauffeurs mogen rijden in het centrum. Het nettoresultaat is dat  taxi’s, bestelwagens en gechauffeerde privé-auto’s met elkaar wedijveren om elke vierkante centimeter asfalt. Alleen de knalrode dubbeldekbussen rijden in een min of meer grote boog rond de eenzame fietster heen. En zelfs daar krijgt de moedige cyclist duidelijke waarschuwingen. Eén lichtpunt: de Londenaars zijn gewend aan vouwfietsjes want de beste maken ze namelijk zelf en zo komt het dat niemand vreemd opkijkt wanneer je je fiets gewoon meepakt in een winkel of restaurant of ze laat opbergen in een vestiaire.

Tip: ga niet fietsen in Londen tenzij u een getraind wielrenner bent en dan nog.

Bankside zicht over de Thames

Bankside zicht over de Thames

Blackfriars brug 50 m fietspad

Blackfriars brug 50 m  fietspad

waarschuwing voor fietsers achteraan op bus

waarschuwing voor fietsers

 

 

 

 

 

 

De laatste keer dat we iets substantieel zagen van Kasimir Malevich was bijna 20 jaar geleden in het Ludwig in Keulen. Tate Modern haalde haar mosterd uit een samenwerking met het Stedelijk Amsterdam. Centraal staat het iconische zwarte vierkant, precies een gat waarin de hele schilderkunst verdwijnt, en de schok die het schilderij 100 jaar geleden veroorzaakte, is nog niet weggeëbd zelfs voor hedendaagse kunstliefhebbers die toch wat gewoon zijn. De opstelling in Tate met vlak erlangs de reconstructie van ‘De Laatste Tentoonstelling van Futuristische Schilderkunst 0.10’ (nul-tien Petrograd 1915-16) met de originele kunstwerken van toen, is bij momenten fascinerend. Hogelijk interessant – en nieuw voor mij – is het gedeelte over Malevich als leraar, schrijver en architect in Leningrad en Vitebsk. [Het gaat hem daar niet echt goed, zijn hand geraakt verlamd en hij komt bijna om van de honger]. Zijn didactische modellen zijn ronduit fantastisch en tonen interacties tussen vorm, kleur, textuur (Faktura), materiaal en techniek en zelfs de omzetting van kleur vanuit beweging en geluid [Umwandlung der Farbe von dem Laute].

Tip: om de schilderijen van Malevich goed te zien, moet je er een beetje vanaf gaan staan, bijvoorbeeld Lady at the Advertising Column:

Malevich Lady at the Advertising Column 1914

Lady at the Advertising Column 1914

Een kort bezoek aan Foyles stelde ons weer enigszins gerust. Papieren boeken overleven voorlopig, weliswaar in gereduceerde boekhandels en Foyles is daar geen uitzondering op. In de jaren 70 was het een labyrint met ontelbare hoekjes en kantjes vol boeken, nu is het eerder een ruim verlichte ‘showroom’ met bestsellers.

boekhandel Foyles anno 2014

boekhandel Foyles anno 2014

‘Modern reizen’ en fotografie in Parijs, Antwerpen en Amsterdam

Ondertussen is mijn schoenendoos met schrijfsels en knipsels over Parijs al goed gevuld. Tijd voor een selectie ‘Modern reizen’ en fotografie in Parijs, uitgebreid met Antwerpen en Amsterdam.

Het gebruiksgemak van het Thalys online ticketsysteem verbetert er niet op maar het blijft mogelijk om voor 58 € per persoon op-en-af te sporen. ‘s Donderdags reizen werkt blijkbaar het best en is gelijk voor veel musea de rustigste dag. Voor de rest kwam een gratis kaartje van Parijs van pas.

Het Centre Pompidou was goed voor Henri Cartier-Bresson, icoon van de fotografie en aanstoker van Magnum, het fotografenbureau waar elk rechtgeaard fotograaf alleen maar bewondering voor kan hebben. Hoogstens vijf minuten aanschuiven en net niet te veel volk maakt een bezoek aan de omvangrijke tentoonstelling (500+ foto’s) wat draaglijker. Invloeden van in het begin van de fotografie, perfecte composities, dan een surrealistische periode vervolgens politiek geëngageerd [revolutionair en Communist], WO II krijgsgevangene – ontsnapt na 3 jaar – om via fotoreportages [en films] over de hele wereld in een soort cyclus terug te komen tot beschouwende, occasionele beelden en zelfs potloodtekeningen.

De tentoonstelling is gedetailleerd maar tegelijk voldoende overzichtelijk en bevat zowat alle ‘must-see’ beelden. Het valt telkens weer op hoe – zonder dat veel fotografen het geeneens zelf wisten – de onderwerpen en manier van fotograferen veranderden onder invloed van de tijdsgeest. Kijk zelf, eentje van HCB naast eentje van ‘yours truly’ uit 1972:


Iets wat ik nog niet direct ontdekt had: het Pompidou heeft een ruime, vrij toegankelijke bibliotheek. ‘Vrij’ als in ‘gratis’ en dat maakt dat op een normale dag het al gauw meer dan een uur aanschuiven is om binnen te geraken. Niet getreurd: 60-plussers lopen zo door naar de boeken via de uitgang op de mezzanine achteraan in de grote inkomhal van het CP.

Een beetje verder – in la maison européenne de la photographie – heeft Martin Parr iets aangericht met Parijs zelf. Ogenschijnlijk kost het niet veel moeite om boeiende onderwerpen te fotograferen in zo een grote stad. Toch stak Parr er twee jaar werk in en het resultaat is er naar.

Parr is een sarcast maar op een uiterst intelligente manier. Elke foto genereert een kleine, vrolijke aha-erlebnis. Het voorbeeld hieronder zegt alles.

Paris plage Martin Parr 2012

Paris plage Martin Parr 2012

De hoogst originele catalogus dient tegelijk als luxe metroplan, hij is een stuk goedkoper bij Amazon, net als de HCB catalogus.

Even later in het FoMu, Antwerpen was het meteen raak: Adam Broomberg en Oliver Chanarin zijn twee kleppers die nauwelijks nog foto’s maken maar ze gebruiken in een concept. Hun blasfemische ‘Holy Bible’ is een meesterstuk. Op het eerste gezicht is het verschietachtig een bijbel op tafel te zien liggen, maar eenmaal opengeslagen is de combinatie van rood onderstreepte tekst en beelden uit ‘The Archive of Modern Conflict‘ genoeg om een soort klik te veroorzaken om het (ingewikkeld) verband te begrijpen – zo ongeveer toch.

Een ander werk bestaat uit een rol fotopapier, uitgerold, vervolgens 20 seconden lang belicht en terug in de doos gestoken in een woestijn in Irak waar het duo als ‘embedded journalists’ werkte.

Of de geschiedenis van de fotografietechniek om iets als racisme aan te duiden. Statements te over.


Het nieuwe Stedelijk in Amsterdam lijkt op de onderkant van een gigantische rondvaartboot. Het heeft een fraaie collectie representatieve stukken uit de moderne kunst, goed gedocumenteerd en met niet te veel van het goede. Voorts presenteert het museum een verdienstelijke afdeling design. Definitief voordeel: fotograferen is toegelaten alhoewel er soms mensen zijn die onbeheerst tientallen foto’s nemen, meestal met hun mobiel en daarbij vergeten het geluid af te zetten. Het was alweer een donderdag met weinig volk ondanks onheilspellende berichten over lang aanschuiven. Misschien had het stralende weer er iets mee te maken want iedereen had postgevat op het immense Museumplein.

Van Jeff Wall zijn monumentale reclamebakken had ik ‘The Invisible Man’ al gezien. Toen hing het werk in een kleinere en donkerdere ruimte en dat leek meer indrukwekkend. De andere werken in het Stedelijk waren zoniet nog vreemder door de levensgrote afdrukken, op speciale film en fotopapier (dia, LightJet en zw/w gelatine zilverdruk) – heel realistisch en haarscherp tot in de hoeken. Sommige zijn tot in de details geënsceneerd, andere zijn dan weer helemaal toevallig ontstaan.

Later meer over het Stedelijk, er was daar van alles te doen …

Solarimpulse

Daarstraks kon ik het even niet laten naar Brussel te sjezen om het elektrisch vliegtuig [Solarimpulse] dat zoveel in het nieuws kwam, te gaan bekijken. Spijtig dat de verlichting paarsblauw en geel was maar de foto’s geven een idee.

Het kan niet op: Gauguin in Tate Modern.


Verleden donderdag in Essen (Zollverein) en Keulen (Ludwig) en drie dagen later al naar Londen waar in het Tate Modern een Gauguin-tentoonstelling opende, het kan niet op.

Met de Eurostar is het een fluitje van een cent om op nauwelijks 2 uren van Brussel naar hartje Londen te sporen. Eenmaal aangekomen in St. Pancras brengt de Circle Line je in geen tijd naar de Millenium brug recht tegenover het Tate.

De tickets lagen al klaar, erg handig om de aanschuivers voorbij te steken maar ook nodig want losse tickets zijn er wel maar ze zijn zodanig gerantsoeneerd dat je er pas op eind van de dag mee binnen geraakt. Het aantal bezoekers is namelijk beperkt per tijdsvenster om iedereen toe te laten al dat moois in de meest comfortabele omstandigheden te aanschouwen. Ik verschoot toch even omdat het de eerste keer was dat mijn leeftijd recht gaf op korting:

60+ ticket hèhè ...

Eenmaal binnen daagde het ons dat de Multimedia Guides waar iedereen mee rondliep eigenlijk vermomde iPods waren en waarempel, ik kon de hele gids in een mum van tijd naar mijn eigen iPod downloaden.

De tentoonstelling zit geweldig knap in elkaar middels een onderverdeling in een tiental thema’s gaande van ‘Identity and Self-Mythology’ over ‘Drawings’, ‘Landscape’, ‘Martinique’, ‘Sacred’, ‘The Eternal Feminine’ tot ‘Titles and Teller of Tales’. Iets voor en iets na het midden van de tentoonstelling zijn twee aparte zalen ingericht met documentatie over de tijdsgeest van eind 19de eeuw plus een schat aan authentieke handgeschreven brieven, boeken, artikelen enz. Heerlijk om rustig te bekijken en te lezen. Het is duidelijk dat hier immens veel opzoekwerk en studie in gekropen is.

De schilderijen zelf hebben een eigenaardige uitwerking op het gemoed van de toeschouwer. Deels geven ze een bevreemdend gevoel maar sommige zijn zo pakkend dat je er moeilijk van weg geraakt of er even terug naar toe wandelt om nog eens te bekijken. Dat was ook goed af te lezen van de gelaatsuitdrukkingen van de bezoekers. Maar probeer zelf een indruk te krijgen:

Reclining Tahitian Women

Where are you going?

Alles bij elkaar waren er al gauw drie uren voorbij eer we uiterst tevreden en sterk onder de indruk weer naar buiten kwamen. De tentoonstellingscatalogus en een paar grappige parafernalia verwisselden van eigenaar.

Even een luchtje scheppen, hapje eten en we waren weer op weg, ditmaal te voet en gps-gewijs, richting Covent Garden om de nieuwe Apple Store te checken. De Apple TV versie 2 en iPhone G4 waren – althans voor mij – de ‘highlights’.

Minder druk was het bij Foyles, de boekhandel aan Charing Cross waar we altijd eens binnenwippen. Ze zijn er ondertussen een heel stuk op verbeterd: waar de zoekende boekenliefhebber vroeger tussen stoffige rekken en nauwe gangetjes moest manoeuvreren, is er nu meer ruimte, een heuse infobalie en een kassa op elke verdieping. Verder hoef je geen ‘voucher’ meer te vragen om überhaupt een boek te kunnen kopen. Grappig detail: het boek van Franzen waar in vorige blogs al sprake van was, lag nog warm van de drukpers in een verbeterde eerste druk opnieuw op het schap.

Vervolgens met de Underground terug naar Tate voor een gesofisticeerd diner op de 8ste verdieping. Het restaurant is geen toeristenval zoals er zoveel zijn tussen Covent Garden en Charing Cross, het uitzicht is adembenemend en gegeven de locatie en de kwaliteit van het eten, viel de schade best mee.

Terug richting St. Pancras met de Circle Line, even verpozen in de luxueuze wachtruimte van St. Pancras, door de tunnel sporen, auto oppikken in Brussel Midi en tegen middernacht waren we weer thuis. Alles bij elkaar waren we precies 19 uren van huis waarvan het reizen zelf 7 uren opsoupeerde. Ongetwijfeld voor herhaling vatbaar maar eerst nog naar Monet in het Grand Palais (Paris).

zesde dag in NYC US of A


klik voor foto's van NYC


Alweer veel te vroeg op de luchthaven maar er is hier een draadloos netwerk in de lucht om op in te pluggen en zo lang de batterij het houdt even aan de log te werken. Vanmorgen weer snel uit de veren en na wat strategisch stouwwerk alles in de valiezen gepropt. Hopelijk lukt het hier seffens met de veiligheidscontrole, dit keer geen Nederlanders maar Amerikanen.

Vanmorgen vroeg lekker Frans ontbeten en vervolgens naar Chinatown waar Chinezen de hordes toeristen aanklampen met ‘Lolex, Lolex please?’. Dezelfde Rolexen gingen in Beijing voor nog geen 20 oude franken per stuk maar ze vielen uit elkaar als je ze vastpakte. Niet kopen dus.

Even later flitsen verschillende politieauto’s en moto’s met gierende sirenes voorbij. Ze kondigen honderden ‘bikers’ aan die kennelijk op toer zijn door de benedenstad. Indrukwekkend die luid knallende Harleys, BMW’s en geassorteerde Japanse motormerken met kleurrijke easyriderachtige figuren erop.

Via Mulberry Street naar Little Italy waar de voorbereidingen aan de gang zijn voor het feest ter ere van San Gennaro, de patroonheilige van Napels. Overal klinkt Italiaans, er is zelfs een ‘Mob Museum’ en cd’s met ‘Mob Music’, Frank Sinatra op kop natuurlijk.

Bleecker Street doorkruist Greenwich Village waar vroeger de artiesten bijeenhuisden. De sfeer is er nog altijd bohémienachtig. Eenmaal aan 8th Avenue gaat het weer uptown om de bagage op te pikken in de Lodge. De laatste dollars gaan op aan een mooi zeefdrukje: een ‘tribute’ aan Bird beter gekend als John Coltrane. Het is een herinnering aan het weekje New York dat eindigt op de E naar JFK.

Toch is het nog eenmaal schrikken wanneer er plots een peleton zwaar bewapende soldaten de AirTrain induikt en de vervaarlijk uitziende kleerkasten zoekend rondgluren naar terroristen. Niet hardop lachen maar het ziet er redelijk potsierlijk uit.

De vlucht terug gaat met een moderner vliegtuig, het eten is beter en ondanks een staking van het Rotterdams openbaar vervoer met files tot gevolg, geraak ik nog tijdig op het werk.

klik voor foto’s

vijfde dag in NYC US of A

In plaats van eieren ‘sunny side up’ probeer ik vandaag een kleine hamburger. Die is eerder aan de grote kant maar van prima kwaliteit. We kunnen er weer tegen voor de dag.

Vandaag gaat Eef op haar eentje NY verkennen en wel richting Guggenheim, het cirkelvormig oplopend museum aan het einde van de Museum Mile in Upper East.

Zelf neem ik de ‘subway’ naar Coney Island, zo een 30 km zuidoost in Brooklyn. Onderweg – en eenmaal boven de grond – begint het te gieten maar na een tijdje houdt dat op en komt het 80 jaar oude Coney Island pretpark in zicht. Het ziet er gebruikt uit maar niet vervallen: het Grand Wheel, Astroland en de Cyclone met daarachter een brede plankenvloer richting strand bieden een uniek decor voor nostalgische foto’s.

Dat de attracties gesloten zijn – deels wegens het slechte weer – verhoogt de weemoedige sfeer nog meer. Ik hou er een paar excellente foto’s aan over. Eén detail nog: overal hoor ik Russisch en zelfs de aankondigingen van de MTA (subway) zijn in het Russisch. Goed om de Russische leesvaardigheid wat te oefenen.

Met de F-train terug naar net een stukje onder Central Park om vandaar een lange wandeling te maken richting Metropolitan Museum of Art waar we afgesproken hebben. Upper East is de poepsjieke buurt van NY en dat is te merken: overal netjes uitgedoste portiers die het plebs in de gaten houden. Ze zouden maar eens binnen willen geraken. Aan de Carlyle building hangt een aankondiging van Woody Allen’s optreden volgende maandag; spijtig genoeg zijn we geen enkele maandag hier.

Het Metropolitan Museum of Art heb ik vroeger al eens bezocht maar het immense gebouw blijft indruk maken met zijn hoge, brede trappen naar de ingang. Honderden bezoekers lopen af en aan. Ik profiteer er een beetje van om te rusten; het dagenlange stappen begint door te wegen. Eef ariveert en is redelijk moe, ze is vanaf de 20ste naar de 79ste gestapt vervolgens terug naar 5th en weer omhoog naar het Metropolitan.

We lopen een eindje richting Hudson om met bus M15 recht naar beneden te rijden richting Katz’s Deli, wereldberoemd om haar pastrami. Eén portie van de pastrami met straffe, gigantische pickles en even grote ‘French fries’ is alweer ruim voldoende. Kethée (Cathy) is een vergane glorie maar bedient ons met allerlei grappige opmerkingen, maakt een foto van ons tweeën en roept collega’s erbij om m’n digitale camera te becommentariëren. Het is allemaal hogelijk onderhoudend en met veel plezier tellen we er een genereuze tip bij. Een tip voor tips: verdubbel de ‘sales tax’ (8,375 %) en tel die bij het nettobedrag.

Hoog tijd om terug naar Chelsea te trekken om plannen voor vanavond te maken. Er is nog plaats voor de opera in de Met (de poging eerder op de week voor gratis tickets mislukte wegens te grote toeloop). G.F Handel’s ‘Semel’ ken ik niet maar de geluidsfragmenten op het net zijn veelbelovend, alleen denken we zo moe te zijn dat we in slaap kunnen vallen en dat zou zonde zijn van de ongeveer 200 $ ticketprijs. We besluiten naar Carnegie Hall te gaan waar in een kleinere zaal een vioolconcerto te horen is.

Het verhaal is de moeite en illustreert mooi wat er kan gebeuren als commercie toeslaat in de kunst. De Weill Hall, een aangenaam classicistisch ingericht zaaltje voor ongeveer 250 luisteraars, is te huur voor iedereen die het kan betalen, inclusief een aankondiging op de affiche van Carnegie Hall.

Het nettoresultaat vanavond is het optreden van een jong Koreaan (zijn naam weze onvermeld!) die, begeleid door zijn moeder, opus 27 van Max Bruch ten beste zal geven. Het stuk is me bekend en het is aartsmoeilijk. Het gaat niet goed: de zenuwachtige, verlegen jongen zit er vanaf het begin langs, slaat stukken over of stopt er helemaal mee terwijl zijn moeder de zaak wanhopig probeert te redden op de piano. We proberen niet in de lach te schieten en klappen en roepen enthousiast mee met de 200 Koreanen en 2 Nederlanders die voor de gelegenheid zijn opgedaagd. De toekomstige virtuoos druipt bedremmeld af maar mama is duidelijk in haar nopjes.

We kunnen het niet laten de Apple Store iets verderop eens in het donker te bezoeken: het is rond middernacht en nog altijd volle bak. We zien een klant een dikke PowerMac annex 30 inch Cinema display naar buiten slepen en in een taxi proppen. Zelf moet ik op de tanden – of wat daar van overschiet – bijten om geen nieuwe iPod aan te schaffen. Het prijsverschil is bijna 30 % en de nieuwe generatie iPods hebben heldere en scherpe displays waar je gemakkelijk een film op kan bekijken.

Gauw terug de subway in en na een nachtelijk bezoek aan een grootwarenhuis ons bed in. Morgen is het de laatste dag en we weten nu al dat het even wennen zal zijn in Hasselt, de hoofdstad van Limburg, Belgie.

klik voor foto’s

vierde dag in NYC US of A

La Bergamotte een beetje verder op 9th claimt een Frans ontbijt te serveren en inderdaad krijgen we lekkere croissants en deftige koffie voorgeschoteld. Hier en daar is er zelfs iets in het Frans aangekondigd. Op het jachtige Amerikaans gedoe na, lijken we wel in Parijs te zitten.

Vandaag hebben we een ambitieus plan: via Chelsea Market naar het Chelsea Hotel, dan naar de Flatiron Building en Bryant Park en zo naar Macy’s en Grand Central, dan het United Nations gebouw en vandaar naar het American Museum for Natural History uptown.

Chelsea Market zijn zo authentiek mogelijk omgebouwde markthallen. Viswinkels, bakkerijen, bloemen kunstnijverheid en café’s wisselen elkaar af in een heel intact gebleven decor van buizen, leidingen, originele oude hijsapparaten en verlichtingarmaturen. De bezoeker krijgt de indruk door een wirwar van brede en helverlichte gangen te lopen met aan weerszijden winkels met de originele inhoud van de toenmalige markt. We nemen op goed geluk af een lift maar bij het uitstappen onderschept een FBI-agent ons met de mededeling dat de verdieping voorbehouden is voor een ‘private enterprise from the police’. Allemaal heel geheimzinnig en we maken dat we weg zijn.

De lobby van het Chelsea Hotel heeft zoveel beroemdheden gezien dat er haast een sacrale sfeer heerst. Hier logeerden onder andere Bob Dylan, Frank Zappa en Lou Reed jaren na schrijvers als Jack Kerouac, Mark Twain en Tennessee Williams. Het is er rustig en we gaan er even bij zitten om vibraties van weleer op te vangen. Dat bleek niet echt nodig want zelfs nu heeft het Chelsea Hotel nog aantrekkingskracht op oudere popmuzikanten: plots loopt Pete Townshend vanaf de receptie naar buiten. Hij checkt ons met een lichtelijk waanzinnige blik en haast zich gelijk weer naar binnen. Achteraf zoek ik het even op via het net en the Who zitten inderdaad in NYC op hun Amerikaanse toernee.

De Flatiron Building heet zo omdat hij op een op zijn kant gedraaid strijkijzer lijkt. Het is de eerste ‘skyscraper’ in NY. Eén hoek is zo scherp dat je je afvraagt hoe daarin te wonen. Het is een ‘landmark’ en vele toeristen staan te gapen naar het bijzondere gebouw. Zie de foto’s voor een meer visuele indruk.

Bryant Park is een oase van rust tussen de wolkenkrabbers en het jachtige verkeer. Een heerlijk zonnetje heeft kantoorbedienden en wandelaars naar buiten gelokt om een hapje te eten of te relaxen in het heraangelegde park. Vlak er tegenaan ligt de reusachtige Public Library (88 mijlen boeken!). Als vroeger bibliotheekwerker kan ik het niet laten een blik te werpen in de grote leeszalen en de sfeer op te snuiven tussen de rekken en oude houten balies met zuiltjes en klassieke frontons. De bibliotheek zelf is een gestroomlijnde en hypermodern genetwerkte operatie met talloze afdelingen. Prachtig.

Macy’s is niet veraf en we maken ons op voor weer een rondje shoppen. De benedenverdieping is een helverlicht art décoachtig tafereel van eindeloze toonbanken met horloges (bijna een Philippe Starck gekocht), designer parfums, juwelen en handtassen. De 9 verdiepingen daarboven zijn volgestouwd met alles wat er op de wereld te koop is: kleren, meubelen, keukengerief, schoonheidsmiddelen enzovoort enzovoort. We schieten luidop in de lach wanneer we een complete afdeling tegenkomen met kerstmisspullen. Eind september is toch wat vroeg om een kerstboom aan te schaffen!

In Grand Central heerst een drukte van jewelste. Langs alle vier de hoeken komen en gaan duizenden treinreizigers door ondergrondse pijpen naar alle mogelijke bestemmingen in de US. Een beetje vervelend was een jonge Chinese mevrouw die het nodig vond me van de trappen te jagen alwaar ik foto’s aan het maken was. Ik haalde m’n favoriete Chinese truk boven: op de grond stampen met de voet en tegelijkertijd een vieze grimas trekken. Normaal werkt dat altijd, althans bij een Chinees maar deze was kennelijk zo Amerikaans dat ze er stoïcijns onder bleef glimlachen. Ik zocht m’n heil in de vlucht na een krakende (Nederlandse) vloek.

Een paar blokken verder ligt het glazen gebouw van de UN. Kennlijk waren de zittingen aan de gang want van ver al waren alle straten afgesloten voor het verkeer en tot op de daken staat bewakingspersoneel met mitrailleurs en ander geschut. Toch kunnen we tot bij het gebouw lopen om een paar foto’s te maken van Eef haar toekomstige werkgever (op hoop van zegen tenminste).

Bus 104 brengt ons vlakbij het American Museum for Natural History maar ondertussen is het al na vieren en we weten niet goed wat doen. Het is 15 $ entree per persoon maar na een intelligente vraag van Eef maakt het personeel duidelijk dat een uur plus een kwartier voor sluitingstijd de inkom gratis is. We wachten een paar minuten en spoeden ons op weg naar de highlights van het museum: de reusachtige dinosauruscollectie, de 3D-displays van opgezette Afrikaanse dieren (een complete olifantenkudde!) en het Earth and Space Center waar we eindelijk het ontstaan van het heelal begrijpen (of toch zo ongeveer).

Bus 11 brengt ons recht naar de 23ste en 8ste om wat uit te rusten in the Lodge. Later op de avond: Times Square op een vrijdagavond is een visuele kakafonie van flitsende displays maar absoluut een bezoek waard.

klik voor foto’s