een etentje in los Caracoles Barcelona

Los Caracoles staat genoteerd als een must in de RG. Om aan een tafeltje te geraken moet je doorheen de keuken die er uitziet als een gigantisch inferno van kolengestookte fornuizen met grote vuren vol pannen en potten. Aan de onderkant zitten warme schuiven vol stukken kip (de specialiteit naast de karakollen natuurlijk). De koks en garçons lopen schijnbaar zonder systeem door elkaar, doorkruist met maître d’s en bordendragers. Een beetje verder zijn ze doende groentenschotels te maken of vis en vlees te versnijden. Iedereen schijnt toch haar/zijn eten binnen een eindige tijd te krijgen tegelijk met een vriendelijk gebaar of begroeting. De logistiek ontgaat me helemaal. ‘Quattro minuto’ komt de ober melden. Blijkbaar zit er toch een systeem achter zoals bijvoorbeeld in de metro waar een digitale klok de tijd aftelt voor de volgende trein. Ons eten arriveert feilloos op tijd en achter elkaar op het juiste tempo.
Het is het lekkerst wat we tot nu voorgeschoteld kregen. Hilde had de kiek, en die smaakte echt goed en ik de karakollen. Die waren zacht en zonder veel moeite uit de schelpen te peuteren. Het smaakte!
Over het algemeen valt de Spaanse keuken een beetje tegen. De Italianen en Fransen hebben fijner eten en dikwijls is de gewone kost daar beter dan in Spanje. De keuken hier is nogal ruw en een beetje primitief. Als je wat langer zoekt (en wat meer betaalt) verbetert het wel. Een kwestie van volhouden dus.